De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 194]
| |
53 Opschrift.
| |
[pagina 195]
| |
34 God in gelucksalighe regeringe genaedelijck behoede. Geschreven 35 op den Hujse te Mujden, den xvijen Augusti a 1613. 36 Uwer Ed.Mogh. 37 Geheel dienstwillighe 38 P C Hóóft.
Er bestonden in Holland twee colleges van Gecommitteerde Raden: een afzonderlijk voor West-Friesland en het Noorderkwartier. Een burger van Weesp is door een deurwaarder van dit college op hun bevel, op verzoek van de schout van Hoorn, gedagvaard. Dit is gebeurd met voorbijgaan van de schout van Weesp, Hooft's vertegenwoordiger in die stad, en met schending van het us de non evocando. Daar dit een inbreuk op Hooft's recht en op de privileges van de steden is, verzoekt Hooft genoemde Gecommitteerde Raden, de schout van Hoorn ertoe te brengen, de juiste weg te volgen. In dat geval zal Weesp in alle opzichten medewerken, terwijl het zich bij de thans gevolgde procedure tegen de uitvoering van een vonnis zou verzetten. |
|