De Nederduytsche Grammatica ofte Spraec-konst
(1953)–Christiaan van Heule– Auteursrecht onbekend
[pagina 9]
| |
Ga naar margenoot+De Nederduytsche spraeckonst.Ga naar voetnoot1)De spraeckonst wort in het latijn Grammatica genaemt / welk op het duytsch Letterkonst beteykent / maer om dat in dit werk de spraeke meer aengeroert wort / als wel het gene dat den letteren aengaet / so heeft ons Ga naar margenoot+het woort Spraeckonst best behaecht. De spraeckonst is eene wetenschap om wel te spreeken.Ga naar voetnoot2) Ga naar margenoot+De spraeckonst wort in vier deelen ghedeylt / Als Spellinghe, Oorspronkelickheyt, Klankmaet ende Tsamenvouginge.Ga naar voetnoot3) | |
Van de Spellinge.Ga naar voetnoot4)Aengaende het eerste deel welk is de spellinge / daer af en hebben wy niet voorgenomen veel verscheydenheden aen te roeren / dewijl ons oogmerk wel meest is van die dingen te handelen / welke twijfelachtig ofte onbekent zijn / maer aengaende de spellinge onzer woorden / die is van verscheyde Geleerden grondig beschrevenGa naar voetnoot5) / ende ook is het daeglicx gebruyk in veele deelen onberispelic / daerom sullen wy daer af alleenelic een weynich aenroeren. In onze spraeke gebruyken wij deze letteren / Als A B C D E F G H I j K L M N O P Q R S T U V W X Y Z deze letteren worden aldus uytgesprooken / A Be Ce De E eF Ge Ha i je ka el em en o pe que er es te u vaGa naar voetnoot6) Ga naar margenoot+wa6) (2) ex, de y en is anders niet dan eene dobbele i, ende de zeGa naar voetnoot7) is by de Latijnen so veel als eene dobbele s, ende wy houden die als eene swaereGa naar voetnoot8) uytspraeke van eene s. | |
Onderscheyt der Letteren.Ga naar voetnoot9)Ga naar margenoot+De letteren zijn Klinkers ofte Meklinkers / daer zijn vijf Klinkers / als A E I O U de andere letteren zijn al Meklinkers. De Klinkletters worden alzo genaemt / om dat zy in haere uytspraeke | |
[pagina 10]
| |
Ga naar margenoot+klinken / ende de Meklinkers klinken altijt nae een der KlinkletterenGa naar voetnoot1) / ende worden om die oorzaeke Meklinkers genaemt. Ga naar margenoot+Tot het onderscheyt van eenige woorden / hebben wy eene i ende je, de i is een klinker ende je is een meklinker / die i hoortmen in het uytspreeken van Ik, in, iemantGa naar voetnoot2), ende je hoortmen in jan, ja, jok, jonst. Alzo hoortmen ook in Vree ende ureGa naar voetnoot3), het onderscheyt van de u welk Ga naar margenoot+een Klinker is / ende van V welk een Meklinker is. In het uytspreeken der letteren / woortGa naar voetnoot4) ook de o in het een woort / anders dan in het ander uytgesprooken / merk in KoolGa naar voetnoot5), Kool, Hop ende op, Och ende om, Een bok, ende stok, Wolk ende volk, deze verscheydenheyt van het uytspreeken der o, maekt somtijts een ander woort / als Rook welk is Reuk, ende Rook van brant / alzo / ook Ik boot ende Een boot, Een Rok ende Ik rokGa naar voetnoot6), dit onderscheyt zoudemen met dit een by teyken onder aen de oGa naar voetnoot7) Ga naar margenoot+konnen stellen / maer wy en hebben de o welke meest van (3) haren klank afwijkt / in geen gemeyne letteren gestelt. | |
Ga naar margenoot+Van de Tweeklanken.Ga naar voetnoot8)Als in eene silbe twee klinkletters by malkander staen / zo worden beyde Ga naar margenoot+die klinkletters Tweeklanken genaemt / ook komen in eene silbe wel drie klinkletteren / welke dan Drieklanken zijn / doch wy sullen die beyde onder Ga naar margenoot+het woort Tweeklanken begrijpen.Ga naar voetnoot9) De Tweeklanken zijn deze / als AE, Ae, Ai ofte Ay, Au, Aeu ofte Aeuw, Ey, Eu, Ie, Ieu ofte Ieuw, Oe, Oy ofte Ooy, ou, Ou, Euij ende uy, aen dezer tweeklanken recht gebruyk is zeer veel gelegen.Ga naar voetnoot10) | |
Van de uytspraeke der tweeklanken.Ga naar margenoot+De Ae, willen de Amsterdamsche letterkonstenaers / als het blaeten van een schaep uytgesproken hebben / ende stellen aa in de plaetse daer de oude Schrijvers AE gestelt hebben / ende spreeken oock AA uyt gelijk men AE is gewoon uy t te spreekenGa naar voetnoot11) / ende de AE houden zy als de H der Grieken / ende spellen daer mede Paert, Staert, Baer / ende diergelijke / het welk men met de oude spellinge niet en heeft konnen doen. | |
