De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 347]
| |
135 Aen den H Eeuwout vander Dussen Ambassr in Groot Brittanien.1 Ed. etc.
2 De promtitude waermede UEd. in 't favorizeren 3 van mijnen swaegheer Tholing mijn versoeck gepreve-Ga naar eind3 4 nieert heeft, ist dat mij animeert met soo goeden moedtGa naar eind4 5 op d'ouwde vrundschap, dat ick mij vervorderen sal UEd. 6 t' importuneren met een nieuwe molestie: Doch nietGa naar eind6 7 sonder van importante occasie te weesen gedreven.Ga naar eind7 8 Want onlanx naer UEd. vertreck is alhier geruchtGa naar eind8 9 vernomen van dat wt Groot Brittannien aen de Ho. Mo. 10 HH Staeten Gn 1 soude wesen geschreven, ten eindeGa naar eind10 11 UEd. ende HH sijne Colleghen met eenen gelast mochtenGa naar eind11 12 comen omme te besoigneren op 't stuck vande munte,Ga naar eind12 13 in 't welcke zijne Mt geneghen waere eenen eenpaerighenGa naar eind13 14 voet te raemen met dese landen. Waer bij endeGa naar eind14 15 indien men in Engelandt de specien van gelde soude 16 verstaen te evalueren op soo hooghen prijse, als de-Ga naar eind16 17 selve hier te lande cours genomen oft apparentelijckGa naar eind17 18 te nemen hebben, ick ende meest al mij naestbe-Ga naar eind18 19 staende vrienden treflijcke schaede souden geschaepenGa naar eind19 20 zijn te lijden, in een merckelijcke somme van penningen,Ga naar eind20 21 die wij ten aensien der periculen ende cleene in-Ga naar eind21 22 teressen hier vallende, derwaerts geremitteert ende aenGa naar eind22 23 verscheiden persoonen hebben wtstaen, onder directieGa naar eind23 24 van mijnen neeve Willem Jansz. Hooft, die UEd. 25 desen sal presenteren. Om welcken slagh gevoeghlijckGa naar eind25 26 te versetten, dienstigh wesende datmense een wee- 27 nigh te vooren mochte sien comen, ick UEd. wel re-Ga naar eind27 28 verentelijck wilde hebben gebeden, gelieve den voors 29 mijnen neeve op 't hooghste te houden gerecommandeert 30 voor een persoon van discretie ende serieus, ende dien- 31 volghends zijne E van dese materie te doen soodaenighe 32 openinge als eedt ende eere sullen konnen draeghen,Ga naar eind32 33 oft anderssins, in allen gevalle sulx te illumineren metGa naar eind33 34 goeden raedt, dat alle de mijne haer hier door eeuwelijck 35 moghen vinden verknoght met de gehoudenis in UEd.Ga naar eind35 36 daer ick soo diep in steecke. Waer toe mij verlaetende 37 sal God almaghtigh bidden dat zijn godlijcke zeghen | |
[pagina 348]
| |
38 Ede etc. zij over de besoignen van UEd. haer met 40 alle dienste ende eerbiedenis bevelendeGa naar eind40
41 UEd. ganschgeobligeerden dienaer 42 P C Hóóft.
Hooft wendt zich opnieuw tot E. van der Dussen, die inmiddels naar Engeland vertrokken is. Hij verzoekt hem, zijn neef Willem Jansz. Hooft te waarschuwen, indien dit gezantschap zou gaan medewerken aan een revaluatie van het pond sterling ten opzichte van de ducaat. De Nederlanders die via W. Jz. Hooft hun geld in ponden belegd hadden, zouden daardoor immers hun tegoed in ducaten zien verminderen (vgl. 167 e.v.). Uit 190 blijkt evenwel, dat Ewout en Dirck van der Dussen zich bij de Hoofts hebben aangesloten en ook geld in Engeland uitgezet. |
|