De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 545]
| |
228 Aen Mijn Here Mijn Here Hooft Drossaert &c. tot Muiden1 Monsr & Cousin
2 Ick vinde mij vereert ende gedienstichGa naar eind2 3 tot u Ed. verbonden, dien t'belieft heeft 4 mij met zijn L beleefde schrijven vandenGa naar eind4 5 9en deses, ende desselfs aengename Werck 6 van Henricq den Grooten, soo vrundtlick 7 te verwaerdigen. De bijgevoegdeGa naar eind7 8 dancksegginge, voor t'bevorderen van t Privi- 9 legie, can ick mij niet toeeijgenen, ordelende 10 datmen in desen gevalle, zulcx ende meerderGa naar eind10 11 behoort hadde u E te gemoet te dragen, 12 gelijck ick dan geerne bij andere voorvallen 13 mij daer toe wil verplicht houden, bevelende 14 u E. Godes genadige bescherminge, ende 15 blijvende 16 Monsr & Cousin
17 Hage 13en Martij 1626 17 u Ed. gantsch dienstwe Neve 18 D v Halewijn
Dirck van Halewijn, 1580-1638, raad en schepen van Harderwijk, gedeputeerde ter Staten van Gelderland en ter Staten-Generaal, heeft in laatstgenoemde functie de verlening van het privilege, d.i. het recht van alleenuitgave gedurende zekere tijd, van Henrik de Gróte bevorderd. Als dank daarvoor heeft Hooft hem een exemplaar gestuurd. |