Achilles en Polyxena
(1972)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdII. AnalyseGa naar voetnoot(12)In een toneelstuk is handeling essentieel; zowel de waarneembare, de actie, als de niet waarneembare, de innerlijke handeling. De handeling is het geheel van de gebeurtenissen op het toneel, dat volgens een bepaald plan verloopt. Dat plan heet verloops-plan. Onder het begrip verloops-plan moeten we verstaan: de structuur van het totale verloop, die bepaald wordt door de relatie tussen verschillende speelhandelingen (actie-mommenten) binnen een bepaald plan. De relatie tussen actie-momenten wekt spanning of emotie op. Het verband tussen een actie-moment en de opgewekte spanning wordt aangeduid als dramatisch handelings-aspect. Er worden vijf groepen van dramatische handelings-aspecten onderscheiden: 1. Prospectieve aspecten: er bestaat tussen een actie-moment en een toekomstig gebeuren een relatie, waardoor bij de toeschouwer een emotie wordt opgewekt. 2. Retrospectieve aspecten: nu wordt de emotie opgeroepen door de relatie van een actie-moment tot een voorval uit het verleden. | |
[pagina 7]
| |
A = Dood van Patroclus
B = Dood van Hector C = Pryamus' wens vervuld D = Dood van Achilles Spanningsstructuur in het verloops-plan van ‘Achilles en Polyxena’ | |
[pagina 8]
| |
3. Simultaan-aspecten: twee zich gelijktijdig afspelende handelings-eenheden beïnvloeden elkaar en emotioneren daardoor de toeschouwer. Een van die actie-momenten kan zich onzichtbaar voordoen. 4. Wereldbeeld-aspecten: deze groep kan onderverdeeld worden in: a. zuivere wereldbeeld-aspecten: er is een bijzondere verhouding tussen een actie-moment en de achtergrond, waartegen gespeeld wordt, waardoor een reactie wordt opgeroepen bij de toeschouwer. b. gemengde wereldbeeld-aspecten: een deel van het wereldbeeld verschijnt op het toneel (bv. goden of heiligen) en staat in relatie tot een ander actie-moment. 5. Momentane aspecten: de spanning van een actie-moment wordt na korte tijd opgelost.
In het licht van deze gegevens zullen we trachten ‘Achilles en Polyxena’ te analyseren. Daarna zullen we zien, in welke vorm Hooft het verloopsplan heeft aangeboden. | |
Eerste bedrijfHet spel begint met een monoloog van Achilles. Het publiek verneemt, dat de Grieken al negen jaar de stad Troje belegeren. De priester Calchas heeft voorspeld, dat de belegering tien jaar zou duren, maar hij had beter de val van Achilles kunnen profeteren en daarmee de ondergang van de Grieken. Hier (vss. 9 t/m 12) vinden we een prospectief actie-moment: wat is er aan de hand met Achilles en hoe zal het hem vergaan? Hij is somber gestemd en slapeloos. De monoloog van Achilles krijgt een nieuwe impuls, als blijkt, dat ‘de groote cracht des Mins’ (vs. 23) een belangrijke rol speelt. De vraag is nu op wie hij verliefd is. Die momentane spanning houdt aan tot de regels 34 en 35. Hij blijkt te houden van een Trojaanse vrouw, Polyxena. Deze mededeling werkt sterk prospectief. Hoe moet die verliefdheid aflopen? Iedere toeschouwer weet nu, dat Achilles zich in een uiterst moeilijke positie bevindt. Hij kan immers wel van haar houden, maar hoe kan hij dat zonder de Grieken te benadelen (vs. 50)? De prospectieve werking wordt versterkt in de regels 51 en 52: Waerom maect ghij (= Cupido) mij slaeff van mijne vijandin,
Die mij so dootlijck haet als ick haer hertlijck min?
