De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 503]
| |
211 (W. van Bardenss aan P.C. Hooft.)1 Monsr mon Cousin
2 U.E aenghename schrijvens uijt Uijtrecht heb- 3 be t'huijs komende ghevonden: het andere. 2. da- 4 ghen daernaer wel bekommen. soude niet naer- 5 laeten, t' selvigghe, volgens UE vrindtlickGa naar eind5 6 begeeren, en ons voorich verspreck, naer teGa naar eind6 7 kommen, om mij datelijck t'uwaert te transpor- 8 teren, en d'eere te moghen hebben, om in soo goe- 9 de ghelegentheijt, en conversatie, met den HeerGa naar eind9 10 Generael Reael een aenvanck van kennisse 11 te maken; doch alsoo ick alle daghe van mijn 12 Procureur in den Haghe schrijven sij verwachten-Ga naar eind12 13 de, om mijn ghetuijghe van mijn Proces te re-Ga naar eind13 14 coleren; en, soot doenlick is, voor de vacantie 15 van Kersmis aenkomende, noch d'uijtspraeke 16 te verwachten, sij voor dese mael ghenootsaecktGa naar eind16 17 met dit mijn antwoort, en hertelijcke danck- 18 segghingh' voor alle aengeboden eer en vrindt- 19 schap, mijn ghedwonghen affwesen te suppleren:Ga naar eind19 20 verhopende niettemin mijn voornemen en wensche 21 in desen, in betere ghelegentheijt, te sullen vol- 22 brenghen. Ondertusschen 23 naer mijne seer dienstigghe ghebiedenisse aen U.E., 24 en den H. Generael, met wenschinghe van goede 25 ghesontheijt en voorspoet. altijts blijvende
26 Monsieur Mon Cousin.
27 van IJpensteijn. desen. 28 2. Decembris. 1624. 28 UE Dienstwilligghen 29 en gheaffectioneerden Neve 30 Willem. v. Bardenss. | |
[pagina 504]
| |
Willem van Bardenss (Baerdesen), kleinzoon van de Amsterdamse schout Willem Dircksz. Bardens over wie Hooft in het 2de boek van de Nederlandsche Historiën schrijft (1565). Waardoor Hooft een neef was, is niet gebleken. Vgl. 1317. IJpestein was een adellijk landgoed ten Z.O. van Alkmaar. Hij bedankt Hooft voor zijn uitnodiging om te komen kennismaken met L. Reael en geeft zijn redenen van verhindering op. |
|