De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 512]
| |
216 (Aan de schouten in Gooiland.)1 Eersaeme vroome besondere goede vrienden, 2 Alsoo mij te kennen is gegeven hoe dat de mennonijt oft doopsge- 3 zinde van uwen dorpe in materie van certificatie oft andere wettigheGa naar eind3 4 verklaeringen, geen ander formulier en gebrujken als bij manne 5 waerheidt oft vrouwenwaerheit, 't welk niet serieus ende ernstigh 6 genoegh en wordt gevonden; zoo heb ick UL bij deesen willen lasten 7 ende ordonneren, dat ghij voortaen deselve gezinde daer toe zultGa naar eind7 8 houden dat de verificatien ofte solemneele verklaringen bij hen te 9 doen werden geconcipieert aldus: ende heeft oft hebben verklaert bij 10 waere woorden in plaetse van eede. Welke formule tot Amsterdam 11 ende in andere steden van Hollandt wordt gepractizeert als daer zijGa naar eind11 12 selve nae hun eighen verstandt niet bij en zijn beswaert. Zal mij der-Ga naar eind12 13 halven daer toe verlaten, UL den almoghenden in schut ende schermGa naar eind13 14 bevelende.
15 Vanden Hujse te Mujden, 16 den xxen Maj a 1625.
De Doopsgezinden mogen in plaats van een eed in het vervolg niet zeggen ‘bij mannenwaarheid’ of ‘bij vrouwenwaarheid’, maar de formule moet luiden: (zie de brief). | |
[pagina *25]
| |
25 Dr. Laurens Reael
| |
[pagina *26]
| |
26 Dr. F. Fagel
|