Geeraerdt van Velsen. Baeto, of oorsprong der Hollanderen
(2005)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |
Derde bedrijf
baeto, Burgerhart, Luidewijk, Rycheldin
baeto
Men ga 't gevangen wild de koningin vereren.Ga naar voetnoot677
Vergist de zon zich niet, zo was 't hoog tijd te keren.Ga naar voetnoot678
burgerhart
Hij nijgt naar 's aardrijks kim geheellijk het aanschijn.Ga naar voetnoot679
luidewijk
680[regelnummer]
Veel later diend' het niet.Ga naar voetnoot680
rycheldin
Mijn heer die zal daar zijn.
En hoor ik geen geluid en 't blaffen van de honden?
Welkom, mijn heer.
baeto
En gij, mevrouwe, welgevonden.Ga naar voetnoot682
rycheldin
Is 't niet te lang getoefd? De zevenst' uur, gezetGa naar voetnoot683
om ons te vinden op het koninklijk banket,Ga naar voetnoot684
685[regelnummer]
is al voorbij.Ga naar voetnoot685
baeto
'k Geloof 't. Maar die de jacht beminnen,
zij stellen in het veld te werrek hunne zinnenGa naar voetnoot686
met zulk een ijver en zo onvermoeibr' een vlijt,
dat hun de tijd ontbreekt om letten op den tijd.
Vergeeft deez' misdaad aan de hete lust van 't jagen.Ga naar voetnoot689
| |
[pagina 156]
| |
rycheldin
690[regelnummer]
De koningin is 't, die ik duchte te mishagen,Ga naar voetnoot690
die ernstig dat men op het uur past', had begeerd.Ga naar voetnoot691
baeto
Wij hebben met de vangst Haar' Majesteit vereerd.
rycheldin
Zij mij met dit toppet en ingekaste stenen,Ga naar voetnoot693
U met dien hoed en pluim, teneind dat wij verschenenGa naar voetnoot694
695[regelnummer]
met deez' schenkaadjen, haar ter eren, op het feest.Ga naar voetnoot695
baeto
Voorwaar, mijn gift is deez' zeer ongelijk geweest.Ga naar voetnoot696
Dit goud is hier te land zo konstig niet gedreven.Ga naar voetnoot697
rycheldin
De sluier aan 't toppet is ook uitheems geweven.Ga naar voetnoot698
baeto
Dit zal t' erkennen staan altoos met daad en dank.Ga naar voetnoot699
rycheldin
700[regelnummer]
't Is over tijd te gaan. Doch van den frissen drankGa naar voetnoot700
gelief mijn here, tot verkwikking, eerst te proeven.
baeto, Rycheldin, Luidewijk, Burgerhart, Ot
ot
Genadigst' heer, mevrouw verveelt het lang vertoeven,Ga naar voetnoot702
en schikt mij herwaarts om te porren uw vertrek.Ga naar voetnoot703
baeto
Men drinkt eens, jonker, meer is aan ons geen gebrek.Ga naar voetnoot704
| |
[pagina 157]
| |
ot
705[regelnummer]
Totdat mijn' heren gaan, zal ik mij hier onthouwen.Ga naar voetnoot705
baeto
Neef Luidewijk, geluk!Ga naar voetnoot706
rycheldin
Zijt bij der hand jonkvrouwen.
luidewijk
Ik dank mijn heer op 't hoogst.Ga naar voetnoot707
rycheldin
Ach, brand in mijn perruik!
burgerhart
Wa..., water joffren.
baeto
luidewijk
Ras, les 't maar met de kruik.
baeto
Staat af.Ga naar voetnoot709
rycheldin
Ai mij!
burgerhart
Zij sterft.
baeto
Houdt. Niemand en besmette
710[regelnummer]
zich met d' heilloze schuld eens anders, en verzetteGa naar voetnoot710
zich tegen 's Hemels wil. Dewijl Die kondigt afGa naar voetnoot711
haar zware zond', laat Hem geworden met de straf.Ga naar voetnoot712
Van boven komt de plaag. Der Goden recht te storen,Ga naar voetnoot713
waar alle moeiten en nog Hun genâ verloren.Ga naar voetnoot714
715[regelnummer]
O, al te blind verstand! Waar heb ik op vertrouwd?