Achilles geeft hiermee in feite de onmogelijkheid van zijn liefde aan. Hoewel het publiek natuurlijk nog niet weet, hoe alles gaat aflopen, zijn de vooruitzichten in elk geval zeer somber voor Achilles. Voor de toeschouwers betekent Achilles' monoloog informatie over de belegering van Troje | |
[pagina 9]
| |
en over zijn hopeloze liefde voor Polyxena. In beide gevallen is er gespannen afwachting naar het vervolg. Wat zal het zwaarst wegen: zijn positie in het Griekse leger of de verovering van Polyxena? Achilles besluit in ieder geval eerlijk te handelen. Hij roept zijn bode Automedon bij zich, die de opdracht krijgt naar de stad Troje te gaan en aldaar Hector aan te spreken. Achilles wil het voorstel doen om Polyxena te verkrijgen in ruil voor het opgeven van de belegering. De opdracht aan de bode behelst een herinnering aan de openingsmonoloog, maar de spanning blijft aanwezig naar de vraag, hoe de zaken zich voor Achilles zullen gaan ontwikkelen. Op korte termijn geldt: hoe zal Hector reageren op het voorstel? Op lange termijn blijft de vraag open naar de ontknoping van de liefde van Achilles voor Polyxena en naar de daarmee samenhangende verdere ontwikkelingen in het beleg voor Troje. Automedon gaat op pad en denkt er het zijne van. Zijn reactie is bijzonder aardig, waar hij herinnert aan de zwakheid van de man Achilles voor vrouwen. Maar de woorden van Automedon zijn onheilspellend. Een prospectief actie-moment vinden we in zijn opmerking over de waarschijnlijk zeer ongunstige gezindheid van Polyxena jegens Achilles (vss. 83 t/m 86). Als de bode bij Troje is aangekomen, laat men Hector waarschuwen. De toeschouwers kunnen een spannend momentje beleven: komt Hector, of niet? Zo ja, hoe zal hij reageren? Intussen staat Automedon te wachten. Hier werken samen een momentaan aspect (dat wordt opgelost in de komst van Hector) en een simultaan aspect (nl. achter het toneel, omdat de komst van Hector onzichtbaar wordt voorbereid, terwijl de bode op het toneel staat te wachten). Hector vertoont zich staande op de Trojaanse muur en luistert naar Automedon, die het voorstel van Achilles overbrengt (vss. 103 t/m 114). Tweemaal zit een prospectief aspect in de regels 103 t/m 107: Achilles zal van Polxyna houden tot aan zijn dood, mits zij wederliefde betoont. En dat was nog maar de vraag voor Automedon (vss. 77 t/m 85). De toeschouwers zullen hier ook graag het antwoord op willen weten. Bovendien speelt de belegering - en de voortzetting ervan - een belangrijke rol. De tweevoudige prospectieve werking in de woorden van Automedon wordt versterkt in de reactie van Hector (vss. 115 t/m 131): hij zal zijn zuster beschermen tegen de Griekse krachten en hij zal de bittere strijd blijven voeren tot de Trojaanse overwinning een feit is. Hector laat aan Achilles slechts één mogelijkheid: hij moet tegen de Grieken strijden of Menelaus en Agamemnon doden. Hoe zal Achilles reageren op Hectors eis? De bode doet verslag van zijn missie. Achilles laat geen twijfel over zijn houding bestaan. Hij zweert wraak. We vinden | |
[pagina 10]
| |
hier een paar prospectieve actie-momenten (vss. 156 t/m 160, vs. 197): de strijd zal gaan verhevigd worden, maar hoe? Achilles beschouwt zijn liefde, nu hij in woede ontstoken is, als zotheid en wraakzuchtig besluit hij haar te verwerpen en Hector aan te pakken met krachtige hand. De tweede monoloog van Achilles zal het publiek zeker als een opwindend en sterk prospectief werkend gebeuren hebben ervaren. Een geplaagd man wordt getergd en geeft daar op geëmotioneerde wijze blijk van. Het zal het laatste voorspel blijken te zijn tot de toebereidselen voor de grote strijd op het slagveld. Het is niet verwonderlijk, dat na Achilles' uitbarsting de koren beschouwende woorden spreken. Het commentaar op de gebeurtenissen, die zich op het toneel voorgedaan hebben, gaat voornamelijk over de moeilijke keus tussen eer en liefde. Dit koorlied (vss. 200 t/m 220) wordt bepaald door het wereldbeeld-aspect. De toeschouwer zal zeker uit zijn eigen gemoed de spanning voelen tussen de uitgesproken eigentijdse ideeen over de verhouding tussen eer en liefde en het spanningsverloop van de handeling. Na het optreden van het koor komen Agamemnon en Menelaus op. Zij maken zich zorgen over de situatie: Automedon heeft hen inmiddels gesproken. Achilles begroet zijn twee veldheren en verhaalt de laatste ontwikkelingen. We vinden hier een retrospectief actie-moment (vss. 245 t/m 257), dat verwijst naar de onderhandelingen, die Automedon met Hector heeft gevoerd. De toeschouwers worden daarenboven ook weer voorbereid op de komende strijd, want Agamemnon verlangt eveneens naar wraakneming. De regels 259 t/m 262 zijn prospectief gericht naar de naderende gevechten. Menelaus meent, dat na de overwinning van de Grieken Polyxena toch in handen van Achilles zal vallen. Met het overleg tussen Achilles en zijn beide officieren wordt het eerste bedrijf afgesloten. | |
