De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 516]
| |
217a Aen Pieter Hooft, Drost van Muijen ende Bailliu van Goijlandt.1 Eersame &c
2 Wij werden bericht, dat inden Lande van Goijlandt soude geschiet 3 sijn, ofte immers gepoocht te doen, sekere violente vercrachtinge, 4 soo aen een gehoude vrouwe als jongedochters, tot groote schandale 5 voorden ingesetenen aldaer; oock nijet tolerabel in een Landt van 6 Justitie, Ende dat evenwel de perpetranten vande voors violentie de 7 stede van Muijden ende Goijlandt frequenteren, sonder dat daer 8 tegens ijet wert gedaen ofte de Justitie bewaert. Ende alsoo wij ver-Ga naar eind8 9 staen dat de voors violentie, scherpelick gestraft, ende de eerbaeerht 10 van eerlicke vrouwen ende dochters beschermpt ende geprotecteert 11 sal worden. Soo dient dese, omme Ul. te lasten ende te beveelen, 12 datelick de voors perpetranten van violentie te verseeckeren, jegensGa naar eind12 13 dselve te procederen als het behoort, ende sulcx te doen straffen,Ga naar eind13 14 als de saecke vereijschen sal. Off souden wij tselve anders jegens Ul.Ga naar eind14 15 persoon moeten verhaelen. Ende wilt ons adverteren vant gunt Ul.Ga naar eind15 16 daer inne gedaen sult hebben.
17 Hage den ijen Augusti 1625.
Vgl. 218 en 219. |