Verzorgd Nederlands
(1974)–H.M. Hermkens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 146]
| |||||||||||||||||
25. Primitieve zinsbouwZinnen kunnen in kwalitatief en kwantitatief opzicht tekort schietenGa naar eind253b. Zolang het gemiddelde aantal woorden niet boven de tien uitkomt, is er een duidelijk primitivismeGa naar eind254. Overigens is de afwisseling in lengte belangrijker dan het zinsquotiënt. Maar kwalitatieve onbeholpenheid is een hardnekkiger kwaal. De meest opvallende symptonen zijn:
| |||||||||||||||||
25. 1. De simpele, stereotiepe zinBijzinnen van oorzaak, gevolg en toegeving behoren tot de gecultiveerde stijl; de aankomende stilist behelpt zich met bijzinnen van tijd, reden en voorwaarde in hun eenvoudigste vorm, als hij tenminste niet vast zit aan het armoedige schema van de nevenschikking. Bijzinnen in tweede of derde graad blijken tot de techniek van de gevorderden te behoren. Daarom zijn de bijzinnen met hun verschillende grammaticale en semantische functies een belangrijk onderdeel van het grammatica-onderwijs: de enge grenzen van het kinderlijke denken moeten doorbroken worden en de beperkte mogelijkheden van de ongeoefende taaluiting moeten een aanmerkelijke uitbreiding ondergaan. Daarbij hoeven we onze bemoeienis niet zover te voeren, dat we de jeugdige schrijvers een ‘geraamte laten bevlezen’Ga naar eind255. Wel zullen we hen voortdurend op de armoede van hun zinsschema moeten wijzen. Overigens is de afwisseling in patronen belangrijker dan hun aard. | |||||||||||||||||
25. 2. Onlogische verbindingenDe slechte opstelschrijver is herkenbaar aan zijn onmacht in het hanteren van nevengeschikte en ondergeschikte constructies.
| |||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||
|
|