De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 582]
| |
246 A Monsr N. de Reigersbergh.1 Monsr
2 J'eusse bien desiré vous fajre entendre par le moijen de Monsr vostreGa naar eind2 3 frere ce qu'il fallojt esperer de l'affajre que vous scavez. Majs Monsr 4 Bikker auquel j'aij parlé plusjeursfojs, ayant trouvé bon d'en com- 5 muniquer avecques le Bourguemaistre Oetjens n'en a pû rencon-Ga naar eind5 6 trer si tost l'occasion a propos. Maintenant viensje d'apprendre de 7 luij que ledict bou<r>guemaistre est d'assez bonne volonté majs 8 en quelque peine pour la condujte. Aquoij je respondy qu'il n'estojt 9 besoin d'ij tenir d'autre chemin que celuij dont luymesme Bikker 10 m'avojt fajt ouverture, a scavojr de sonder a quoij c'est que panche 11 monseigneur le Prince, et s'il serojt servij de s'ouvrir si avant que de 12 proposer aux autres villes comme il serojt du bien commun qu'on 13 rappellast les deschassez, pour les garder de donner support a la societéGa naar eind13 14 des negoces qui se dresse en France au prejudice de cest estat, et particuliere- 15 ment de ceste ville, pourveu que sou Exe fust conviée a ce fajre par nos 16 deputez: lequels la trouvant ij estre portée je me faj fort qu'ils ne 17 faudroijent d'estre secondez d'assez bon nombre du conseil pour se 18 faire advouer vojre authorizer preallablement. Or ceste ville le 19 recherchant, et le Prince se dajgnant de le proposer aux autres en 20 termes qui sentissent aucunement son inclination, je ne faij pas 21 grand' doubte que nostre Province n'en vinst lá: et quant a la 22 vostre <je> tiens l'authorité de vous et des vostres, joint ce que leGa naar eind22 23 tresbon zele, industrie et credit de monsr Beemont ij pourront con-Ga naar eind23 24 tribuer, suffisante, pour fajre condescendre la Zelande a une resolu- 25 tion salutajre. Ce qu'estant gaigné, il est a presumer que les deputez 26 des autres Provinces ne voudront s'opiniastrer a en donner advjsGa naar eind26 27 a leurs principaux et attendre special commandement la dessus, ou 28 bien s'ils le desirent, seront pour fajre si bon office envers iceulx 29 qu'ils ne feront difficulté de se remettre en cecij sur les deux provin- 30 ces susdites. Encores en cas que tout succede a souhajt, apprehensje 31 une chose. C'est que pour les formalitez exterieures et qui ne sont de 32 l'essense de 1'affajre, lon ne voudrá, peutestre, se relascher jusques a 33 des termes et façons, qui tinssent, pour peu qu'il fust, de l'amendeGa naar eind33 34 honorable. Ce qu'arrivant, il sera de vostre prudence, Monsr et de 35 celle de celuij, auquel elle paroist tant illustre, que de passer par des- 36 sus tels accrochemens, et au lieu de pointiller, se prendre au fort du 37 fajt, lequel estant sajsij amenerá quant et soij des consequences assez, 38 pour reparer l'injure sans vengeance. Ores, Monsr Oetjens est d'ad- | |
[pagina 583]
| |
39 vjs que Monsr Bikker tache de joindre le Bourgemaistre GeelvinkGa naar eind39 40 au dessein, afin de s'en valojr a l'assemblée prochaine des estats, ou 41 c'est son tour de se trouver. Et neantmoins Monsr Oetjens s'ij trou- 42 verá aussi bien pour des autres affajres en mesme temps. Ce que 43 pourrojt grandement faciliter le negoce, principalement si Mes- 44 sieurs Bas et Bikker seront des condeputez, comm' il ij a de l'appa-Ga naar eind44 45 rence. Je me sujs advisé d'un instrument trespropre pour nous asseu-Ga naar eind45 46 rer et eschauffer l'affection de Monsr Geelvink, et mettraij peine, 47 jugeant toutesfojs qu'elle n'ij faut pas grande, pour le fajre s'em- 48 ploijer a cela: comme en tout ce qui será de vostre service, aurá 49 tousjours a bien grand honneur d'estre emploijé 50 Monsr
51 d'Amstredam, 52 ce 5.Novemb. 1626. 52 Vostre treshumble et affectionné 53 serviteur,
vertaling
