De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 356]
| |
140 Aenden H. adt Fiscael van Hollandt etc.1 Ed. etc.
2 Uwer Ed. missive vanden 13en is mij den 16en ter 3 handt gecomen, achtervolghends dewelcke ick hier bij 4 seinde de depositie van Jan Dirxz. van Langevelt 5 ende zijnen soone Jacob Jansz. nopende 't geweldt 6 ende aggressie in haerlieder personen gecommitteert. IckGa naar eind6 7 had mijnen substitujt Aelst Backer mondeling gelast 8 ende tot meermaelen bij missive ernstelijck vermaent de 9 persoonen wonende in 't hujs bij de voors depositie 10 aengewesen inne te daeghen om te sien oft zij sou- 11 den compareren, ende comparerende vast te houden. Maer 12 heeft deselve dat evenwel naegelaeten te doen allege- 13 rende voor excuse dat het lange vacantie is geweestGa naar eind13 14 tot Naerden ende geen s heeren recht gehouden:Ga naar eind14 15 oock hem sulx afgeraeden door de pachters vandeGa naar eind15 16 waerande, als die verstonden daermede niet veel wtGa naar eind16 17 te richten en zij. Ende alhoewel ick den voorgaenden 18 last had gegeven als 't naeste voor mij om inder saeckeGa naar eind18 19 te doen, soo ben ick in der daedt van een gevoelenGa naar eind19 20 met de pachters, doch heb meer redenen misschien van 21 't mijne. Want behalven dat desen Jan Dirxz indeGa naar eind21 22 wandeling bij eenen niet al te loffelijcken naem gehe- 23 ten schipper Dop, Dopmaecker, geseidt werdt teGa naar eind23 24 wesen een infaem persoon ende (gelijck ick verstae de 25 waerheidt zij) openbaerlijck wt Haerlem gebannen; soo 26 seidt mij Aelst Backer nae der saecke door mijne ordre 27 vernomen hebbende, dat geenen vaeder ende soone woon-Ga naar eind27 28 achtigh zijn ten hujse daer zijlieden gedeposeert hebben 29 dat de soone den Vaeder om hulpe soude hebben geroepen. 30 Sulx ick niet kan sien datmen stoffe heeftGa naar eind30 31 niet alleen om te Naerden maer oock te hove ijemandt 32 te brengen tot scherp examen. Ende sonder dat kanGa naar eind32 33 UE lichtlijck verstaen watter bekent sal werden. DeGa naar eind33 34 selve Jan Dirxz. wil wel allegeren dat hij eenighe 35 meerder claerheidt soude hebben becomen nopende 36 de geene van wien hij is gequetst, wt sekeren sij- 37 nen neeve jegenwoordigh woonende te Wijck op Zee, 38 tegens dewelcke sekere waerdt van Hujsen sonder | |
[pagina 357]
| |
39 nochtans ijemandt te noemen sich ijet soude hebben 40 laeten ontvallen. Maer wat soliditejdt is doch vast aen 41 dese conjecturen van sulcken man door hooren seggenGa naar eind41 42 wt den derden mondt? Voorts seidt hij onlanx weder 43 wt sijn veldt gejaeght ende gedreight te sijn datmen 44 hem in 't hujs naghelen ende verbranden soude, doch wederomGa naar eind44 45 daer bij dat hij de personen niet en ken. Ende noch- 46 tans verstae dat sijne verclaeringe hier van bij deGa naar eind46 47 pachters genomen den Ed. Mo. HH vande Reke zij 48 overgelevert. 49 Maer soo veel aengaet de demolitie endeGa naar eind49 50 t verbranden van 't duinhujs waer van ick den 13en 51 Martij d'informatie Haeren Ed. Mo. heb toegeschickt 52 ben ick van [van] advise datmen behoort eenen ElbertGa naar eind52 53 daer inne gesuspecteert op sijn stemme ende sekere quet-Ga naar eind53 54 sujre des anderendaeghs aen zijn hoeft vernomen, mits- 55 gaeders eenen Meeuwes Ebben, die den duinmaeijer 56 's daeghs te vooren gewaerschouwt heeft ende prealleblementGa naar eind56 57 vant exploict geweten, te nemen in versekeringeGa naar eind57 58 ende te brengen tot Naerden om elx besonder t' examineren,Ga naar eind58 59 ende aldaer te slappen recht vindende bij weghe 60 van appel, persoonlijck naer den Haeghe te voeren:Ga naar eind60 61 alsoo 't delict de conijnen toucherende exemt is van 62 t privilegie om verborght te moghen worden. Doch enGa naar eind62 63 sal al dit niet toegaen sonder groote moeijlijckheidt 64 nochte t' effectueren sijn met ordinaris main forte ende 65 authoritejt. Want eerstelijck (dewijl bij daeghen geenGa naar eind65 66 middel is om die persoonen te becomen) soo soud ick veelGa naar eind66 67 te swack sijn bij nachte ende te quaelijck geassisteertGa naar eind67 68 met de schouten der dorpen die daer inne tegens haer 69 harte zouden gaen. Ende waere wel van noode ten 70 minsten dartigh man ten deel te paerde ende veel lichts, 71 alsoo 't perikel is 't geheele dorp op den halse te crijghen. 72 Ten anderen soo zullen apparentelijck die vanGa naar eind72 73 Naerden om de delinquanten onder cautie te laeten 74 wt gaen, voortscomen met seker privilegie sprekendeGa naar eind74 75 in generaele termen van 't verborghen sonder de zevenGa naar eind75 76 poincten te excipieren. Waer van ick bij ander occasieGa naar eind76 77 al van verre eens een proefken heb gesien. Sulx zij 78 haer lichtelijck mijns oordeels zouden relaxeren, tenGa naar eind78 79 zij UEd. in persoone oft yemandt anders van meerder 80 authoritejt als de mijne, present zij. Ende indien zij | |
[pagina 358]
| |
81 't hiermede soo verre brengen dat het in train vanGa naar eind81 82 proces geraecke gelijck verscheiden andere saken daerGa naar eind82 83 van ick geappelleert heb te hove blijven hangen, 84 actum est: ende en sien ick 'er nocht duinmaejer nochtGa naar eind84 85 konijnen te blijven. 'T welck wesende al 't geene daer 86 mede ick UEd. weet te dienen in desen, sal Haer 87 Ed. etc. naer reverende ende gebiedenis wenschen een geluck- 88 saeligh genoeghen in sijnen houwelijcken staet, deselve 89 Gode den almoghenden bevelende, ende in haer goede 90 gratie
91 Vanden Hujse te Mujden 92 18 Aug. 1619. 92 UEd. 93 GeheeldienstW. 94 P C Hóóft.
Hooft zendt aan de advocaat-fiscaal van het Hof van Holland twee ingewonnen getuigenissen betreffende agressie tegen de duinmeiers gepleegd, maar hij acht ze niet betrouwbaar genoeg om op grond ervan de zaak krachtig aan te pakken. Wel adviseert hij actie tegen twee verdachten in zake het verbranden van het duinhuis (vgl. 139 en de bijlage), zo nodig voor het Hof; de arrestatie is alleen met versterking mogelijk. Ook om te voorkomen dat het bestuur van Naarden de arrestanten onder borgtocht vrijlaat, is de tegenwoordigheid van de advocaat-fiscaal zelf of een andere hogere gezaghebber nodig. |
|