Tweede bedrijfAan de ene zijde van het toneel maken de Trojanen zich gereed voor de strijd, aan de andere de Grieken. In een dialoog van de Trojanen worden de Griekse strijders voorgesteld: hier werken simultane actie-momenten op het toneel. Het is Deïphobus, die zijn medestrijders opmerkzaam maakt op de Griekse activiteiten. Hij vraagt aan Helena, welke Grieken zij kan ontwaren. Evenals in de volgende regels ontstaat op het toneel een simultaan aspect (vss. 273 t/m 276). Helena wijst Aiax en Diomedes aan en de tweede Aiax (vs. 278, 280 en 281). In regel 282 meent Pryamus Menelaus te herkennen, hetgeen door Helena bevestigd wordt. Zij merkt | |
[pagina 11]
| |
ook Patroclus op (vs. 293). Dan gebeurt er iets in het kamp van de Grieken, waar Helena de aandacht voor vraagt: Agamemnon gaat spreken (vs. 294). De rede van Agamemnon heeft enerzijds een simultaan karakter: aan de overkant van het toneel staan de Trojanen te luisteren, die eveneens strijdvaardig zijn. Anderzijds gaat er ook een krachtige prospectieve werking naar de strijd uit van de oorlogszuchtige toespraak van Agamemnon. Agamemnon prent de Grieken in het geheugen, wat de oorzaak en daarmee de rechtvaardiging van de belegering van Troje is. De Griekse legerleider wijst zelf nog eens de vrouwen aan, die op de Trojaanse muur staan. De oorzaak van de oorlog staat daar ook: Helena. In het begin van zijn redevoering spreekt hij alleen over haar, daarna laat hij zijn manschappen ook nog eens uitdrukkelijk naar haar kijken. Op deze wijze voert hij de spanning op. Hier werkt het simultaan-aspect zeer duidelijk op het toneel (vss. 315 t/m 320). Het laatste deel van zijn toespraak kent weer een prospectieve uitwerking: een laatste opwekking tot de strijd (vss. 321 t/m 332). De spanning wordt snel groter, als Hector met zijn leger het toneel betreedt. Ook hij spreekt zijn soldaten toe. Prospectieve momenten, die voorbereiden op de strijd, zijn in het bijzonder te vinden in de regels 335, 336, 345 t/m 348. Ook hij wijst naar de vrouwen, die op de muur staan, hetgeen weer een simultaan-aspect betekent in de regels 349 en 350. Na een laatste aansporing komen de Grieken naar voren. Hector slaat alarm en de strijd begint. Tijdens het gevecht wordt Patroclus gedood en zijn lichaam wordt door Hector geschonden. De Grieken heroveren nog het lijk van Patroclus, maar kunnen de overhand niet krijgen op de Trojanen, die zich triomfantelijk binnen de stadsmuren terugtrekken. Nu de rust op het toneel is teruggekeerd, hoeft het geen verbazing te wekken, dat een koor optreedt om de toeschouwers in de gelegenheid te stellen te bekomen van de emoties. Het koor vertegenwoordigt het wereldbeeld-aspect: de onsterfelijke waarde van de eer van de edelman wordt bezongen (vss. 361 t/m 388). Als het koor van het podium is weggegaan, zien de toeschouwers de verslagen Grieken op het toneel komen. Aiax brengt Achilles in herinnering, hoe hun vriend gesneuveld is, en moedigt aan tot het nemen van wraak. De woorden van Aiax (vss. 389 t/m 393) zijn zowel retrospectief gericht (terugblik op de strijd), als prospectief (Achilles mag niet van wijken weten). Retrospectief werkend naar de noodlottige afloop van de schermutselingen zijn de weeklachten van Achilles (vss. 394 t/m 406). Maar weer is het Aiax, die om een in de toekomst gerichte blik vraagt (vs. 407 t/m 409a). De prospectieve werking | |
[pagina 12]
| |
van deze woorden - zal Achilles de strijd tegen de Trojanen en tegen Hector in het bijzonder weer aanbinden? - wordt versterkt door de steun van Agamemnon voor de zienswijze van Ajax (vss. 409b t/m 411). Achilles zweert inderdaad wraak (vss. 414 t/m 416): een prospectief actiemoment verwijzend naar de hervatting van de strijd. Het koor, dat nu optreedt, bezingt de waarde van de vriendschap (vss. 421 t/m 468). Het spreekt vanzelf, dat het publiek hierbij zal denken aan de dood van Patroclus, die immers Achilles' vriend was: retrospectief aspect. Maar ook wordt de vriendschap in een ruimer perspectief gezien. Het gaat niet alleen om die ene vriendschap. Op grond daarvan kan gezegd worden, dat hier ook sprake is van een wereldbeeld-aspect. Het koor gaat af en het publiek wordt dan ineens opgeschrikt door een gehaaste bode Automedon, die komt vertellen, dat Hector zich buiten de stadsmuur bevindt op weg naar de koningin der Amazones om haar te eren. Op het toneel bevinden zich een