De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

Eerste deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 94]

9 A Monsieur Monsieur Pierre Hooft En Amsterdam.

1 Monsieur,

2 attendant que vous me fassiés cest honneur que de m'emploijer, 3 durant V^re absence, en la personne de vos amis, J'aij voulu 4 importuner le S^r Fregheo Gentilhomme Genois porteur de la 5 presente de la vous faire tenir à ce qu'il aijt occasion de vous veoir 6 et que par ces moijens vous veniés à iouijr des excellents discours et 7 occupations que la fertilité et singularité de son bel esprit produict à 8 toutes heures sachant combien vous estimerés les rares qualités qui 9 reluijsent en luij et pour elles mesmes et pour l'ancien service que ie 10 luij aij voué et tousiours continué depuis que i'eus l'honneur de le 11 congnoistre ès estudes à Padoue, et particulierement pour le bon 12 effect qu'elles ont produit en moij me rendant la veue laquelle sans 13 son moijen ie m'en alloy perdre, m'asseurant doncques que vous 14 serés touts deux bien aijses de vous congnoistre et que vous me 15 vouldrès obliger assistant ce singulier personnage et mien ami 16 particulier en ce que vous pourrés Je vous baise treshumblement les 17 mains et demeure à iamais Monsieur

18 à Paris le 16 de Mars 1608

19 V^re tresdevot et

20 obligé serviteur

21 J. Badovere

[p. 95]

vertaling

In afwachting dat u mij de eer bewijst, mij, zolang u er zelf niet bij bent, voor uw vrienden te laten zorgen, heb ik de Heer Fregheo, een edelman uit Genua, brenger dezes, de dienst gevraagd om hem u te doen toekomen, opdat hij gelegenheid krijgt u te bezoeken en u hierdoor kunt genieten van zijn welsprekendheid en van de voortreffelijke invloed die te allen tijde van zijn bel-esprit uitgaat. Daar ik weet hoezeer u de zeldzame kwaliteiten op prijs zult stellen die in hem schitteren, zowel om hunszelfs wil als om de oude hoogachting die ik altijd voor hem gekoesterd heb sedert ik de eer had hem te leren kennen als student te Padue, en vooral om de goede uitwerking die zijn kunde op mij gehad heeft door mij het gezicht terug te geven dat ik zonder zijn tussenkomst ging verliezen. Ik ben daarom overtuigd dat gij het beiden prettig zult vinden elkander te leren kennen en dat u mij wilt verplichten door deze uitzonderlijke man, mijn speciale vriend, bij te staan zo goed u kunt. Ik kus u zeer nederig de handen en verblijve enz.

Parijs 16 maart 1608.

Aanbevelingsbrief.

De eerste helft van de eerste zin hebben wij aarzelend vertaald, steunend op de terugkerende aanbiedingen van de schrijver, te Parijs als gastheer voor Hooft's vrienden of verwanten op te treden (10 en 14).

Origineel. KA CLXXI a^c 20.