Mijnheer, Ik had u gaarne door tussenkomst van mijnheer uw broer willen doen weten wat er te hopen valt van de zaak die gij kent. Maar de heer Bikker, die ik er meermalen over gesproken heb, wenste erover van gedachten te wisselen met burgemeester Oetgens en heeft daarvoor niet dadelijk een geschikte gelegenheid gevonden. Zojuist verneem ik van hem, dat genoemde burgemeester van zeer goeden wille is, maar in enige verlegenheid omtrent de te volgen weg. Waarop ik antwoordde dat er geen andere weg gevolgd hoefde te worden dan die hijzelf, Bikker, mij had aangewezen, namelijk te peilen wat de voorkeur is van Mijnheer de Prins en of het dienstig zou zijn ons zover bloot te geven, dat wij de andere steden voorhouden, dat het gemeene best vereist, de verjaagden terug te roepen, om hen ervan terug te houden de handelscompagnie te steunen, die in Frankrijk opgericht wordt ten nadele van dit land en vooral van deze stad, mits men Z.E. ertoe weet te brengen het te laten doen door onze gedeputeerden; als die bevonden dat Z.E. ervoor was, maak ik me sterk dat het hun niet zou ontbreken aan steun van een groot aantal raadsleden om bij voorbaat hun goedkeuring en zelfs hun machtiging te krijgen. Als nu deze stad ervoor is en de Prins zich verwaardigde, het voor te stellen aan de andere steden, in woorden die zijn geneigdheid enigermate lieten blijken, twijfel ik er nauwelijks aan of ons gewest gaat mee; en wat het uwe betreft houd ik het prestige van u en de uwen, met de grote toewijding en bedrevenheid van de heer van Beaumont en het vertrouwen dat hij geniet voor voldoende om Zeeland zich in een heilzaam besluit te doen schikken. Als dat bereikt is, mag men aannemen dat de gedeputeerden van de andere Provinciën niet de koppigheid zullen hebben om er bericht van te willen geven aan hun principalen | |
[pagina 584]
| |
en een speciale last hieromtrent af te wachten, of, als ze dat wel willen, bereid zullen zijn, de zaak tegenover die principalen zo aan te pakken dat die geen bezwaar zullen maken om zich hierin te richten naar de twee bovengenoemde Provinciën. Maar zelfs als alles naar wens slaagt, vrees ik één ding. Namelijk dat men, misschien, wat de uiterlijke formaliteiten betreft, die niets met de kern van de zaak te maken hebben, zich zou laten verleiden tot termen en vormen die, al is het nog zo weinig, naar een amende honorable zouden smaken. Mocht dat gebeuren, Mijnheer, dan zal het op uw beleid en de prudentie van degenen die uw prudentie zo hoog aanslaan, aankomen, over zulke wrijvingspunten heen te glijden, de kern van de zaak aan te pakken in plaats van te gaan haarkloven, hetgeen op zichzelf voldoende indruk zal maken om het letsel zonder wraak te doen genezen. Nu is de heer Oetgens van mening dat de heer Bikker moet trachten burgemeester Geelvinck voor het plan te winnen, om daar zijn voordeel mee te doen in de a.s. Statenvergadering, waar het zijn beurt is, te verschijnen. De heer Oetgens zal er ook op die tijd zijn voor andere zaken. Hetgeen de onderhandelingen zeer zou kunnen vergemakkelijken, vooral als de heren Bas en Bikker tot de medegedeputeerden behoren, zoals waarschijnlijk is. Ik heb een heel geschikt middel bedacht om ons van de genegenheid van de heer Geelvinck te verzekeren en die te versterken, en zal moeite doen, al sla ik mijn invloed niet hoog aan, dat hij zich hiervoor inzet, zoals zich zeer vereerd zal achten in alles wat van uw dienst is, zich te laten gebruiken, Mijnheer
Amsterdam 5 november 1626
Uw nederigste en toegenegen dienaar
Voortgezet overleg over de beste manier om de amnestie (vgl. 244) in de Staten van Holland aangenomen te krijgen zonder een protestbeweging onder de contra-remonstranten uit te lokken. De voorstanders zitten in hoofdzaak onder de regenten, de tegenstanders onder de door de predikanten geleide volksklasse. Vandaar het streven naar een snelle, min of meer onderhandse afdoening, zoals herhaaldelijk bij het regeren van de Republiek, die een bond van naar decentralisering strevende staatjes was, is voorgekomen. |
|