aantal soldaten en Achilles. Automedon wijst hen er op, dat de wraak nu toch wel zeer nabij is (prospectief aspect in vs. 472). Achilles aarzelt niet in actie te komen en beveelt Automedon als gids op te treden (prospectief aspect in de vss. 473 t/m 476). De spanning is hier te vlug opgevoerd. Achilles heeft wel al eerder besloten wraak te nemen, maar deze nieuwe ontwikkeling komt toch wel heel erg snel na het optreden van het koor. In ieder geval wordt Hector plotseling overvallen en gedood. Het tweede bedrijf wordt besloten met het bevel van Achilles het lijk van Hector te schenden. De belangrijkste vragen voor de toeschouwers zijn nu: hoe gaat de liefde van Achilles voor Polyxena zich nu verder ontwikkelen? Wat zijn de gevolgen van de gevechten voor deze verhouding? Zal er nog meer strijd geleverd worden? | |
Derde bedrijfPyramus opent het derde bedrijf met een korte monoloog. Een retrospectief aspect vinden we in zijn droefheid om de moord op Hector (vss. 497-498). De oude Trojaanse vorst wil het lichaam van zijn zoon terugvorderen op Achilles. Daartoe zal Pryamus zich naar de Grieken begeven. Van zijn plan gaat een prospectieve werking uit (vss. 500 t/m 502). Andromache is het met Pryamus eens, hetgeen blijkt uit wat zij tegen de kleine Astianax zegt. Ook hier (vss. 503 t/m 506) vinden we weer een prospectief aspect: zal Pryamus het lichaam van zijn zoon terugkrijgen? Ruimer gezien kan dit geval geplaatst worden in de vraag: wat zullen de gevolgen zijn van de strijd? Tegen die achtergrond blijft een van de consequenties | |
[pagina 13]
| |
de rol van Polyxena tegenover Achilles. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat zij juist ook nu - zwijgend - op het toneel verschijnt. Het Trojaanse gezelschap begeeft zich naar het Griekse kampement. Pryamus wordt op milde wijze door Nestor toegesproken, terwijl Ulysses een wat hardvochtiger standpunt inneemt. Het verzoek van Pryamus om het lichaam van zijn zoon terug te krijgen (vss. 523 t/m 526) bevat een prospectief aspect naar de afloop van de onderhandelingen over Hectors lichaam, maar daarnaast wordt Achilles op de toekomst gewezen: ook zijn lot kan ongunstig worden! Pryamus stort zich bedroefd neer voor de voeten van Achilles. De Trojaanse koning doet een beroep op zijn eigen onschuld - hij zou uitsluitend een instrument van de wil der goden zijn - en op het gevoel van Achilles door te wijzen op het lot van de kleine Astianax. Achilles benadrukt de persoonlijke verantwoordelijkheid van Pryamus. Maar waar het Achilles om gaat, spreekt hij uit in de regels 585 t/m 594, die een terugblik bieden op het vermoorden van Patroclus en Hector en hieraan hun retrospectieve werking ontlenen, maar ook een wereldbeeld-aspect uitdrukken. Hector heeft namelijk, aldus Achilles, een erecode geschonden door het lichaam van Patroclus te verminken. Hieruit is Achilles' wraakoefening voortgevloeid. Achilles besluit met zijn veldheren te beraadslagen over het verzoek van Pryamus. Direct daarna valt Polyxena hem schreiend te voet. Retrospectief verwijzend naar de oorlog en in het bijzonder naar de meest recente oorlogshandelingen, waarbij Patroclus en Hector zijn gesneuveld, zijn de opmerkingen, waarin ze zichzelf naar voren brengt als de oorzaak van Achilles' woede (vss. 636 t/m 640). Vervolgens biedt ze zich aan als ter dood veroordeelde of krijgsgevangene in ruil voor het lichaam van haar broer (vss. 641 t/m 648). Achilles is nog steeds zeer onder de indruk van Polyxena. Hij beschouwt zich als geleid door haar inzichten (prospectief aspect in de vss. 651 t/m 656) en besluit de wens van Pryamus in vervulling te doen gaan. Pryamus houdt hierop een lange uiteenzetting over de voorgeschiedenis van de Trojaanse oorlog, die ontsproten zou zijn aan de wil der goden, die sterker is dan de wil der vorsten. Deze monoloog is dramatisch zeer zwak en niet te begrijpen als een reactie op de voor Pryamus toch wel belangrijke beslissing, die pas genomen is door Achilles. Aan het slot van zijn toespraak overhandigt Pryamus aan Achilles de losprijs voor het lijk: kleren en goud. Achilles weigert Polyxena als krijgsgevangene bij zich te houden. Pryamus is hierover zeer verbaasd. Maar Achilles hoopt haar nog wel eens te zullen zien in andere omstandigheden. Hij weet zelf nog niet waar dit prospectief aspect naar verwijst! (vss. 748-749). | |
[pagina 14]
| |
Aan het slot van het derde bedrijf treedt een koor op, dat de wisselvalligheden van het lot bezingt: wereldbeeld-aspect. Het moet een koor van Trojanen zijn, omdat zij zich aan het slot beklagen over het ongelukkige verloop van de strijd voor Troje en omdat zij het optreden van Hector prijzen. | |
