De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 569]
| |
241 Mijn Heere [-]n Heere P.C. Hóóft Drost van Muijden &c Tot Amsteldam.1 Mijn Heer;
2 Nu stell ick mij soo aen, dat ick in 't midden vande toekomendeGa naar eind2 3 weke niet alleen niet te Muijden, maer self binnen AmsteldamGa naar eind3 4 niet en derve dencken te vernachten. Gisteren hebb ick mijn' 5 niewe kortse opden tweeden aenvall soo versterckt gevoeltGa naar eind5 6 dat ickse noodelick noch een' reise ofte twee moet afwachtenGa naar eind6 7 en sien hoe verre sij mij te voren oft te rugge sal setten, Onder- 9 tuschen mach het weder wat versachten, ende ick met vriendenGa naar eind9 10 raed avonturende naer 't Leger te trecken, mijn' reise noch 11 over Amsteldam schicken, alwaer ick ten minsten d'eere 12 sal hebben van U.E. voorbij gaende te groeten, ende mondelingGa naar eind12 13 te seggen hoeseer ick ben 14 Mijn Heer;
15 's Gravenhage den 16 8en Augti 1626. 16 U.E. Dienaer ende 17 verbonden Vriend; 18 CHuygens.
19 Soo mij eenige verandering ten 20 goeden wedervaert, sal ick mij echterGa naar eind20 21 noch aen U.E. vriendelick bod houden, ende 22 deselve t'een oft t'ander stond op MuijdenGa naar eind22 23 dagen, daer ick doch stadich even begeerighGa naar eind23 24 naer blijv. | |
[pagina 570]
| |
Huygens' ziekte is verergerd, zodat hij voorlopig niet kan komen. Als hij binnenkort over Amsterdam kan reizen zal hij Hooft waarschuwen. |
|