Psalmen, zangen en oratoria's
(1870)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij
[pagina 123]
| |
IV - Een laatste zonnestraal.
| |
[pagina 125]
| |
I - In het woud verloren.In het woud verloren
zat ik denkend op het mosch.
Zoete vogelchooren
zweefden vroolik door het bosch;
windjes gleden spelend
door het droomend geurig loof,
wijl de zonne streelend,
stil naar 't treurig westen schoof.
Doch een straal bleef dansen
voor mijn vorschend zielenoog,
als een hemelsch glansen,
waar een geest zich in bewoog,
die in 't verste verre en
door de diepste diepten drong,
die op de eelste sterre en
op het armste hutje blonk;
prachtig, rein, milddadig,
schenkend elk zijn vloeiend goud,
heerlik, zacht, genadig,
zingend wat hij had beschouwd
over berg en voren,
zeeën, beken, bloem en bosch...
In het woud verloren
zat ik denkend op het mosch
|
|