De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

Eerste deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 104]

13 All' Ill.^re S.^re e P.^rone mio Oss.^mo Il S.^re Piero Hooft in Amsterdam

(Hooft: Ricevuta adi 25 di decemb 1608.)

1 Ill.^re S.^re e P.^rone mio Oss.^mo

2 le lettere di V.S. mi paiono troppo rare per lo desiderio ch'io ne ho, 3 perciò la supplico di volerci communicare le sue consolationi con 4 maggiore liberalità, per via di M^r Aersens che quella d'Anversa mi 5 par' men sicura et fuor' di raggione eccessivamente cara, V.S. 6 haverà ricevuto per detto mezzo del S.^r Aersens i duoi libretti le ho mandati 7 di Madamigella di Gournaij, subito che haverò un pò più 8 di quiete vedrò di mandarle sempre qualche galanteria, io vivo con 9 desiderio et maraviglia estrema per intendere qualche nuova di quel 10 benedetto Van Uffel in materia delle mie casse di libri gli quali egli 11 ha ricevuto di Vinezia et di Livorno per conto mio senza che mai io 12 habbi potuto intendere nuova alcuna di quell'huomo ancor' ch'io 13 gli habbia iscritto più volte per questo et che d'Italia et per mezzo di 14 V.S. et del S.^r Niquet com'io credo sia stato sollecitato di mandarmi 15 dette casse à Roano al S.^r Henri de Beaulieu à chi il S.^r Niquet ha 16 finalmente mandato la sua, di grazia V.S. sappi che cosa si vuol dire 17 quell'huomo et se si può facci sì, che'egli m'invij in giorno le cose 18 mie, le quali mi fanno molto di bisogno. Aspetto poi d'intendere 19 da V.S. s'ella haverà trovato persona intendente, sollecita, et fida à chi 20 io possa mandare la mia procura et una copia authentica del debito 21 del Baudio. Quando il S.^r Cugino di V.S. ò qualche altro suo amico 22 verrà in queste bande, vedrò di servirli in quanto mi fia possibile, le 23 baccio la mano augurando e desiandole ogni bene.

24 di V.S. Ill.^re

25 Devot.^mo servit.^e

26 G. Badovere

27 Parigi alli 21 di Novembre 1608

nbsp;

28 Ho ricevuto la cassa d'i libri che m'ha mandato il S.^r Niquet et 29 perche molti libri et altre cosette vi sono smarrite gli scrivo acciò 30 vegga di radunare et rimandarmele quanto prima, di grazia V.S. 31 glielo raccordi et lo aggiuti se occorresse in ciò che ne le restarò con 32 obligo particolare e mi scusi della briga. La supplico poi d'inviare 33 l'aggionta per francoforte, non per mezzo del S.^r Nicquet, le cui

[p. 105]

34 lettere V.S. mi favorirà di mandare colle sue per via di M^r Aersens.

vertaling

Zozeer verlang ik naar U.E.'s brieven dat zij mij al te zeldzaam voorkomen, dus bid ik U mij Uw vertroostingen met grotere vrijgevigheid te doen toekomen door tussenkomst van mijnheer Aersens, want de weg over Antwerpen lijkt mij minder veilig en razend, buitensporig duur. U.E. heeft zeker langs de genoemde weg over de heer Aersens de twee boekjes van Mad^elle de Gournaij gekregen, die ik U gezonden heb. Zodra ik wat meer rust heb, zal ik proberen U het een of andere bijzondere geschenk te sturen, ik leef met de wens en vurigste verwachting iets nieuws te horen van die brave Van Uffel, over de kisten van mij met boeken die hij voor mij uit Venetië en Livorno heeft gekregen, zonder dat ik ooit iets van die vent gehoord heb, ofschoon ik hem meermalen daarover geschreven heb en ofschoon men uit Italië, en door U.E., en door Mijnheer Niquet, naar ik meen, bij hem heeft aangedrongen die kisten van mij naar Rouaan te zenden aan Mijnheer Henri de Beaulieu, aan wie Mijnheer Niquet de zijne eindelijk heeft gezonden. Zou U.E. misschien zo goed willen zijn, na te gaan wat die man zegt, en, als het kan, hem daartoe te brengen dat hij mijn dingen stuurt, die ik zeer nodig heb. Verder hoop ik van U.E. te horen, of U een kundige, ijverige en betrouwbare persoon heeft gevonden aan wie ik mijn volmacht en een authentiek afschrift van de schuldbrief van Baudius kan laten zenden.

Wanneer Mijnheer de neef van U.E. of een andere vriend van U hier te lande komt, zal ik trachten hem van dienst te zijn zoveel ik kan. Ik kus U de hand en wens U alle geluk. Enz.

Parijs 21 Nov. 1608.

Ik heb de boekenkist ontvangen die Mijnheer Niquet mij gezonden heeft en omdat vele boeken en andere dingetjes verloren geraakt zijn, schrijf ik hem, opdat hij probeert ze terug te vinden en ze mij zo vlug mogelijk te zenden. U.E. kan hem misschien daaraan herinneren en hem helpen, als dat nodig mocht zijn en ik zal U zeer verplicht blijven en vergeeft U mij de moeite. Verder verzoek ik U, mij het ontbrekende via Frankfort te zenden, niet door Mijnheer Niquet, wiens brieven U.E. zo goed zal zijn met de Uwe via Mijnheer Aersens te sturen.

Vervolg op 10.

Origineel. KA CLXXI a^c 23.