De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 345]
| |
134 Aen Frere van Uffelen.1 Monsr et frere
2 Op gister avondt ontfing ick UE schrijvens dien dagh 3 gedateert. Het wtsetten van gelden op gronden met conditieGa naar eind3 4 dat d'wtsetter alle jaeren sijne penningen magh intrecken, 5 contrarie den stijl der rentebrieven, is, meen ick, onlanxGa naar eind5 6 in gebrujck gecomen, ende dat Neef Wujtiers als 't selveGa naar eind6 7 bij der handt gehadt hebbende UE soude konnen berichten 8 van 't geene daer op loopt. Indien bij geval van schaede 9 (die god verhoede) dese maniere van weeskinderen goedt teGa naar eind9 10 beleggen sulx is te verantwoorden, dat de mombers bujtenGa naar eind10 11 perikel zijn, soo ben ick wel te vreden dat UE vierdujsendtGa naar eind11 12 guldens voor UE dochter wtsette tegens 6 1/4 ten hondert, voorGa naar eind12 13 een jaer, op de dertigh morghen hooftlanden van Sr vanGa naar eind13 14 Wesel, geleghen inde Wieringer Waerdt ende niet beswaertGa naar eind14 15 wesende dan met een gulden op 't morgen voor recognitieGa naar eind15 16 der Camer vande Rekeninge, waer bij moeder van Erp tweeGa naar eind16 17 dujsent guldens sal moghen voeghen soo 't haer gelieft. 18 Ende zij UE met d'uwe ende haere E met de haere, naer 19 groete ende gebiedenis gode bevolen. Vanden Hujse te 20 Mujden, den xxvijen Novemb. a 1618.
21 UE dienstwe frere 22 P C Hóóft.
Jacobus van Uffelen, ca. 1579-1640, huwde 9 februari 1616 Maria van Erp (1593-1617). Maria had bij testament dd. 3 februari 1617 voor notaris Jacob Gijsbertsen tot voogden over haar dochtertje Maria benoemd haar man, haar vader Arnout van Erp en haar zwager P.C. Hooft. Hooft geeft voor een door Jacobus van Uffelen voorgestelde belegging van aan het kind toebehorend geld zijn toestemming en bevestigt de door Van Uffelen gestipuleerde voorwaarden. |
|