Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy
(2002)–O.C.F. Hoffham– Auteursrechtelijk beschermd§. 84. Het toevallig rym ga vóór, en het bezielend rym volgeHet toevallig rym ga vóór, en het bezielend rym volge; of, met andere woorden, men maake eerst den tweeden rymregel, en daarna den eersten. Dit is een handgreep, die tot het fyne der kunst behoort en het beste effekt doet, vooral by ongemaklyke bezielende rymwoorden. Boileau, die keurige rymer, bediende zich gemeenlyk van deezen kunstgreep, gelyk zyne uitgevers byzonder aanmerken: ‘Mr. Despreaux faisoit ordinairement le second vers avant le premier. C'est un | |
[pagina 180]
| |
des plus grands secrets de la poësie, pour donner aux vers beaucoup de sens et de force. Il conseilla à Mr. Racine de suivre cette methode; et il disoit à ce propos: je lui ai apris à rimer difficilement’ (Oeuvres de Boileau, Tom. I, pag 37, Eclairciss. historiq.) Ga naar voetnoot536. -- Vondel verstond dien greep even fiks, en gebruikte hem even gelukkig. Wie ziet niet, by voorbeeld, dat, in vaerzen aan den Drost van Muiden, het woord drostlyk een bezielend rym zy? Hierop rymt nu niets toevalligs, dan alleen kostlyk. Derhalve zegt Vondel eerst: Zoo is gebryzelt glas by diamanten kostelyck;
opdat hy zyn klinkdicht kan sluiten: Ick offer danckbaerlyck, al rieckt het luttel
Drostelyck;
(Poëzy, Deel I, bl. 397 <297>)
Ga naar voetnoot537
hiermede stemt volkomen overëen: 't Kussen van dien mont is kostelyk,
't Lippendrukken is hier Drostelyk.
(Bladz. 640)
Ga naar voetnoot538
Zo ook in zyne vaerzen: Doch zal het halsrecht niet uitwercken door den Satan,
Maer vraegen met Godts mont om raet. Men roepe Natan;
(Adonias)
Ga naar voetnoot539
en in die vaerzen: Men zoek geen stoffen van Eneas,
Zoo lang ons Karel en Andreas
Aen rymstof helpen met hun staf:
(Poëzy, Deel I, bl. 494)
Ga naar voetnoot540
zyn Nathan en Andreas de bezielende, in tegendeel | |
[pagina 181]
| |
Sathan en Eneas de toevallige rymwoorden. Want Vondel werd zeker niet bezield, noch door den Sathan noch door Eneas, die hier te ontbeeren waren; maar Nathan en Andreas bezielden hem waarlyk, de eerste als een hoofdpersoonaadje in zyn treurspel, de laatste als held van zyn lierdicht. Nu Sathan en Eneas, als geroepen, voorgaan, en Nathan en Andreas zo geschikt volgen, is men met allen wel te vrede; doch ware de zaak omgekeerd, zo zou de vorst der duisternis en die van Troje met de hairen 'er bygehaald schynen. De zelfde kunstgreep vind plaats, in: Toen staeckt ge naer het hart van Hollants fieren leeuw
al,
En Aernhem kreegh een bres van uw gewrongen sneeubal;
(Poëzy, Deel I, bl. 12)
Ga naar voetnoot541
in: Hoe veele helden, Godt ten prys, in 't velt
gedaghvaert,
Zult gy noch ridders slaen met uw gezegent slaghzwaert!
(Joannes de boetgezant, bl. 122)
Ga naar voetnoot542
en in zeer veele andere vaerzen meer. |
|