De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

Eerste deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 501]

210 Aen Constantijn Hujghens,

1 Mijn Heere

2 Al waeren de schriften, die wij noopende de maet der Rijmen ge-² 3 wisselt hebben, van mijnder zijde met vlijt ende rijph van overleg 4 voortgebraght, zij souden sich evenwel ontsien voor den dagh te⁴ 5 koomen om staende te houden 't geen ick de voorneemste rijmers 6 sie verstooten. Nu sijnse mij met eene lossigheidt wt der penne ge-⁶ 7 vallen, zoo niet sonder hooft, zeker sonder staerdt, daer hun wel⁷ 8 eene van goede lengte passen soude, te hechten aen 't lidt, daer wij⁸ 9 't lieten. Maer t zop (gelijk men zejdt) en is de kool niet waerdt. 10 Ende eer ick daer om een harnas aentoogh tegens sulke helden 11 sondt liever t wit papier om wetten t' ontfangen, soo mij die koorts¹¹ 12 niet verlaeten wil et in aegro corde senescit. De dochter die UE¹² 13 staet om wttegeven, verseker ick mij toonbaer genoegh te zijn al en¹³ 14 geeft UE haer geen van mijne misdrachten tot mismaekte Camenier¹⁴ 15 op de hielen, om bij af te steken. Ende is daerom mijn ernstighe 16 bede, gelieve hierinne te verschoonen mij, die gaerne een tijdigher¹⁶ 17 geboorte soude ter wereldt brengen om haeren lof te zingen, zoo 18 mijn ramp ende onbequaemheidt van aerdt daer toe, geen gespan¹⁸ 19 en maekten tegens mijne geneghenheidt. Want dese, met dewelke¹⁹ 20 ick UE

21 Mijn Heere, den almoghenden in schut bevele, blijft sulke als reden 22 is te eisschen van

23 UE

24 Dienstw^en vriendt

25 P C Hóóft.

24 vanden Hujse te Muiden

25 den iij^en Novemb. 1624.

Hooft wijst Huygens' voorstel af: hij vindt zijn eigen betoog over de versmaat te weinig doordacht.

2 schriften: geschriften, schriftelijke stukken, brieven; de ... Rijmen: het metrum der gedichten.

4 evenwel: toch, nochtans; sich ... ontsien: ervoor schromen, ervoor terugschrikken; voor ... komen: in het daglicht te komen.

6 verstooten: verwerpen (Hooft was in het algemeen voorstander van grotere vrijheid in het metrum).

7 sonder hooft: zonder nadenken; sonder staerdt: (dan toch) zonder slot.

8 daer ... lieten: terwijl hun er zeker een van goede lengte passen zou, te hechten aan 't onderdeel waar wij 't bij lieten (ophielden) (Hooft vindt zijn opmerkingen onaf).

11 sondt ... papier: zou ik liever het blanco papier zenden; wetten: voorschriften; die korts: die rijmkoorts.

12 et ... senescit: ‘om met den patiënt te vergrijzen’ (Iuvenalis 7, 52). Vgl. 268; De ... wttegeven: De dochter die u op het punt staat ten huwelijk te geven, uit te huwelijken (= De dichtbundel die gij op het punt staat uit te geven, te doen verschijnen; Mnl.Wdb. utegeven 927).

13 verseker ... mij: ik ben er zeker van (dat enz.).

14 tot: als (Hellinga-Tuynman, 92 zoeken een zekere onvriendelijkheid achter deze zin; maar het is m.i. niet meer dan de gewone bescheidenheidsbetuiging: mijn slechte werk zal alleen dienen om het uwe te beter te doen uitkomen in zijn voortreffelijkheid).

16 die ... zingen: uitbr. bijzin waarin Hooft op iets anders overgaat; na het verzoek om excuus voor zijn weigering de uiteenzettingen over het metrum af te staan voor Otia, betuigt hij annex zijn spijt dat het hem thans niet lukt een lofdicht (waar Huygens niet om gevraagd had, dat doet hij pas in 214) voor de bundel te schrijven; een tijdigher geboorte: een voldragener kind (WNT tijdig 65: volgroeid, rijp).

18 mijn ramp: nl. het overlijden van zijn zoon Arnout 27 april 1624 en van zijn vrouw Christina van Erp 6 juni 1624; onbequaemheidt ... aerdt: (bescheiden) ik kan het niet, heb er niet de bekwaamheid voor (om uw lof te zingen); gespan ... genegenheidt: samenspanden, samenwerkten tegen mijn wens (om 't te doen).

19 met ... P.C. Hóóft: (genegenheid) waarmee ik u, mijn Heer, aan de almachtige in bescherming toevertrouw (aan de bescherming van de Almachtige toevertrouw), blijft een zodanige als redelijkerwijs geëist kan worden van enz. (de ondertekening heeft, verenigd met het voorz. van, functie in de bijv. bijzin).

Minuut, UBA II C II.787.
Hs. enkel vel.
Opm. in r. 9 na ‘gelijk’: drukkerssignatuur ‘Ll prima 21’.