O, loogrijk mensenhart, wat zijt gij loos gebouwd,Ga naar voetnoot716
| |
[pagina 158]
| |
vol achterwinklen en verborgene vertrekken,Ga naar voetnoot717
om uw ontoonbre kwâ gezindheên te bedekken!Ga naar voetnoot718
De lieve Rycheldin, geweest lief, ook niet - geenGa naar voetnoot719
720[regelnummer]
liefd' droeg ik haar ooit toe, maar zulk een die zij scheen -
heeft nu op vroomheids proef bestaan zo vele jarenGa naar voetnoot721
en geen genegentheên in hare borst en warenGa naar voetnoot722
mij, waand' ik, onbekend. Nu komt des Hemels slag,Ga naar voetnoot723
beschuldigt en verdoemt, en wreekt op enen dag.Ga naar voetnoot724
725[regelnummer]
Acht echter nu geen trouw zo trouw in man of vrouwe,Ga naar voetnoot725
dat, zonder ommezien, uw hart daar op betrouwe.Ga naar voetnoot726
Onwetend handhaafd' ik een goddeloos bestaan.Ga naar voetnoot727
Indien zij zonder klad door 't leven waar' gegaanGa naar voetnoot728
en haar gedachten nooit de valsheid lief en hadden,Ga naar voetnoot729
730[regelnummer]
zij zou haar dood niet met meinedigheid bekladden.Ga naar voetnoot730
burgerhart
De geest is henen.Ga naar voetnoot731
luidewijk
Ach, 't is met haar al gedaan!
burgerhart
Daar brandt de vederbos en niemand steekt hem aan!
luidewijk
Wat wonderheên zijn deez'?Ga naar voetnoot733
burgerhart
O Goden, wilt de zielen
van 't koninklijk geslacht niet t' enemaal vernielen.Ga naar voetnoot734
735[regelnummer]
Hier houd' de wrake stal.Ga naar voetnoot735
| |
[pagina 159]
| |
baeto
Heeft de drievoude punt
des fellen bliksems het op mijn hoofd ook gemunt?
O Goôn, waar loog ik U, dat Gij mij dus komt dreigen?Ga naar voetnoot737
Is 't hart zo duister, dat ik niet zie in mijn eigenGa naar voetnoot738
de schuld die 'r schuilen mag? Of heb ik mijn gedacht,Ga naar voetnoot739
740[regelnummer]
in 't zweren van den eed, niet zuiverlijk gewachtGa naar voetnoot740
voor argen inval, die de Goden mocht vergrammen?Ga naar voetnoot741
Indien ik schuld heb, komt nog, slaat mij, 's Hemels vlammen,Ga naar voetnoot742
mij en niet dezen hoed. Maar neen, ik zie niets misGa naar voetnoot743
in mijn geweten zelf, dat hier onscheldbaar is.Ga naar voetnoot744
745[regelnummer]
Ik was nochtans gemeend. Verdelgt men zo de braven?Ga naar voetnoot745
'k Bevroê wat er af is. Ha, moorddadige gaven!Ga naar voetnoot746
Al wat der koningin was, momplend, nagezeid,Ga naar voetnoot747
heb ik gestadelijk met ijver wederleid,
zolang zij bitter viel. Nu dwingen mij haar jonsten,Ga naar voetnoot749
750[regelnummer]
verhonigd met venijn op de Finlandse konsten,
het kwaadste te vermoên. Niet langer kan 't gemoed,Ga naar voetnoot751
dewijl 't het boost' gevoelt, zich 't beste maken vroed.
Weet, van zijn oorsprong af tot waar hij 't haar gaat dopen,Ga naar voetnoot753
de zon iets mijns gelijk in onspoed te belopen?
755[regelnummer]
Of is de dag, sinds hij bezweven kwam de locht,Ga naar voetnoot755
ontzuiverd met een stuk dat hierbij halen mocht?
| |
[pagina 160]
| |
Daar leit, daar leit verdelgd door des beveinsden haats lagen,Ga naar voetnoot757
zij die aan argelist nooit stem gaf in haar raadslagen.Ga naar voetnoot758
D' onnozele, d' oprechte, d' onbevlekte deugdGa naar voetnoot759
760[regelnummer]
leit daar geworpen neer in 't bloeiendst van haar jeugd
en ziet zich onverziens met hels bedrog verrassen,Ga naar voetnoot761
nu zij zou zien, tot steun des rijks, de vrucht opwassenGa naar voetnoot762
uit hare borsten, die zijn lijftocht onlangs zoop.
