De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 91]
| |
8 All' Ill.re S.re e P.rone mio Oss.mo Il S. Pietro Hooft In Amsterdam(Hooft: Ontfaen 1 Januario 1608)
1 Ill.re S.re e P.rone mio Oss.mo
2 Vengo arrivato d'Italia in questa città di Parigi, et comminciando 3 à rihavermi un poco d'una malatia di 15 mesi ch'ancor' mi possede 4 à fare la riverenza à v.s. pregandola d'amarmi sicome io l'honorarò 5 sempre et di mandarmi ampiamente delle sue nuove si come 6 l'avvisarò delle mie subito che la disposizione me lo comportarà, la 7 prego di dirmi che cosa s'è fatto di quei libri ch'ella mi comprò et 8 mi mandò un pezzo fà, la lista di tutti quei che si trovano in eo 9 genere, et di altri in materia, di stato, di mercanzia, di navigare, di 10 guerra, delle aque, d'ingegni mechanichi et altre cose utili et 11 curiose, et mi commandi in contracambio et qui et altrove ove mi 12 possa, alla libera, la supplico poi di salutare da parte mia 13 quell'amico suo dove v.s. mi menò come io ero in Amsterdam Et 14 di volermi avvisare quello la saprà d'i secreti militari, trà gli altri di 15 quello per fare che molti huomini et non rinchiusi in nissun' 16 instromento ò nave possano caminare et stare longo tempo nelGa naar eind16 17 fondo dell'aqua. Et poi particolarmente tutto quelle v.s. saprà et 18 potrà imparare dello stato et d'i beni et facoltà del S.r Dominico 19 Baudio lettor' delle historie nell' Academia di Leijden, di grazia v.s.Ga naar eind19 20 lo facci accuratamente et secretamente et quanto prima potrà me 21 n'avvisi con ogni particolarità avvisandomi insieme che strada la 22 giudica ch'io habbi da tenere per rimborsarmi di più di ottocento 23 scudi che detto Baudio mi deve gran tempo fà, che se V.S. gli è 24 forse particolar' amico anch'io gliel sono et antico come si può ben 25 giudicar da quello imprestito ch'io gli ho fatto, ne desidero di 26 travagliarlo in modo alcuno ma solo di rihaver' il mio, del quale ho 27 per il presente gran bisogno, per la strada più facile à detto Baudio 28 et più pronta et utile per me, però V.S. non gli facci motto di niente 29 dî grazia, ne io gli scriverò sopra questo particolarmente fin ch'io 30 non habbi ricevuto la risposta di V.S. alla quale baccio con tutto 'l 31 cuore le mani et al S.r Giacometto et mi rimango in perpetuo 32 Di V.S. Ill.re 33 Devot.mo et oblig.mo ser.re 34 G. Badovere 35 di Parigi alli 10 di Dec: 1607. | |
[pagina 92]
| |
Quando V.S. mi vorrà indirizzare qualch'uno d'i suoi amici, massimamente di quei ch'ella sà che l'humor mi piace, la mi farà singolarissimo favore, et sapranno sempre delle mie nuove ò in Casa di M.r du Cerceau Architecte du Roij aux fauxbourgs St Germain en la rue des Coulombiers ò à l'insegna della città d'Anversa nella strada di S. Denis, mi risponda V.S. nella lingua che più piacerà.
Illre mio S.re e P.rone Col.mo m' è stato detto che thomas dormens vostro marinaro per sorte potria ritrovarsi ancora havere di quello tanto da me bramato liquore. caro P.rone V.S. se n'informi ed operi conforme alla sua gentilezza ed amicitia nostra quello mai potrassi, le baccio devoto la mano.