Vierde bedrijfHet vierde bedrijf opent met een monoloog van Achilles. Hij heeft spijt gekregen van zijn handelwijze jegens Hector. Nu ziet hij, dat hij de broer gedood heeft van de vrouw, van wie hij houdt. Er is een retrospectief aspect in de regels 807 t/m 818, verwijzend naar de moord op Hector. Maar prospectief werkt de vrees van Achilles naar de mogelijke reactie van Polyxena: zal ze hem niet afwijzen (vss. 819 t/m 821)? Bovendien heeft Achilles spijt van het feit, dat hij haar heeft laten gaan, toen ze aanbood bij hem te blijven als losprijs voor het lijk van Hector (retrospectief aspect in de vss. 822 t/m 828). Het resultaat van deze overwegingen is, dat zijn verlangen naar haar nog veel sterker is geworden dan voorheen: hij heeft dan ook een brief aan Polyxena geschreven. Achilles wil haar weer trachten te ontmoeten (prospectief aspect naar de afloop in de vss. 851b t/m 854). Terwijl Automedon de brief bezorgt, herhaalt Achilles de woorden van wroeging over de dood van Hector en zorgt daarmee voor een retrospectief aspect (vss. 859-860). Prospectief gericht is weer zijn angstig voorgevoel, dat Polyxena hem zal afwijzen (vss. 863-864). In de volgende scène leest Paris de brief voor op verzoek van Polyxena. Achilles beschrijft daarin zijn trouw en liefde voor Polyxena. Er ontstaat een momentane spanning, die om een snelle oplossing vraagt en die door Paris verwoord wordt: wat moeten we doen? Pryamus wil Polyxena best aan Achilles koppelen uit politieke overwegingen. Polyxena daarentegen moet er niets van hebben: ze wil nog liever dood gaan dan slavin worden van, zoals ze zelf zegt, de moordenaar van haar broer. Dit prospectieve aspect doet vermoeden in welke richting de ontknoping zal gaan (vss. 919 t/m 927). Inderdaad gaat het er somber voor Achilles uitzien, als we horen, welke list Paris ontvouwt. Hij wil Achilles Polyxena laten ontmoeten in ‘Apolloos wout’. Tijdens die ontmoeting zal Paris hem doden! De prospectieve werking van deze passage (vss. 929 t/m 937) wordt versterkt door de steun van Hecuba voor dit plan (vss. 951 t/m 956). Paris draalt dan niet langer en stuurt terstond een bode naar Achilles om hem mede te delen, dat hij Polyxena in het woud zal mogen ontmoeten en tot zijn vrouw nemen. Dit is een prospectief aspect naar de | |
[pagina 15]
| |
laatste ontmoeting tussen Achilles en Polyxena (vss. 957 t/m 966). Het koor, dat optreedt tijdens de tocht van Automedon naar Achilles om het antwoord te brengen van Polyxena, spreekt over de ongunstige omstandigheden, waarin men kan geraken door het noodlot. De hele grondtoon wijst uit naar een tragisch vervolg van het spel. Achilles begeeft zich in een hoopvolle stemming naar ‘Apolloos wout’ in afwachting van de ontmoeting met Polyxena (prospectief aspect in de vss. 1037 t/m 1040). De prospectieve werking wordt sterker door regel 1041: Sonder mijn swaert, alleen, en heb ick niet te schrome.
Het publiek weet immers, dat het tegenovergestelde in werkelijkheid het geval is. Polyxena - vergezeld van haar hofdames - komt nu ook naar het bos. Achilles ontwaart haar en spreekt haar verliefd toe in een zeer lange monoloog. Tijdens de hele scène voelt men de simultane werking van de list van Paris en de sterke prospectieve werking daarnaast - mede door de grote lengte van Achilles' monoloog - naar de te verwachten moordaanslag op Achilles. Polyxena speelt haar rol goed en weet hem voor te spiegelen, dat zij graag zijn liefde wil beantwoorden. Achilles raakt welhaast in vervoering en tracht in een lange alleenspraak zijn liefde voor haar te omschrijven; tot op het moment, dat Deïophobus en Paris te voorschijn komen en hem dodelijk verwonden. De daders zijn gevlogen, als Diomedes en Ulysses ter plekke komen - men vreest Achilles' collaboratie met de vijand - en nog juist uit zijn mond vernemen, vlak voordat hij sterft, wie hem gedood hebben. Ze kunnen niets anders meer doen dan het slachtoffer van de aanslag wegdragen en het verhaal van de ondergang van Achilles aan de Grieken vertellen. | |
Vijfde bedrijfNestor komt op en deelt mee, dat de wapenrusting van Achilles onderwerp is van een felle onenigheid tussen Aiax en Ulysses. Wie van hen beiden bezitter mag worden van Achilles' wapenrusting zal beslist worden door een raad van Griekse vorsten. Beide partijen mogen elkaar uitsluitend met woorden bestrijden en zullen naar aanleiding van hun pleidooi beoordeeld wordenGa naar voetnoot(13). De eerste redenaar is Aiax. Hij is niet gelukkig met de gekozen strijd- | |
[pagina 16]
| |
