De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 343]
| |
133 Edele erntfeste Grootachtbare welwijse zeer Voorzienighe Heere Mijn Heere Eeuwout vander Dussen Ambassadeur weghen de Ho. Mo. Heeren Staeten gn 1 der Vereenighde Nederlanden aen de Cone Mt van Grootbrittanjen burgermr der Stadt Delft.1 Edele etc.
2 Harman Teuling mijner susters man verstaen heb-Ga naar eind2 3 bende de zeer honorable commissie van UEd. om wtGa naar eind3 4 naeme der Ho. Mo. Heeren Staeten gn 1 nevens an- 5 dere Heeren Gesanten te trecken aende Mt van 6 groot Brittagnen, ende begeerigh zijnde om bij soo een 7 goede gelegenhejdt dat rijcke te besichtighen, 't geen 8 hem heel jong gehuwt zijnde voor desen sijner affajren 9 thalven niet heeft connen gebeuren, is door 10 mijnen Vaeder bericht geworden vande goede kund-Ga naar eind10 11 schap ende obligatie die ick over lange aen UEd. hebGa naar eind11 12 gehadt. Ende alsoo hij voor singulier geluck soudeGa naar eind12 13 rekenen te moghen geraken onder den train van UEd.Ga naar eind13 14 om alles met beter commoditejt <te moghen> doorsien, heeftGa naar eind14 15 t dien einde van mij versocht eenighe regelen voor- 16 schrijvens aen UEd. Dewelcke ick daer over niet le-Ga naar eind16 17 digh staen kan reverentelijck te versoecken, gelieve 18 hem in desen, soo 't buiten haer ongerief geschieden 19 kan, te favoriseren. 'T Welck geschiedende, sal 't 20 optekenen bij d'andere jonsten ende vrundschappen in een 21 danckbaer gemoedt met hoope dat eens d'occasie mijne 22 geringheit sal qualificeren om alles met eenighen daet-Ga naar eind22 23 lijcken dienst t'erkennen. Ondertusschen 24 Ede etc. bid God almaghtig dat dese voijage ende al het ver-Ga naar eind24 25 tueux voornemen van UEd. gedije ter hooghster eere 26 ende contentement vande selve, in Wiens gratie ick 27 van heeler harten gebiede
28 Vanden Hujse t Mujden. 29 15 Novemb. 1618. 28 Uwer Edt 29 Ganschtoegedaenen Dienaer 30 P C Hóóft. | |
[pagina 344]
| |
Hooft's zwager Herman Teuling (Tholinx) wenst het buitengewone gezantschap dat naar de koning van Engeland zal vertrekken, te vergezellen. Op zijn verzoek schrijft Hooft een aanbevelingsbrief aan Ewoud van der Dussen, burgemeester van Delft en een der extraordinaris ambassadeurs, met wie hem oude vriendschap verbindt. |
|