O blinde zorgen! O kwâgissingmakend' hoop!Ga naar voetnoot764
765[regelnummer]
Had gij 't hier naar gemaakt, dat u niet wordt gegeven,Ga naar voetnoot765
o klare spiegel van getrouwheid, te beleven
dat ons gemene weeld', uw zoontjen, over wien
zozeer hangt 's volleks hart, met deugd en daad, verdien'
deez' overgeven goê genegenheid der Catten,
770[regelnummer]
waarmee z' hem, als een kind van de gemeent', omvatten?
Wat meer is - ai mij, o verfoeide snoodheid van 'tGa naar voetnoot771
rampzalig luk, 't welk met den afgrond samenspantGa naar voetnoot772
en dient hem schoner dan hij wenst, en feller krenkenGa naar voetnoot773
komt, als de toveres heeft weten te bedenken,Ga naar voetnoot774
775[regelnummer]
wien ras eindende pijn voldeed - mij wordt het graf,Ga naar voetnoot775
mij wordt de dood benijd, mij spaart men voor de straf,Ga naar voetnoot776
opdat zij ommespring' met mij van lieverlede,Ga naar voetnoot777
opdat ik de heilloze konsten bijstand dede,Ga naar voetnoot778
| |
[pagina 161]
| |
opdat ik ontrouw werd door trouws te groot een minGa naar voetnoot779
780[regelnummer]
in spijt mijns harten wreed en schellems tegens zin,
en in den dood verliet de deugdzaamheid verheven,
voor wie ik vaardig staan moest om te laten 't leven.
Is dit, fortuin, het spel waar gij uw lust mee boet?Ga naar voetnoot783
De bitste bitterheid is die u 't zoetste zoet?Ga naar voetnoot784
785[regelnummer]
O mijn verloren troost, ten reukelozen wangenGa naar voetnoot785
spoog ik scheldwoorden uit en lasterde de gangenGa naar voetnoot786
van uw gemoed, dat nooit een scheven weg insloeg.Ga naar voetnoot787
Schuld ken ik veel te laat, schuld gaf ik veel te vroeg.Ga naar voetnoot788
Thans willen wagen van deez' grouwel alle talen.Ga naar voetnoot789
790[regelnummer]
En waar men 's ramps gedenkt, daar zal men mij ophalenGa naar voetnoot790
als medestander in d' oorzaken van uw smart,Ga naar voetnoot791
gelijk een zuipbloed, wien nooit jammer roerde 't hart.Ga naar voetnoot792
Wat zal ik zeggen: Goôn, aanschouwt dit uit den hogen?
Of, keert Uw aanschijn af en sluit al 's hemels ogenGa naar voetnoot794
795[regelnummer]
voor 't derelijk toneel van 't weergaloze leid,Ga naar voetnoot795
en schendt Uw lichten niet aan deez' afgrijslijkheid?Ga naar voetnoot796
Maar gij, mijn lief, indien de ziel, des lijfs ontslegen,Ga naar voetnoot797
wat wezens heeft van ons en zij zich mag belegenGa naar voetnoot798
om nederwaarts te zien en acht slaan op hetgeen
800[regelnummer]
dat van het aards geslacht met ijver wordt gebeên,Ga naar voetnoot800
| |
[pagina 162]
| |
u bid, u bid ik, gij wilt mij de schuld vergeven
van 't godloos kwaad, door mijn godvruchtigheid bedreven;Ga naar voetnoot802
ik zag voor 's Hemels straf des hels verwoedheid aan.Ga naar voetnoot803
Zo wonderteken liegt, waar zullen wij op staan?Ga naar voetnoot804
luidewijk
805[regelnummer]
Mijn here, waar is uw manhaftigheid gebleven?Ga naar voetnoot805
De zinneloze rouw dus, dus veel, toe te geven,Ga naar voetnoot806
waarmee men niets en wint, is immers geen bescheid.
baeto
Rouw zonder eind wordt van de tijd mij opgeleid.Ga naar voetnoot808
burgerhart
De tijd, in groot gevaar, eist zorge van de vromen.Ga naar voetnoot809
baeto
810[regelnummer]
Hij zorg' die hoopt of vreest, dat ben ik overkomen.Ga naar voetnoot810
luidewijk
In nood is uw persoon.Ga naar voetnoot811
burgerhart
Gewislijk is z' er in.
baeto
Daar mag 't niet kwader mee, die stierf met Rycheldin.Ga naar voetnoot812
luidewijk
Die is, mijn here, nog voor een goed deel in 't leven.