[pagina 11]
| |
Maer om dat alle nieuwicheyt in het gemeyn / een groot op sicht heeftGa naar voetnoot1) / ende om dat wy in dit tegenwoordig werk / nootwendig verscheyde nieuwicheden / als tegens onzen dank hebben moeten voortbrengen / daerom Ga naar margenoot+zo hebben wy / eene veranderinge gestelt die in zeer weynig woorden valt / de (4) tweeklank AE aldus schrijvende AE ende schrijven Paert, staert, Baer, de A aen de E vougende / dit wort oock by Kilianus / ende in de oude speelen van GentGa naar voetnoot2) gebruykt. Ga naar margenoot+De Ai ofte Ay hoortmen in Hay, Kay, de A kort uytspreekende. Ga naar margenoot+Maer in Aey hoortmen de A geduyrigGa naar voetnoot3) / als Saey, maey, draey, kraey. Ga naar margenoot+De Au is kort in Snau, Gau, Kau.Ga naar voetnoot4) Ga naar margenoot+Maer Aeuw is lang / als in Blaeuw, Graeuw, Raeuw, Paeuw. Ga naar margenoot+De Ei ofte Ey hoortmen in Geyt, Reyken, Reyn. Hier zoudemen altijt beter eene j gebruyken / maer het zoude groote veranderinge in het gezicht maeken. Ga naar margenoot+De Eu hoortmen in Heur, Deur, Neus, Reus. Ga naar margenoot+De Eeuw hoortmen in Leeuw, Schreeuw, Sneeuw. Ga naar margenoot+De ie hoortmen in het geroup der Kiewitten / ende ook in Zie, Bie, iet, Niet, iemant. Ga naar margenoot+De ieuw, hoortmen in het uytspreeken van Hieuw, Nieuw. Ga naar margenoot+De Oe hoortmen in der Ossen ende Koeyen geluytGa naar voetnoot5) ook in zoet, Goet, Boet. Ga naar margenoot+De Oey hoortmen in Koeyen, bloeyen, Roeyen: Men zoude ook Koejen, bloejen, Roejen mogen schrijven. | |
Merk.Ga naar voetnoot6)Op de kracht van de y dient hier in dit Exempel ende in de volgende gelet / waer in dat men bevint dat onze y die wy ooyGa naar voetnoot7) plegen te noemen / niets dan eene dobbele i en is. Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+De Oy ofte Ooy hoortmen in Mooy, Rooy, Dooy.Ga naar voetnoot8) Ga naar margenoot+De ou hoortmen in de Vlaemsche uytspraek van Hout, Sout, Gout, ook in het ou der Francoyzen / ook hoortmen die in Grou, Vroug, voug.Ga naar voetnoot9) Men zoude nae onze uytspraek Hoout, Stoout, Soout,Ga naar voetnoot10) mogen schrijven / om het verscheyden uytspreeken van de ou te onderscheyden / maer dewijl / het vermeerderen van eene o zeer groote veranderinge zoude maeken / zo | |
[pagina 12]
| |
Ga naar margenoot+hebben wy ou ende ou, (welk is als oouw) met een ByteykenGa naar voetnoot1) van een ander o onderscheyden / gelijc men vorders in onze spellinge mach afnemen.Ga naar voetnoot2) Ga naar margenoot+De Euy hoortmen in leuyheyt, steuyten, Fleuyten, ook in de BrabantscheGa naar voetnoot3) uytspraek / van uyl, Vuyl, Luyden, welke woorden wy Euyl, Veuyl, Leuyden, zouden schrijven. Ga naar margenoot+De uy hoortmen in Huys, Muys, Luyt, welke woorden men beter aldus zoude mogen schrijven / Huus, Muus, luuden, maer het is een kleyn gebrek / ende de veranderinge zoude zeer groot zijn. | |
Merk.Ga naar voetnoot4)Somtijts verandert in de ghekoppelde woordenGa naar voetnoot5) de z in eene s merk in zin ende Andersins, Gezicht ende Opsicht, ook in Booze, Boos, Wijze, ende Wijs. Als ook voor eene k endeGa naar voetnoot6) c staet / zo is de c zo veel als eene k als Stricken, Strecken, wort uytgesprooken als Strikken,Ga naar voetnoot7) Strekken, hier in en hebben wy de oude gewoonte / niet verandert / voorts kan men hier aen Ga naar margenoot+klaerlic zien / hoe onoodelic de c in veele (6) plaetsen by eene k gestelt wort / ziet hier af vorderGa naar voetnoot8) in het verdobbelen der letteren. Dit hebben wy alleen van de spellinghe willen aenwijzen / ende wenschen dat de goede Lezer / de nutticheyt van het voorverhaelde aenmerkeGa naar voetnoot9) / voorts van verscheyden LetterstrijtGa naar voetnoot10) / die daer by velen om geringe dingen zijn / die hebben wy als onnodig voor by gegaen. |
|