wijze, omdat zijn daden in de gevechten (met name de verdediging van de Griekse vloot) reeds genoeg bewijzen, hetgeen niet geldt voor de babbelaar Ulysses. Mochten de reeds verrichte heldendaden niet voldoende zijn, Aiax wijst dan op zijn afkomst: Jupiter is zijn grootvader. Ulysses' geslacht is bezoedeld en kent enkele leden, die misstappen begaan hebben. Vervolgens wijst Aiax op een aantal fouten, die door Ulysses gemaakt zouden zijn. Ulysses hield zich krankzinnig, toen de Grieken naar Troje vertrokken, om niet mee te hoeven gaan; door zijn toedoen werd Philoctetes op Lemnos achtergelaten; hij heeft Palamedes vals beschuldigd; tijdens gevechten wilde Ulysses vluchten en moest door Aiax beschermd worden. Aiax stelt hier tegenover eigen heldendaden: Hector werd door hem weerstaan; het grootste aandeel in de verdediging van de Griekse vloot werd door hem geleverd. Aiax is derhalve van mening, dat Ulysses niet in aanmerking komt voor de wapenrusting van Achilles. Ulysses kan niet tegen de daden van Aiax op. Wat Ulysses - niet eens alleen, maar met hulp van Diomedes - deed, gebeurde altijd in het donker en is dus oncontroleerbaar. Bovendien passen hem de wapens niet eens en zullen hem zelfs belemmeren met het vluchten. Aiax besluit met het voorstel de wapenrusting van Achilles temidden van de vijand te werpen: de dapperste zal dan de beloning kunnen veroveren, die hem daardoor toekomt. Het lijkt niet toevallig, dat het vermetele voorstel van Aiax door Ulysses eerst beantwoord wordt door te verwijzen naar het feit, dat hun twist ontstaan is door de dood van een groot en geliefd officier. De lijn, die door de rede van Ulysses loopt is tegengesteld aan die van Aiax. Ulysses is van mening, dat het gebruiken van woorden en listen zeker zoveel resultaat op kan leveren of meer dan bruut geweld. Omdat Aiax erover begonnen is, stelt Ulysses vast, dat hij niet alleen langs vaders lijn, maar ook langs die van zijn moeder van hoge afkomst is: zij stamden af van resp. Jupiter en Mercurius. Bovendien hoeft Aiax er niet van te profiteren, als enkele familieleden van Ulysses in het verleden fouten hebben gemaakt. Er zijn qua afkomst trouwens nog wel andere kandidaten te bedenken, aldus Ulysses. Hij constateert, dat Aiax graag roemt op heldendaden van zichzelf, maar die van Ulysses niet signaleert. Ulysses beraamde een list, zodat Achilles naar Troje ging. Derhalve moeten alle verrichtingen van Achilles ten voordele spreken van Ulysses. Vervolgens bepraatte Ulysses Agamemnon om zijn dochter te offeren en zorgde voor een list, zodat de Grieken de haven van Aulis konden uitzeilen. Ulysses wijst erop, dat hij met gevaar voor eigen leven als gezant | |
[pagina 17]
| |
in Troje is geweest. Ten tweeden male wist hij Agamemnon van gedachten te doen veranderen, toen deze na een misleidende droom het beleg voor Troje wilde staken. Zelfs Aiax moest bij die gelegenheid bepraat worden, zodat eigenlijk ook alle daden van Aiax vanaf die tijd in het voordeel van Ulysses gerekend moeten worden. Tenslotte deelt Ulysses mee, dat de strijd op het slagveld hem ook niet vreemd is, noemt voorbeelden en toont zijn littekens. Na de opsomming van punten (door Aiax natuurlijk niet genoemd), die voor zichzelf pleiten, gaat Ulysses over tot het kleineren van Aiax' heldendaden: Aiax heeft inderdaad de vloot beschermd, maar hij had daarbij de nodige hulp; hij heeft Hector alleen maar bestreden, omdat het lot hem daartoe dwong, terwijl Hector zich ongedeerd kon terugtrekken. Na deze aanval op Aiax spreekt Ulysses over de smartelijke dag, waarop Achilles sneuvelde. Hij droeg toen de dode held en diens wapenrusting - de afbeeldingen hierop zijn niet eens te begrijpen voor Aiax - op de schouders. Het laatste deel van de rede van Ulysses behelst een verdediging tegen de verwijten, die Aiax hem op een aantal punten maakte. Achilles veinsde evenzeer bij het vertrek naar Troje; Palamedes heeft zijn onschuld nooit kunnen aantonen en de tegen hem aangevoerde bewijzen nooit kunnen ontzenuwen; Philoctetes werd met instemming van alle andere Grieken - ook Aiax - achtergelaten op Lemnos; Ulysses' oncontroleerbare activiteiten samen met Diomedes hebben ertoe geleid, dat de Grieken het Pallasbeeld, dat nodig was om een overwinning op Troje mogelijk te maken, in hun bezit kregen. Ulysses besluit dan, dat zijn woorden en listen de doorslag geven bij de nederlaag van Troje. Hij verzoekt, als de wapenrusting niet aan hem gegeven mocht worden, deze aan Pallas te schenken. Nestor maakt hierna de beslissing van de raad bekend. De wapenrusting wordt geschonken aan Ulysses, omdat een edele ziel boven het lichaam staat en omdat vernuft belangrijker is dan kracht. Na het vernemen van de uitspraak pleegt Aiax zelfmoord. De motieven voor het besluit van de raad worden niet nader toegelicht, maar het lijkt, dat Ulysses alle aanvallen van Aiax weet te pareren, behalve het verwijt, dat hij eens op de vlucht sloeg. Bovendien weet Ulysses aannemelijk te maken, dat hij zonder harde strijd maar met overredingskracht en listen veel heeft weten te bewerkstelligen. Maar belangrijker bij de besluitvorming van de raad is misschien nog wel, dat Aiax' voorstel niet aanvaardbaar kan zijn. Het is ondenkbaar, dat de wapenrusting van een bij zijn manschappen respect afdwingende en geliefde officier te midden van de vijandelijke troepen geworpen wordt. Komt de kostbare nalatenschap ooit terug? Wijst Ulysses daarom | |