baeto
Helaas, daar leit het lijk en heeft den geest gegeven.
luidewijk
815[regelnummer]
Zij leeft in uwen zoon, haar enig overschot.Ga naar voetnoot815
baeto
Ach al te jonge wees, een monber strekk' u God.Ga naar voetnoot816
| |
[pagina 163]
| |
burgerhart
God wil, en 't is uw plicht, dat gij hem, heer, verdadigt.Ga naar voetnoot817
baeto
De toveres zal met twee zielen zijn verzadigd.
burgerhart
De wrede bloeddorst wordt door 't zuipen niet geslist.Ga naar voetnoot819
luidewijk
820[regelnummer]
't Geweld zal uiten 'tgeen tekortkwam aan de list.Ga naar voetnoot820
baeto
O Goden, zou z' er meer gemeend zijn te verdelgen?Ga naar voetnoot821
burgerhart
Al wat zich dezes heeft te klagen of te belgen.Ga naar voetnoot822
luidewijk
Een hart dat tocht naar 't rijk heeft onlijdzame jacht.Ga naar voetnoot823
baeto
Wie woelt er om?Ga naar voetnoot824
burgerhart
Doorgaans de naast' die 't niet verwacht.
baeto
825[regelnummer]
Zij die de krone draagt en hoeft ze niet te werven.Ga naar voetnoot825
luidewijk
De staatzucht strekt zich uit tot d' allerachterst' erven.Ga naar voetnoot826
baeto
Om wettig oir te zien zij niet veel hoops en zag.Ga naar voetnoot827
burgerhart
Wie heerst, die hoopt en doet om oir meer dan hij mag.Ga naar voetnoot828
baeto
Het onderwindt de mans, de stilte past de vrouwen.Ga naar voetnoot829
| |
[pagina 164]
| |
luidewijk
830[regelnummer]
't Is een moeiziek geslacht, dat kwalijk rust kan houwen.Ga naar voetnoot830
burgerhart
Ontdekte schelmerij zoekt heil aan stout bestaan.Ga naar voetnoot831
luidewijk
Laat u gezeggen, heer, en schiet het harnas aan,Ga naar voetnoot832
en wapen uw gezin, eer dat zij ons verrassen.Ga naar voetnoot833
baeto
Ik volg u. Ieder schikk' op zijn geweer te passen.Ga naar voetnoot834
luidewijk
835[regelnummer]
Fluks, wapent mannen, fluks, eer dat de vijand kom'.Ga naar voetnoot835
burgerhart
'k Ga zetten schildwacht uit en sluiten 't hof rondom.Ga naar voetnoot836
luidewijk
Ik onderzoeken of ook enig' andre lagenGa naar voetnoot837
hierbinnen schuilen nog.Ga naar voetnoot838
ot
En ik dit overdragen.
penta
Balsturige geluk, wat batser tegenspoed!Ga naar voetnoot839
840[regelnummer]
Wat ramp weerspannig is dit, die zo spijtig doetGa naar voetnoot840
mijn konsten hoon op hoon? 't Uur is alreeds verlopenGa naar voetnoot841
en niemand is nog hier. Hoe duur zal ik bekopen
den aanslag, bijaldien zij t' ontijd is ontdekt!Ga naar voetnoot843
Misschien is 't dat alreeds mijn vijand herwaarts trekt,Ga naar voetnoot844
| |
[pagina 165]
| |
845[regelnummer]
om, eer ik 's konings oor gewin, mij t' overstelpen.Ga naar voetnoot845
Kan alle d' afgrond met zijn boosheid bet niet helpen?Ga naar voetnoot846
Of raas ik?Ga naar voetnoot847
penta, Ot
penta
Jonker Ot. Hier. Herwaarts. Wat voor mie?
ot
Van batser ongeval, mevrouw, en hoort men nie.Ga naar voetnoot848
penta
Wat zegt gij?
ot
Zij is dood. Hij kwam zo laat van 't jagen,
850[regelnummer]
dat zij door kracht des vuurs ter neder was geslagen.
