Afkortingen
Caron: W.J.H. Caron, Klank en teken bij Erasmus en onze
oudste grammatici, Groningen-Batavia 1947. |
D: G.R.W. Dibbets, Nederduitse Orthographie van Pontus de
Heuiter (1581); een inleiding,
Assen 1968. |
Dafforne: R. Dafforne, Grammatica ofte Leez-leerlings
Steunsel, Amsterdam 1627. |
Erasmus: De recta Latini Graecique sermonis Pronunciatione,
Dialogus, geciteerd naar Desiderii Erasmi Roterodami
Opera Omnia, t. I (ed. Joh. Clericus, Leiden 1701. |
Goemans: L. Goemans, Antonius Sexagius' De Orthographia
Linguae Belgicae herdrukt en met inleiding en aanmerkingen
voorzien, in L.B. 4 (1900-1901), p. 65-123. |
Goropius Becanus: Opera Ioan. Goropii Becani, Hactenus in
lucem non edita, Antwerpen 1580. |
Hellinga: W. Gs. Hellinga, De opbouw van de algemeen
beschaafde uitspraak van het Nederlands, Amsterdam 1938. |
Heule I: Christiaen van Heule, De Nederduytsche Grammatica
ofte Spraec-konst, uitgegeven, ingeleid en toegelicht door W.J.H.
Caron, Groningen-Djakarta 1953 (= Trivium I, 1). |
Heule II: Christiaen van Heule, De Nederduytsche Spraec-konst
ofte Taelbeschrijvinghe, uitgegeven, ingeleid en toegelicht door
W.J.H. Caron, Groningen-Djakarta 1953 (= Trivium I, 2). |
Janssen: H.H. Janssen, Historische grammatica van het
Latijn, Den Haag 1952. |
Jellinek: M.H. Jellinek, Geschichte der neuhochdeutschen
Grammatik von den Anfängen bis auf Adelung, Heidelberg 1913-1914. |
Kiliaan: Dictionarium Teutonico-Latinum, Praecipuas Linguae
Teutonicae Dictiones Latinè interpretatas. Studio et opera Cornelij
Kiliani, Antwerpen 1574. |
Lambrecht: Néderlandsche Spellijnghe, uutghesteld bij vraghe
ende andwoorde duer Joas Lambrecht, Gent 1550 (geciteerd naar de
heliotypische uitgave van 1882). |
Livet: Ch-L. Livet, La grammaire française et les grammariens
du XVIe siècle, Genève 19672. |
| |
Mekerchus: Adolphi Mekerchi Brugensis De veteri et recta
pronuntiatione linguae Graecae commentarius, jam auctus &
recognitus. Antwerpen 1576. |
MnlWb: Middelnederlandsch Woordenboek, 's-Gravenhage
1885-1928. |
Montanus: P. Montanus, De Spreeckonst, uitgegeven en
ingeleid door W.J.H. Caron, Groningen 1964 (= Trivium V). |
Niedermann: M. Niedermann, Historische Lautlehre des
Lateinischen, Heidelberg 1953. |
Priscianus: Prisciani Institutionum Libri, geciteerd
naar Grammatici Latini ex recensione H. Keilii, t. II,
Leipzig 1855. |
Quintilianus: The Institutio Oratoria of Quintilian,
with an english translation by H.E. Butler, London-Cambridge 1958-1961. |
Schönfeld: A. van Loey, Schönfelds Historische Grammatica van
het Nederlands, Zutphen z.j.7. |
Van der Schuere: Jacob van der Schuere, Nederduydsche
Spellinge, uitgegeven, ingeleid en toegelicht door F.L. Zwaan (=
Trivium II). |
Sexagius: A. Sexagius, De orthographia Linguae Belgicae, sive
de recta dictionum Teutonicarum scriptura, secundum Belgarum, praesertim
Brabantorum, pronuntiandi usitatam rationem, in L.B.
3 (1899-1900), p. 183-245. |
Thurot: Ch. Thurot, De la prononciation française depuis le
commencement du XVIe siècle d'après les témoignages des
grammariens, Parijs 1881-1882. |
Twe-spraack: Twe-spraack vande Nederduitsche
Letterkunst, Leiden 1584 (geciteerd naar de uitgave door W.J.H. Caron,
Groningen 1962 (= Trivium III)). |
Weijnen Dial.: A.A. Weijnen, Nederlandse
dialectkunde, Assen 19662. |
WNT: Woordenboek der Nederlandsche Taal, 's-Gravenhage
1863-heden. |
Bij het teken * begint in de oorspronkelijke uitgave de bladzijde waarvan het
nummer in margine wordt aangegeven. Staat er een paginanummer, maar geen *, dan
valt het begin van de regel samen met het begin van de bladzijde van het
origineel.
|
|