De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 593]
| |
*251 Aenden Heere Jacob Wits Majoor Gnl vande Leghers der Vereenighde Nederlanden.1 Weledele gestrenge wijse ende zeer voorsienighe Heere,
2 In U Ed. Veldtslaeghen en ben ick tot nochtoe niet vorder gekomen 3 als tot dien van Gioje. Mijn ijver tot deselve is ten deele geschorstGa naar eind3 4 door ujtwendighe hindernissen, ten deele door sich zelven. Want zijGa naar eind4 5 willen gesmaekt zijn, erkauwt ende niet ingeschokt. De klaerheitGa naar eind5 6 ende 't bescheidt der gestalten ende omstandigheden bewijsen ge- 7 noegh datse binnen 't bestek van UEd. ervaeren brein soo wel ge-Ga naar eind7 8 vochten zijn als in 't veldt. Ende dat aenwijsen der misslaeghen is deGa naar eind8 9 waere wijse, wanneer 't met zoodaenigh een oordeel geschiedt, omGa naar eind9 10 wijse oversten te maeken. Maer ick verheugh mij in 't geluk onzerGa naar eind10 11 taele datse lujden van werken vindt die zoo haer woordt houden.Ga naar eind11 12 Want dat UEd. handt tot de spiesse gewent, in 't voeren der penne 13 van Duitsche woorden niet en wijkt, dat gedijt tot treffelijken lofGa naar eind13 14 der spraeke. Wat het gebouw ende d'ABkennis belangt heb ick,Ga naar eind14 15 volghends UEd. begeeren, begost aen te tekenen, doch mij ontsien 16 in 't boek te brabbelen. Maer alsoo ick de misstellingen menigh-Ga naar eind16 17 mael vind verhaelt, ende UEd. veel moeites zijn zal die te richten,Ga naar eind17 18 ben overbodigh UEd. daervan te verlichten ende alles nae mijn 19 bestdunken te veranderen indien zij goedt vindt dat het geschiede 20 gelijk in 't nevensgaende staeltjen aengewesen wordt, ende voorts 21 nae de regelen die wij hier met den H. Reael, ende rechtsgeleerdeGa naar eind21 22 Hubert hebben geraemt. Niettemin als UEd. wichtigher bezig-Ga naar eind22 23 heden daeromme niet en zouden te lijden hebben, waene beter te 24 zijn, dat haer geliefde zelve te lezen de spraekkonst onlanx bij zeke-Ga naar eind24 25 ren landmeter tot Lejden ujtgegeven, ende daer nae met haer' handt 26 de verbetering te doen. T welk UEd. gevallende zoo zal ick voortsGa naar eind26 27 gaen gelijk heb aengevangen, zonder ijets in 't boek te beteren dan 28 't geen ick weet UEd. zelf verstaet te behooren. Door den H. Bras-Ga naar eind28 29 ser kan mij bequaemelijk gewerden 't antwoordt dat ick verwacht 30 van UEd. dewelcke 31 Weledele etc. 32 den almoghenden in schut ende scherm bevolen zij nevens groete 33 ende hartlijke gebiedenisse van
34 U.Ed. 35 Verplichten Dienaer, | |
[pagina 594]
| |
Jacques Wijtz (Wytz, Wits, Wyts, Wijts), sedert 1624 als sergeant-generaal-majoor een van de belangrijkste officieren van het leger (na 1629 president van de krijgsraad; overleden 25 april 1643) had een kritisch overzicht van de veldslagen uit de oude en recente geschiedenis geschreven (vgl. Brandt, Leven ed. Leendertz blz. 17). Hooft heeft deze kopij op Wytz' verzoek taalkundig gekeurd. Hij schrijft zijn indrukken. De brief moet geschreven zijn na de verschijning van Chr. van Heule's spraakkunst. Het is niet bekend of het handschrift nog bestaat; het draagt waarschijnlijk niet de naam van de schrijver. Het bevindt zich niet in het archief van het huis Amerongen bij Wytz' papieren. Wytz was een geboren Waal en misschien daardoor in zijn nieuwe Vaderland een streng purist. |
|