[pagina 18]
| |
i.t.t. Aiax op het verlies van een groot krijgsman op enkele plaatsen in zijn antwoord aan Aiax? Aiax stelt zich al te moedig op in zijn verlangen naar het bezitten van Achilles' wapens. Hierbij sluit de kern aan van de overwegingen van de koren aan het slot van het vijfde bedrijf: wanneer men de begeerte naar iets uitschakelt, mist men niets. De vraag is nu, hoe het vijfde bedrijf in verband gebracht kan worden met de eerste vier bedrijven. Met de moord op Achilles lijkt het spel afgelopen. In de eerste vier bedrijven zijn geen dramatische aspecten aan te wijzen, die opgelost worden in het vijfde bedrijf. Het omgekeerde is evenmin het geval. Om een antwoord op de juist gestelde vraag te krijgen vat ik de gang van zaken in de eerste vier bedrijven samen. Tevens verkrijgen we hiermee een kort overzicht van de spanningsstructuur van het verloops-plan. Het eerste bedrijf geeft de expositie. De aandacht wordt getrokken door het beleg van Troje en door de onmogelijke liefde van Achilles voor Polyxena. In een aantal prospectieve aspecten wordt reeds verwezen naar de noodlottige afloop voor Achilles. Het conflict tussen eer en liefde in Achilles leidt ertoe, dat hij onderhandelingen aangaat met Hector, omdat hij zijn eer niet verkwanselen wil in ruil voor Polyxena. Als Hector de voorstellen van Achilles afwijst, ontstaat een zeer wraakzuchtige reactie bij de Griek. In deze kwestie wijzen eveneens een aantal prospectieve aspecten uit naar de afloop van de strijd. Het tweede bedrijf laat dan de uitwerking van die strijd zien, die in feite verhevigd is door de liefde van Achilles. De gevechten monden uit in de dood van Patroclus en de wraakneming van Hector. Prospectieve en retrospectieve aspecten wijzen die gebeurtenissen aan als de belangrijkste in het tweede bedrijf. Bij de voorbereiding van de strijd wordt ook gebruik gemaakt van simultaan-aspecten op het toneel. De moord op Hector wordt onvoldoende voorbereid, ondanks de belangrijke consequenties hiervan voor de houding van Polyxena jegens Achilles. Na het spektakelstuk der schermutselingen wordt het derde bedrijf voornamelijk beheerst door de pogingen van Pryamus het lijk van Hector terug te krijgen. Hooft spint deze episode te breed uit. Maar belangrijk in dit bedrijf is natuurlijk wel de ontmoeting tussen Achilles en Polyxena. Als gevolg van de oorlogsverwikkelingen biedt zij zich als krijgsgevangene aan, hetgeen door Achilles wordt geweigerd. Deze afwijzing zal belangrijke gevolgen met zich mee brengen. Prospectieve aspecten verwijzen naar de teruggave van Hectors lichaam aan Pryamus en naar het tragische einde van Achilles. Retrospectieve aspecten verwijzen naar de geleverde strijd. In het vierde bedrijf wordt een groot aantal | |
[pagina 19]
| |
prospectieve aspecten gevonden, dat als een compacte bundel spanningslijnen uitwijst naar de moordaanslag op Achilles. Na het bekend worden van de list van Paris werken simultaanaspecten zeer sterk. Retrospectieve aspecten motiveren de rol van Polyxena. De reien fungeren als rustpunten na emotierijke scènes. Bovendien vindt men daar in zijn algemeenheid het wereldbeeld-aspect vertegenwoordigd. De handeling in de eerste vier bedrijven wordt bepaald door de noodlottige liefde van Achilles voor PolyxenaGa naar voetnoot(14). De liefde leidt tot strijd. De strijd voert Pryamus en Polyxena tot Achilles en tot de aanslag op Achilles. Uiteindelijk is Achilles dus het slachtoffer geworden van zijn begeerte naar Polyxena en als een tragische held aan zijn eind gekomen. Dit nu is de kern van de zaak, die in het vijfde bedrijf wordt benadrukt. De tweestrijd tussen Aiax en Ulysses laat wederom zien, dat te grote begeerte de mens naar zijn ondergang voert. Is uw begeerte dood, dan mist u niets, aldus meent het slotkoor. Aiax spreekt in het geheel niet over Achilles, maar laat zich volledig leiden door zijn drang de wapenrusting van Achilles te willen bezitten. Dit moet in zijn nadeel gewerkt hebben. Er wordt gestreden (in woorden) om de wapenrusting van Achilles: de gedachte aan de tragisch omgekomen held wordt levend gehouden. Het is Ulysses, die het ontstaan van de twist uit de dood van de grote leider Achilles betreurt. En even later spreekt hij over de smartelijke dag, waarop Achilles vermoord werd. Tenslotte wordt Achilles' grootheid gedemonstreerd aan het feit, dat twee belangrijke officieren om zijn nalatenschap wedijveren. Derhalve meen ik, dat het vijfde bedrijf gezien moet worden als een naspel, waarin de gedachte van het spel nog eens concreet wordt voorgesteld om de tragisch omgekomen held te erenGa naar voetnoot(15). | |
