Het Negerhollands der Deense Antillen
(1905)–D.C. Hesseling– Auteursrecht onbekendBijdrage tot de geschiedenis der Nederlandse taal
[pagina 125]
| |
Bloemlezing en glossarium. | |
[pagina 127]
| |
Omtrent de inrichting van de Bloemlezing en het Glossarium heb ik, behalve 't reeds op blz. 47 vlg. gezegde, nog 't volgende op te merken. Ik heb alle Spreekwoorden opgenomen die ik leerde kennen. Pontoppidan deelt ze mee zonder vertaling, doch soms met een verklaring; in de G.D. zijn ze niet vertaald maar omschreven, een enkele maal door Deense equivalenten. Bij beide kategorieën heb ik voor een vertaling gezorgd, doch in de tekst er alleen een verklaring bijgevoegd wanneer die kon berusten op een aanwijzing van Pontoppidan of Magens. In de noten heb ik enkele equivalenten uit het Negerengels, ontleend aan de verzameling van Wullschlägel, geplaatst. Van de Samenspraken uit de G.D. heb ik alleen ter zijde gelaten het gesprek tussen een zendeling en een neger waarover ik hierboven, blz. 37, gesproken heb. In de G.D. zijn alle samenspraken vertaald; ik heb dat voorbeeld gevolgd. Overbodig scheen mij een vertaling van de korte proeve die ik aan de G.H. ontleende; natuurlik gold hetzelfde omtrent de vertalingen uit het Nieuwe Testament en het ‘Psalmboek’. Ik heb mij overal aan de schrijfwijze der oorspronkelike verzamelaars gehouden; de op blz. 40 aangeduide veranderingen in de zeer onregelmatige spelling van Pontoppidan heb ik, bij nader inzien, geschrapt. |
|