De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 212]
| |
64 Aen Jr Dirck van Zuilen van Draeckenburch.1 Edele eerentfeste voorsienighe zeer discrete Heere
2 Gesien de missiven vande Ed.Mogh. Heeren gecommitteerde 3 Rajden ende sijne Ed. van Schaeghen heb ick terstondt met dien 4 van Naerden gehandelt sulx dat 5 zij wel te vreden sijn ter contemplatie van Uwe Ed.Ga naar eind5 6 ende sijne commissie gegeven aen Philips Gerritsz. datGa naar eind6 7 de selve over 't geene in't stuck vande jacht mach 8 wesen geschiedt tegens de keure wijder blijve ongemo-Ga naar eind8 9 lesteert 't welck is al tgeene de Heere U Ed. oom 10 op mij versoekt. Bidde doch Uw Ed gelieve denGa naar eind10 11 voorseiden Philips te waerschouwen dat hij sich voor- 12 taen met den naeme ende last van Uw Ed niet en trachte 13 te excuseren: aengesien bij de tolerantie van patrijs- 14 hondt te houden gelijck hij noch dede op den 24 deser, 15 niet practicabel en is d'andere ingesetene van GoeijlandtGa naar eind15 16 langer te coerceren. waer wt immers volghen soudeGa naar eind16 17 de voorighe licentie ende eindtlijck bederf vanden Velde;Ga naar eind17 18 ten cleenen dienst van U Ed. tot de welcke ick mij ge-Ga naar eind18 19 draeghe in desen, haer laetende 20 Hiermede 21 Edele eerentfeste voorsienighe zeer discrete Heere 22 naer mijne dienstighe gebiedenissen Gode den almach- 23 tighen in genaeden bevolen. Geschreven op den Hujse te Mujden 24 den 27en Martij a 1614.
25 Uw Eds 26 Geheeldienstwillighe 27 P C Hóóft.
Hooft schrijft Jr van Zuylen in dezelfde geest: men zal zijn jachtopziener niet verder vervolgen, maar de heer van Zuylen dient hem voor herhaling te waarschuwen, om goede redenen, vgl. 62, 63. |
|