Psalmen, zangen en oratoria's(1870)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] VIII. Psalm. Godes heerlikheid. EENE STEM. Heer, o Heer! hoe heerlik straalt uw naam! Myriaden starrengroepen, Hemelkringen Roepen, Zingen: Heer, o Heer! hoe heerlik straalt uw naam! Uwe majesteit doorglinstert gansch de wereld, Schooner dan de zon, die 't zwerk met glans omperelt; Heer, o Heer! hoe heerlik straalt uw naam! REI VAN KINDEREN. Is de stem nog zoet en zacht, Wij toch loven 's Heeren macht, Zijne sterkte, zijne grootheid! Wie wraakgierigheid betracht, Godes goedheid dwaas veracht, Zal vergaan in eigene snoodheid. Onze stem is zoet en zacht: Om de trotschen te beschamen Prijzen wij des Heeren name. [pagina 7] [p. 7] EENE STEM. Wen ik zie door uwen hemel Maan en starren wentlen, slingeren Als een zielvol stofgewemel, Wonderwerken uwer vingeren! Dan verdwaal ik in gedachten... Durf aan u in deemoed vragen? Gij, die alle koene krachten Uit den bajert op deedt dagen God! wat is de mensch voor u?.... REI VAN VROUWEN. * Want Gij gedenkt hem, Heer, en zijne kinderen, Want Gij bezoekt hem, liefdevol en goed. De zwakheid zal zijn teer geslacht niet hinderen, Gij gaaft hem geest en troost in 't eng gemoed. ** Zijn wij een weinig minder dan uwe engelen, Toch speelt de schoonheid op ons aangezicht; Zijn wij een weinig minder dan uwe engelen, Toch blaakt in onze ziel uw liefdelicht; Zijn wij een weinig minder dan uwe engelen, Gij wist ons met de heerlikheid te omstrengelen, Die eer en grootheid op de wereld sticht. REI VAN MANNEN. Geuren de bloemen Om u te roemen, Gij laat ons heerschen Over de bloemen! [pagina 8] [p. 8] *** Juichen de vogels en dieren der velden Om uwe glorie verheugd te vermelden..... Gij laat ons heerschen Over de vogels en dieren der velden. **** Zeeën en landen, Werk uwer handen, Hebt ge onder onzen voet gezet, Al wat de paden der zeeën doorwandelt, Al wat den hemel en de aarde doorzweeft, Handelt En leeft Naar uwe wet, Hebt ge onder onzen voet gezet; ***** Zeeën en landen, Werk uwer handen, Laat ge ons beheerschen! VOL KOOR. Heer, o Heer, hoe heerlik straalt uw naam! Uwe majesteit doorglinstert gansch de wereld, Schooner dan de zon, die 't zwerk met glans omperelt, Heer, o Heer, hoe heerlik straalt uw naam! Vorige Volgende