Het lof der vrouwen(2009)–Johanna Hobius– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina B6r] [p. B6r] Volgen eenighe Rijmen Van Juffr. Iohanna. noch (zijnde VrijsterGa naar voetnoot(4), en daer na Vrouwe) geschreven aen haer gheliefde. V Langh, en groot versoeck my dikmaels voor gedragen, Dat paristGa naar voetnoot(7) my om u nu een weynigh te behagen; En schoon de Achterdoght my 't hert bestraffen quam, Daer was al weder yet dat my die vrees benam, En of de Achterdoght my stuttenGa naar voetnoot(10) in het schryven? Daer quam al weder yet dat my scheen voort te dryven, Dewijl ik van u gunst vry wat versekert ben Soo komt vrypostigheyt en styft myn swacke Pen, Nae 't scheen, was myn gemoedt in 't eerst hier byster tegen, Maer Ach! myn stoute Pen heeft d'overhandt verkregen: Soo dat ik (schoon het is, oft hoe het zal vergaen) Heb met een vry gemoedt dat schryven toe gestaen. U. E. Bekende vrindinne Iohanna Hobius. Tweemael ghelesen, is eenmael gesprokenGa naar voetnoot(20). voetnoot(4) vrijster: verloofde voetnoot(7) parist: dwingt voetnoot(10) stutten: verhinderen voetnoot(20) Tweemael ghelesen ... eenmael gesproken: Vorige Volgende