En ook de hoed ontstak, eer hij die had aanvaard.Ga naar voetnoot851
penta
Hoe leidt hij 't over nu?Ga naar voetnoot852
ot
Hij heeft geraden waar 't
hem herkomt, en, bevreesd of hem geweld mocht deren,
geboôn dat ieder denk' op overlast te weren.
penta
855[regelnummer]
't Is nu geen suffens tijd. Let hier op. Ik zal gaan.Ga naar voetnoot855
ot
Om wat te doen, mevrouw?
penta
De koning randen aanGa naar voetnoot856
met onvertsaagd gelaat, zodat hij niet bevroedeGa naar voetnoot857
| |
[pagina 166]
| |
dat ik 's met u versta. Gij, in verbaasden moedeGa naar voetnoot858
schik dan te komen voorts met d' onverwachte maar.Ga naar voetnoot859
860[regelnummer]
Stoffeert d' omstandigheên met uitspraak en gebaarGa naar voetnoot860
op 't hatelijkst en vult des konings borst met vrezen.Ga naar voetnoot861
Fluks, aan een zijd'. Ik hoor gerucht. Daar zal hij wezen.Ga naar voetnoot862
penta, Catmeer
catmeer
't Bezorgen van 't sieraad
865[regelnummer]
heeft zulk een ijver in, dat vaak de jonge vrouwen
haar tijd vergissen of haar uur niet wel onthouwen.
Doch 't is wel porrens nood en al te lang gebeid.Ga naar voetnoot867
penta, Catmeer, Ot
catmeer
Wat verbaasdheid mag hem jagen?Ga naar voetnoot869
870[regelnummer]
Hoe gaat het, jonker?Ga naar voetnoot870
ot
Ach, mij smart dat ik moet dragen
een tijding, here, zo droef voor uw Majesteit.
| |
[pagina 167]
| |
catmeer
Wat is er?
ot
Wonder, ongehoorde schriklijkheid.Ga naar voetnoot872
O ramp, dat mij de Goôn ten kwaden bode namen!Ga naar voetnoot873
catmeer
Spreek uit. Twijflende vrees vreest alle kwaden t'zamen.Ga naar voetnoot874
penta
875[regelnummer]
Wat is er dat u dus beteuterd houden mag?Ga naar voetnoot875
ot
't Geen ongelooflijk schijnt ik met deez' ogen zag.
't Geen ongelooflijk schijnt en waarlijk toch geschiedde,Ga naar voetnoot877
is 't nodig dat ik breng tot al te droef een miede.
Dan 't is zo 's Hemels wil, die lange wordt begekt,Ga naar voetnoot879
880[regelnummer]
die lange wordt versmaad eer Hij 't zich annetrekt.
En, latend' haren loop vol uit de boosheid rennen,Ga naar voetnoot881
zodat de bozen tot de voorspoed heel gewennen,
om de verweenden bet te treffen met de smaak
der droefheid, spaart ten langen laatsten toe de wraak.
885[regelnummer]
Zijn en des konings leed Deez' in het end gewrokenGa naar voetnoot885
en, met een wonderdaad het vonnis uitgesproken
heeft, over de meineed der dubbele vorstin.
Ik heb zien branden 't hoofd der loze RycheldinGa naar voetnoot888
en met de vlamme, die 't vervloekt bedrog verklaarde,Ga naar voetnoot889
890[regelnummer]
haar lichaam staan omringd, totdat zij zeeg ter aarde.
| |
[pagina 168]
| |
catmeer
O Goden, en mijn zoon wat zeit hij nu hier af?Ga naar voetnoot891
ot
Hij, even halssterk, wijt zijn oudren 's Hemels strafGa naar voetnoot892
en rust zich, geeft hij voor, om overlast te weren.Ga naar voetnoot893
penta
Wie zich niet en ontziet zijn ouders zelfs t' onterenGa naar voetnoot894
895[regelnummer]
met opspraak van verraad, wil twijflen niet of hij
't ontzig van eer en deugd heel overkomen zij.
Wat hoefd' hij, rechts getroost, zich met geweld te stijven?Ga naar voetnoot897
En, vreest hij 't recht, zo zal 't bij geen verweren blijven.Ga naar voetnoot898
Waartoe gesukkeld dan tot hij beleger' 't hof,Ga naar voetnoot899
900[regelnummer]
tot hij breng' op de been het schuim en lichtste stofGa naar voetnoot900
van 't reukeloze volk, dat geen verlies van have,
bij oproer, vreest, en troon' met vrijigheid de slaven?Ga naar voetnoot902
Men loop' hem fluks op 't lijf en kerv' zijn opzet spoêg,Ga naar voetnoot903
en helpt de kroon uit vaar. Is 't maar nog tijds genoeg.
