Woordenboekje om het Engelsch te leeren spreken([1865])–A.J. Hillebrands– AuteursrechtvrijHoofdzakelijk voor de goede uitspraak Vorige Volgende P. Paar.Pair.Pear.Ga naar voetnoot* Paard.Horse.Hors. Paardenstaart.Horse-tail.Hors-es-teel. Paaschavond.Easter-eve.Ies-ter-iev. Paaschbrood.Easter-loaves.Ies-ter-loovs. Paauw.Pea-cock.Pie-kok. Paauwin.Pea-hen.Pie-hen. Pan.Pan.Pen. Pannekoeken.Pan-cakes.Pen-keeks. Papier.Paper.Pee-pur. Paschen.Pass-over.Pas-ov-ur. Pastoor.Priest.Priest. Pen.Pen.Pen. Pensylvania. Een der Ver. Staten van N. Amerika.Pensylvania.Pen-sil-va-ni-e. Pennemes.Pen-knife.Pen-nijf. Peper.Pepper.Pep-pur. Peperboom.Pepper-tree.Pep-pur-trie. Peren.Pears.Peerz. Perzik.Peach.Pietsj. Pet.Cap.Kep. Pijn.Pine.Pijn. Pijnappel.Pine-apple.Pijn-ep-pel. Pijp.Pipe.Pijp. Poeder.Powder.Pou-dur. Pomp.Pomp.Pomp. Pond.Pound.Pound. Post.Post.Poost. [pagina 27] [p. 27] Postkantoor.Post-office.Poost-af-fis. Postpapier.Post-paper.Poost-pee-pur. Potlood.Pencil.Pens-il. Praat.Talk.Toak. Prater.Talker.Toa-kur. Profeet.Prophet.Praf-fet. Pruimen.Plums.Ploms. Psalm.Psalm.Saam. Pudding.Pudding.Pod-ding. Put.Well.Oewell. voetnoot* Ea spreekt men iets langer uit dan de e in het woord vel. Vorige Volgende