Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzorgd Nederlands (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzorgd Nederlands
Afbeelding van Verzorgd NederlandsToon afbeelding van titelpagina van Verzorgd Nederlands

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzorgd Nederlands

(1974)–H.M. Hermkens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 141]
[p. 141]

24. Woordvolgorde

De structuralistische grammatica werkt vooral met plaatscategorieënGa naar eind245. Het systeem van de taal blijkt voor een belangrijk gedeelte te bestaan uit plaatsregels.

In vorige hoofdstukken zijn al enkele fouten besproken, die ontstonden doordat deze plaatsregels niet in acht werden genomen: beknopte bijzin (nr. 6. 2. en nr. 18), gedaan hebben - hebben gedaan (bij het germanisme: nr. 13. 2. 3. 3. 5.), inversie (nr. 16), tangconstructie (nr. 21).

Hieronder volgen nog enkele belangrijke gevallen.

24. 1. De plaats van de persoonsvormGa naar eind246

In een constaterende zin (Piet loopt daar; daar loopt Piet) en in een leemtevraag beginnend met een vragend woord (Wie is daar? Waarom doe je niet mee?) staat de persoonsvorm op de tweede plaats. Onnederlands is de verschuiving naar rechts zoals die gemakkelijk in vertalingen uit het Latijn geschiedt: Canes latrantes non mordent → Honden, wanneer ze blaffen, bijten niet.

24. 2. De volgorde van de bijwoordelijke bepalingen

In een Nederlandse zin is de volgorde der bepalingen aan subtiele wetten gebondenGa naar eind247, die voor een ‘neutrale’ zinGa naar eind248 wel ongeveer te formuleren zijn. Volgens het principe van de tangconstructie komt een onmisbare aanvulling van het gezegdeGa naar eind249 zo ver mogelijk naar rechts; volgens datzelfde principe worden de bepalingen naar de graad van belangrijkheid gerangschikt van rechts naar links.

voorbeeld: De minister vertrekt bij illustratie weer illustratie ter illustratie van het verdrag met zijn illustratie per illustratie naar Parijs.

De aanvulling naar Parijs staat zo ver mogelijk van de persoonsvorm af, de hiërarchie van de bepalingen hangt samen met de vraag wat meer of minder inherent aan de handeling is; de volgorde (van achteren naar voren) blijkt hier te zijn: middel, omstandigheid, doel, tijd, voorwaarde. De zaak is gecompliceerder dan ze hier wordt voorgesteldGa naar eind250. Wat hier gedemonstreerd moest worden, was het feit dat er

[pagina 142]
[p. 142]

plaatswetten zijn. In de praktijk zullen we moeten afgaan op een goed gevormd taalgevoel.

Ontsporingen (uit opstellen): zij die van ver komen, kunnen in het vervolg te voet niet meer in de middagpauze van school naar huis. (Het cursieve zinsdeel moet als voornaamste bepaling zo ver mogelijk naar achteren.) Onze klas zal, onder leiding van meneer X, als de directeur het goed vindt, in de paasvakantie een excursie naar het Rijksmuseum maken. (onder leiding van meneer X moest als bepaling van omstandigheid vlak voor het complement een excursie naar het Rijksmuseum staan; thans lijkt het alsof de voorwaarde als ... vindt geldt voor het leiderschap van meneer X.)

24. 3. Bijwoordelijke bepalingen die naar het verkeerde gezegde verdwaald zijn

Op het moment dat Scheffer een steen wilde oprapen, om er waarschijnlijk mee te gooien, verscheen Damen in de deuropening. Van 6 tot 11 februari zijn we van plan een bijzonder feest te vieren.

24. 4. De volgorde van de bijvoeglijke bepalingen

In een coördinatie van bijvoeglijke bepalingen is de volgorde aan subtiele wetten gebondenGa naar eind251.

In illustratie, illustratie, illustratie, illustratie staafjes is de hiërarchie bepaald door de vraag wat een meer en wat een minder inherente eigenschap is; de volgorde van achteren naar voren blijkt te zijn: stof, kleur (of vorm, bv. ronde), afmeting, waardering (geleerder gezegd: objectieve eigenschappen als stof en kleur prevaleren boven relatieve en subjectieve als afmeting en esthetische waarde).

24. 5. Bijvoeglijke bepalingen die te ver van hun ‘kern’ zijn afgeraaktGa naar eind252

Ook wordt in deze blaadjes het grote uitbreidingsplan uiteengezet in Azië. Intern en naar buiten memoreerde de heer Groutars de goede samenwerking tussen K.V.P. en Katholieke Democraten. Daders geknipt van zware mishandeling. Daarvoor te zorgen is thans de tijd.