ot
905[regelnummer]
Hoog tijd, voorwaar, hoog tijd.Ga naar voetnoot905
penta
Men redt met lanterfanten
geen oproer.
| |
[pagina 169]
| |
ot
Daar dient in verzien.Ga naar voetnoot906
penta
Schaf raad.
catmeer
Trauwanten,
fluks in uw vol geweer.
catmeer
Ik, jonker, wil dat gij
den last op u neemt van hun heden te gebieden.Ga naar voetnoot909
910[regelnummer]
Dit wil ik, gasten, hoort, gij ook mijn edellieden,Ga naar voetnoot910
dat jonker Ot vandaag hebb' over u bevel
en dat men dadelijk Baeto gevangen stell'.Ga naar voetnoot912
Dies wapen' al wat nut is wapenen te dragenGa naar voetnoot913
en make zich op weg.
ot
Schie 's konings welbehagen.Ga naar voetnoot914
915[regelnummer]
Ras, jongen, bij der hand mijn harnas, speer en helm.Ga naar voetnoot915
penta, Ot
penta
Mejonker, hoor.
ot
Mevrouw.
penta
Mikt gij maar op den schelm,Ga naar voetnoot916
indien er valt gevecht. Zo niet, en hij zich geven
| |
[pagina 170]
| |
wil zonder weer gevaên, neem hem allijkwel 't leven.
De nood toch dwingt dat uit.
ot
Ik vat het.
penta
Ik weet raadGa naar voetnoot919
920[regelnummer]
om goed te maken bij mijn man 't onrechtbaar kwaad.
rei van joffrouwen
Wat gedruis, wat drokheid woelt er door het slot?Ga naar voetnoot921
Ach, ach, wat is mij 't hart bezwaard!
Ach, wat loopt men met al zulk een ijver totGa naar voetnoot923
de wapens, die ras zijn aanvaard,
925[regelnummer]
maar af te leggen als z' hebben smaak van 't bloed,
vallen niet even goed!
Wat voor dulheid, mannen, heeft uw borst gevat,Ga naar voetnoot927
die op doet zwellen uw gemoên?
Wat voor razerij bevangt uw harten, dat
930[regelnummer]
gij onvoorzichtig slaat aan 't woên,
alsof van binnen de toveres u met
helgeesten had bezet?
Zou 't wel wezen dat de kwaâ verstandelheênGa naar voetnoot933
uw harten hebben opgevuld?
935[regelnummer]
Waardig zijt gij dan dat ik uw ramp beween,Ga naar voetnoot935
die schelmen wordt bij hunne schuld.Ga naar voetnoot936
| |
[pagina 171]
| |
Of heeft de vader u zelf, door stiefmoêrs list,Ga naar voetnoot937
op eigen bloed gehist?Ga naar voetnoot938
D' eden hooggezworen voor de goê Godin,Ga naar voetnoot939
940[regelnummer]
't banket zo koninklijk bereid,
't sieren van de zalen en van 't hofgezin,Ga naar voetnoot941
is 't alles hierop toegeleid?Ga naar voetnoot942
Bruikt men de Goden, de vreugd en vriendlijkheênGa naar voetnoot943
tot schelmerijenkleên?Ga naar voetnoot944
945[regelnummer]
O bedrog, gepronkt van praat en van gelaat,Ga naar voetnoot945
oneens van hart en van aanschijn,Ga naar voetnoot946
geen penseel kan malen af 't verholen kwaadGa naar voetnoot947
en etter vuil van uw venijn.Ga naar voetnoot948
Onder de pijlen die 't gram geluk uitschiet,Ga naar voetnoot949
950[regelnummer]
weet gij uw feller niet.Ga naar voetnoot950
Wij, door u, zijn op één ogenblik geveldGa naar voetnoot951
in der ellenden diepste poel,
wij, die 't luk voldoende scheen dat had gesteldGa naar voetnoot953
op heden in zijn eigen stoel,
955[regelnummer]
om te genieten de vredevruchten tiîg,
steken in d' ergste krijg.
| |
[pagina 172]
| |
Grote Goden, die het sterfelijk geslachtGa naar voetnoot957
hebt onder dwang van Uwe roe,
om den mens te geven 't hoogst waar hij naar tracht,
960[regelnummer]
hoe zijt Gij zo gereed daartoe?
En, om hem t' handhaven in zijn voorspoed breed,
zo bijster ongereed?
|
|