De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 309]
| |
114 Aenden Fiscael N van Kinschot.1 Edele erntfeste Hooghgeleerde welwijse zeer voorsienighe 2 Heere,
3 In desen sal UEd. vinden de sententie bij de ge- 4 rechten van Naerden gepronunchieert tegens eenenGa naar eind4 5 Cornelis Jacobsz. van Eemenes in 't Sticht van 6 Wtrecht manslaghtigh inden persone van HeinrickGa naar eind6 7 Gerritsz. van Hujsen: mitsgaeders d'informatien op 't 8 fajct genomen. De redenen die (mijns achtens) schepenen 9 hebben gemoveert om den perpetrant alleenlijck in eenGa naar eind9 10 civile geldboeten te condemneren, zijn dat hij zeere 11 geirriteert ende genoeghsaem gedrongen soude wesenGa naar eind11 12 sich te verweeren, gelijck de neergeslaeghen een grootGa naar eind12 13 voorvechter in sijn leven op sijn wterste selve bekentGa naar eind13 14 ende in regard van dien verclaert soude hebben dat hijGa naar eind14 15 't hem hondertwerf over vergaf: naer wtwijsen van sekere 16 getuighenissen weghen den perpetrant belejdt.Ga naar eind16 17 Van dese mij gëexhibeert zijnde nevens advis vanGa naar eind17 18 eenighe rechtsgeleerden van Wtrecht in faveur vanden 19 selven, heb ick versocht copien maer tot noch toeGa naar eind19 20 niet becomen. Sulx het schijnt dat parthie haer wei-Ga naar eind20 21 nigh laet geleghen zijn aen verlies van tijdt. Gelieve 22 nu UEd. te adviseren <wat> hier inne te doen stae:Ga naar eind22 23 ende mij dies te verwittigen. Voorts heb ick bij dese 24 occasie hier nevens willen schicken d'informatienGa naar eind24 25 tegens Wijbrandt Jacobsz, om UEd. oft den H.Ga naar eind25 26 Procureur generael (aen wien ick mij gebiede) te dienen,Ga naar eind26 27 tegens den 17en deser op 't interinement van sijne 28 brieven van remissie. Sijne goederen sijn over langeGa naar eind28 29 ontslaeghen door dien de boete van 100 g. achtervolghendsGa naar eind29 30 t privilegie ende sententie betaelt wierden: waer vanGa naar eind30 31 ick ter Camere van Rekeninge heb verantwoordt. 32 Hiermede 33 Edele etc. sal UEd. met alle de sijne, naer groete ende dienstighe 34 gebiedenisse, den alderhooghsten bevolen laeten. 35 Vanden Hujse te Mujden nbsp; 36 den 5en Julij a 1617. 36 UEd. 37 ganschdienstwillighe 38 P C Hóóft. | |
[pagina 310]
| |
Hooft geeft de advocaat-fiscaal kennis van een zacht vonnis van de Naarder vierschaar, deelt enige omstandigheden mede en vraagt of hij appèl moet aantekenen. Hij doet ook mededelingen over een andere doodslager. |
|