G. Badovere
vertaling
Juist aangekomen uit Italië in deze stad Parijs en enigszins hersteld van een ziekte van 15 maanden, die mij nog steeds in haar macht heeft, kom ik ertoe, U.E. mijn eerbied te betuigen en te verzoeken, mij in genegenheid te gedenken zoals ik U altijd doen zal, en mij alle nieuws van U te zenden, zoals ik U het mijne zal zenden, zodra mijn gezondheid het mij toestaat. Wees zo goed mij te zeggen, wat er gebeurd is met die boeken, die U voor mij gekocht heeft, en U heeft mij al een hele tijd geleden een lijst toegezonden van alle boeken die er zijn op dit gebied, en van andere op het gebied van staat, handel, scheepvaart, oorlog, water, werktuigkunde en andere nuttige en merkwaardige dingen en U kunt mij als wederdienst, zowel hier als elders, wanneer ik maar kan, alles vrijelijk vragen. Verder verzoek ik U die vriend van U van mij te groeten, die ik met U.E. bezocht heb toen ik in Amsterdam was, en mij te willen berichten wat U weet van militaire geheimen, o.a. om te maken dat verscheidene mensen, niet opgesloten in een of ander werktuig of schip, onder water lang kunnen lopen en daar verblijven, en verder a.u.b. alles wat U.E. weet of zal kunnen te weten komen over staat, goederen en vermogen van de Heer Dominicus Baudius, lector in de geschiedenis aan de Academie van Leiden. U.E. zou dat nauwkeurig en heimelijk moeten doen en mij zo snel mogelijk in alle bijzonderheden bericht geven en tegelijkertijd kunt U mij misschien raden, welke weg ik moet bewandelen om mij de meer dan 800 schilden te doen terugbetalen die genoemde Baudius mij sinds geruime tijd schuldig is. Als U.E. soms een goede vriend van hem is, dat ben ik ook, en al lang, zoals U kunt begrijpen uit die lening die ik hem heb gegeven, ik wil hem | |
[pagina 93]
| |
op geen enkele manier lastig vallen, maar alleen het mijne terugkrijgen, dat ik nu erg nodig heb, langs de gemakkelijkste weg voor Baudius, en de snelste en voordeligste voor mij, maar ik verzoek U.E. hem daarover geen woord te zeggen, en ik zal hem er ook niets bijzonders over schrijven tot ik een antwoord van U.E. heb gekregen, ik kus U en de Heer Giacometto van ganser harte de handen en verblijf voor altijd, enz.
Parijs 10 december 1607.
Als U.E. een van Uw vrienden naar mij toe zendt, vooral diegenen wier aard mij bevalt, zult U mij een zeer uitzonderlijke dienst bewijzen; ze kunnen over mij altijd iets vernemen of bij M. du Cerceau Architecte du Roij aux fauxbourgs St Germain en la rue des Coulombiers of waar de Stad Antwerpen uithangt in de rue St Denis. U.E. kunt mij antwoorden in de taal die U verkiest.
Mijn Heer, Men heeft mij gezegd dat Thomas dormens, Uw schipper, toevallig nog van die likeur zou kunnen hebben waar ik zo dol op ben. Waarde Heer, zou U.E. daarnaar willen informeren en doen wat U kunt, in overeenstemming met Uw vriendelijkheid en onze vriendschap. Ik kus U eerbiedig de hand.
J. Badovere.
Blijkens r. 13 heeft Badovere Hooft in Amsterdam opgezocht tussen januari 1603 (vgl. 6) en zijn ziekte, die, als zijn opgave nauwkeurig is, in september 1606 begonnen was. In dezelfde periode valt zijn overgang tot de R.K. Kerk. Zijn vragen gelden nu niet meer de libertijnen, maar de uitvindingen en de economie; de genoemde boeken vereisen geen camouflage meer, de aanbiedingen van en verzoeken om goede diensten hebben meer reële inhoud. Motief tot schrijven lijkt niet meer het intellectuele verkeer, maar de bruikbaarheid van Hooft als invorderaar van de schuld van Baudius en bevorderaar van verzending van goederen. |
|