Psalmen, zangen en oratoria's(1870)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] XIII. Psalm. Toevlucht in nood. Hoelang reeds, Heere, dat ge mij vergeet!... Hoelang zult Gij 't gelaat voor mij nog bergen, Hoelang moet ik, in angstig zieleleed, Mij door mijns vijands trots nog laten tergen? Aanschouw, verhoor mij, Heer, in mijnen nood, Verlicht mijn oog en jaag van mij den dood. ** Opdat mijn vijand nimmer zich beroem' Ik deed hem wanklen, 'k heb hem overwonnen! Opdat hij nooit den dag met vreugde noem', Dat ik in strikken viel, door list gesponnen. Aanschouw, verhoor mij, Heer, in mijnen nood, Verlicht mijn oog en jaag van mij den dood. *** Hebt ge uwe goedheid dan voor mij niet veil? 'k Vertrouw op haar. Ge zult mij hulpe bringen... Verheugen zal mijn hart zich in uw heil, 'k Zal wijd en zijd des Heeren goedheid zingen; Want Hij heeft mij verlost uit angst en nood, Mijn hart verlicht en heengejaagd den dood. Vorige Volgende