G
Granwe Granma tifi e seki, na lep-bana e tyari a nen.
Vanoudsher heeft grootmoeder losse tanden, maar de rijpe banaan draagt de naam van het losraken.
Anderen de schuld geven van zaken, die reeds lang niet meer te herstellen zijn.
De schuld in andermans schoenen schuiven.
Gado sabi fu san ede a no gi asi tutu.
God weet waarom hij het paard geen horens heeft gegeven.
Het is niet verantwoord om mensen met zaken (wapens) uit te rusten, die de draagkracht daarvan niet weten.
Geef nooit een aap een scheermes in handen.
Gongosa moro obia.
Kwaadsprekerij is meer dan obia (hekserij).
Kwaadsprekers richten meer schade aan dan hekserij.
Scherpe dissels steken zeer, kwade tongen nog meer.
Gridi man, na bigi ai man.
Een gierigaard is een hebzuchtig mens.
Een gierigaard is een begerig mens.
Gij zult niet begeren wat uws naasten is.
Gado miri en mara fini.
Gods molen maalt fijn.
Hebt vertrouwen in God en alles komt haarfijn in orde.
Gods molen maalt langzaam maar zeker.
Gi grani na grani tanpe.
Geef eerbied aan wie dat toekomt.
Onthoud niemand hetgeen waarop hij aanspraak maakt.
Geef de keizer wat des keizers en gode wat godes is.