Psalmen, zangen en oratoria's(1870)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] XII. Psalm. De logen heerscht. Behoud ons, God! - De goedertierenheid ontbreekt! Getrouwen wijken, ach! de goeden mindren... Hoort, hoe eenieder dubbelzinnig spreekt, De valschheid heerscht thans onder's menschen kindren. ** Snijd af de tong, die huichelt, streelt en vleit, Verdelg de lippen, die met logens pralen! Snijd af de tong, die grootspreekt, 't volk misleidt, En over U wil pochend zegepralen. *** 'k Zal opstaan, zegt de Heer, De verwoesting der armen, Der verdrukten het kermen, Stelp ik teer.. 'k Zal opstaan, zegt de Heer. Zij die 't volk verdrukken, Zij die 't laf doen bukken, Druk ik neer! [pagina 14] [p. 14] **** Uw woord is helder, Heer, als 't reine zilver Gelouterd, zevenmaal geklaard! Behoeden zult ge uw volk en 't houden van 't geschil ver Der boozen dezer aard'. ***** Hoe draven de slechten, Hoe juicht het gebroed, Als de snoodste der knechten Wordt als meester begroet. Vorige Volgende