VormgevingHet verloops-plan, zoals we dat nu gevonden hebben, is in een bepaalde vorm tot ons gekomen. Hooft laat blijken op de hoogte te zijn van de | |
[pagina 20]
| |
eisen, die aan het klassieke treurspel gesteld werdenGa naar voetnoot(16). Maar hij verwerkt niet ten volle de klassieke gegevens. Er is sprake van een treurspel (in het handschrift staat ‘spel’), omdat het einde droevig is. De handeling besluit in feite met de moord op Achilles, terwijl aan het einde van het vijfde bedrijf Aiax sterft. Hooft verdeelt de stof (naar we nog zullen zien, geput uit de klassieke literatuur) over vijf bedrijven, zij het, dat het vijfde bedrijf moet worden beschouwd als een naspel. Op grond hiervan moet gezegd worden, dat er toch een zekere eenheid van handeling is. Men kan voorts bezwaarlijk veronderstellen, dat de gebeurtenissen uit het spel in één etmaal kunnen gebeuren, hoewel dat niet helemaal uitgesloten kan worden. De eenheid van tijd was geen onontbeerlijke zaak voor de klassieke toneelschrijver, evenmin als de eenheid van plaats. In ‘Achilles en Polyxena’ speelt de handeling zich strikt genomen, niet op één plaats af. Wel zou men kunnen zeggen: de stad Troje, het bos, het slagveld en het kamp van de Grieken zullen in werkelijkheid niet al te ver uit elkaar gelegen hebben. Klassiek is het gebruik van koren. Merkwaardig is evenwel, dat de koren in de bedrijven één, twee en vier niet aan het slot staan en dat twee koren het vijfde bedrijf besluiten met een beurtzang. Wel zijn de koren, zoals bv. bij Seneca, gewijd aan ernstige onderwerpen betreffende morele en staatkundige kwesties. Opmerkelijk is vervolgens de vertoning van de gevechten met het verminken van gesneuvelde krijgers. Gruwelijke gebeurtenissen werden doorgaans in een verslag verwerkt, dat verteld werd door een bode. In ‘Achilles en Polyxena’ wordt deze klassieke norm niet gehanteerd. De boodschapper Automedon heeft een beperkte rol. Zoals we hierna zullen zien, spelen voornamelijk aanzienlijke personages mee, die één overheersende karaktereigenschap hebben. De statische karakters werden als normaal ervaren, omdat ze gebruikt werden om de strekking van een stuk te laten zien. Klassiek, en wellicht geïnspireerd door Seneca, is het | |
[pagina 21]
| |
gebruik van kernachtige spreuken in de dialoog (bv. de vss. 151, 164, 208, Daar-goôn in 303, 342, eerste helft van vs. 449, eveneens van vs. 623, 858, 915-916, 940, 941, 1009, 1010, 1014, 1022, 1023, 1259-1260, 1400, 1825-1826, 1835-1836). Hooft gebruikt alleen stichomythie in de vss. 937 v.v. In de ‘Achilles en Polyxena’ komt geen ‘deus ex machina’ voor, zoals dat in het klassieke toneel nogal eens voorkwam. Hooft kan beschouwd worden als een vernieuwer, omdat hij - hoewel niet consequent - klassieke normen hanteert. Modern zijn ook de Italiaanse stanza-vorm in een rei uit het tweede bedrijf (vs. 420 v.v.) en het sonnet, waarmee de vijfde scène van het vierde bedrijf begint (vs. 1043 v.v.). Dat wil niet zeggen, dat er in de ‘Achilles en Polyxena’ geen traditionele rederijkerselementen aan te treffen zijn. Gewezen kan worden op de rondeelvorm in de vss. 1233 v.v.. Het rijmschema in de vss. 1031 t/m 1036 is gekunsteld. Binnenrijm zit in de vss. 153 en 192, in de vss. 1325 en 1326 dubbelrijm. | |
SamenvattingDe kern van het spel wordt vooral naar voren gebracht in het slotkoor: Sterfft u begeert, so derffdij niet (vs. 1836). Het spel wordt volledig beheerst door het verlangen van Achilles Polyxena de zijne te mogen noemen. Zijn begeerte leidt - na de mislukte onderhandelingen - tot een belangrijk motief in het spel: de strijd. Patroclus wordt gedood en gewroken. De aanslag op Hector versnelt de ondergang van Achilles. Het thema van het stuk wordt nogmaals uitgewerkt in een naspel: het debat tussen Aiax en Ulysses. De redestrijd beoogt tevens de herinnering aan de gestorven held levend te houden. De vorm die door Hooft voor zijn spel is gebruikt wordt bepaald door een aantal eisen, die aan het klassieke treurspel gesteld werden. Daarnaast treffen we nog een aantal rederijkerselementen in het stuk aan. |
|