De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 567]
| |
240 Mijn Heere [-] Heere P.C. Hóóft Drossart van Muijden etc. Tot Amsteldam.1 Mijn Heer;
2 Sess oft acht dagen voor, ende vier oft vijf dagen naer ick de eereGa naar eind2 3 hadde vanden He Reael laest hier te sien, was ick koortsvrijGa naar eind3 4 gebleven, dagelix in vleisch ende bloed toenemende, sulcx mijGa naar eind4 5 doemaels dede resolveren U.E. met mijn seker besoeck te dreighen, 6 volgens den lust die mij daervan uijt mijn' sieckte heeft blijvenGa naar eind6 7 aenhangen; maer hierop is mij gisteren wederom wat hemel-vals 8 wedervaren, als wanneer ick des achternoens een niew koortskenGa naar eind8 9 aenboord gekregen ende uijtgestaen hebbe. Het welcke (soo welGa naar eind9 10 meer voor desen) aengroeijende mij alsoo lichtel van dat vermake- 11 lick opsett afkeeren mochte; Niettemin soo sich het rouwe wederGa naar eind11 12 eenichsins tot den hondsdagh stellen will, ende naer dese 13 volle maen eenichsins versachten, derve ick U E. tegensGa naar eind13 14 het midden vande aenstaende weke mijner niet vrij houden,Ga naar eind14 15 meenende in sulcken gevalle maendagh oft dijnsdagh 16 t'Amsteldam te vernachten. Stonde ick in volle gesontheit 17 van leden, ick wilde U.E. gaern op 't nauwste voorsekeringGa naar eind17 18 doen van dagh ende ure; nu gelieve U.E. dese voor de mogelixteGa naar eind18 19 waerschouwinge aen te vaerden, ende niet qualick nemen soo ickGa naar eind19 20 deselve noch van dage te dage mijne gelegentheit overschrijve,Ga naar eind20 21 konnende van nu aff niet weten wat God met mij maghGa naar eind21 22 voor hebben, maer in allen gevalle van nu aff U.E. vriendelGa naar eind22 23 noodinge voorde volle daed houdende ende daervoor blijvende 24 Mijn Heere;
25 Hage, den 6en Augti 1626. 25 U.E. dienstwste 26 C Huygens. | |
[pagina 568]
| |
Huygens zegt wegens ziekte een voorgenomen bezoek aan Hooft af. |
|