24. 6. De vrije bepalingspartikelsGa naar eind253

De oordeelsadverbia zelfs, ook, juist, vooral, nog, slechts, maar, alleen, al, reeds, tenminste, niet en de preciserende adverbia bijna, ongeveer, nagenoeg

[pagina 143]
[p. 143]

kunnen in veel gevallen als vrije bepalingen fungeren: ze kunnen helemaal vooraan of helemaal achteraan in een groep staan.

voorbeelden:

a. Bijv. voor- of nabepaling: ook de burgemeester, de jongens vooral, zelfs de pastoor, alleen jij.

b. Bijw. voor- of nabepaling: reeds in zijn jeugd, tenminste als je meedoet, in dat geval alleen, ongeveer twintig.

De vrijheid van deze partikels is echter niet onbeperkt: ze mogen hun groep niet verlaten.

Fout: Slechts door de hoge kosten moesten we voor de toneelvoorstelling een uitzondering maken: daarvoor wordt entree geheven. (Bedoeld was: slechts voor de toneelvoorstelling.) Slechts honden aan een leiband worden toegelaten. (Bedoeld was: alleen aan een leiband worden ze toegelaten.) Ongeveer moesten ze nog drie kwartier lopen. (Bedoeld was: nog ongeveer drie kwartier.) Daarop heeft men ook wat gevonden. (Beter: ook daarop.) Op zaterdag heb ik alleen maar vrij (alleen op zaterdag of op zaterdag alleen).

N.B. Genoemde bijwoorden kunnen ook als afzonderlijk zinsdeel fungeren. Plaatsing binnen een groep is dan ongeoorloofd.

24. 7. Verdwaalde voorzetsels

Bij de jonge generatie bestaat er een neiging om voorzetsels naar voren te halen in gevallen als: voor zowel leraar als leerling; belangstelling voor bv. kunst; de ijver van o.a. de eersteklassers.

Ook modale bijwoorden vinden dikwijls een plaats direct achter de praepositie: moreel verval, dat betreurd wordt door vooral religieuze groeperingen; op speciaal deze kwestie zou ik uw aandacht willen vestigen; voor met name mijn broer geldt deze uitzonderingspositie. Vermoedelijk heeft het weinig zin, deze ontwikkeling met kracht te bestrijden: het verschijnsel komt weliswaar voornamelijk voor in ‘minder streng gestileerd Nederlands’, maar het vindt zijn verklaring hierin dat ‘het beperkende modale element syntactisch zo dicht mogelijk de semantische kern van de groep zoekt te benaderen’Ga naar eind253a.

eind245
De grammaticale criteria zijn: 1. vorm (woordorde + intonatie); 2. functie (grammaticaal + semantisch).
Paardekooper gaat steeds uit van de vorm (de ‘betekenaar’, niet de ‘betekenis’): hij verstaat daar alleen onder: de woordcombineerbaarheid. Hij heeft opmerkelijke resultaten bereikt met deze eenzijdige methode. Zie: Kleine abn-syntaxis, Den Bosch 19709; Syntaxis, spraakkunst en taalkunde. Den Bosch 1955; abn-spraakkunst, Voorstudies tweede deel, Den Bosch 1958; derde deel 1960; vierde deel 1962; Inleiding tot de abn-syntaksis, Den Bosch 19693; Beknopte abn-syntaksis, Den Bosch 19683; De school van De Groot ordent de taalkundige gegevens naar de semantische verschijnselen, waarmee vormverschijnselen vanzelf corresponderen. Maar ook hier krijgt de woordorde alle aandacht, Zie: A.W. de Groot, Inleiding tot de algemene taalwetenschap, Groningen 1962; G.F. Bos, Het probleem van de samengestelde zin, Den Haag 1964; H. Roose, Het probleem van de woordsoorten, Den Haag 1964; De Groot e.a., Studies op het gebied van het hedendaagse Nederlands, Den Haag 1963. Ook in de T.G.G. krijgt de semantische component de volle aandacht.

eind246
Zie Paardekooper, Kleine abn-syntaxis; P.J. Merckens, De plaats van de persoonsvorm: een verwaarloosd code-teken, N. Tg. 53 (1960), pag. 248 e.v.

eind247
Zie B.v.d. Berg, De zinsbouw in het Nederlands, N. Tg. 42 (1949) pag. 120 e.v.; B.v.d. Berg, Sanering van de zinsontleding, N. Tg. 50 (1957) pag. 19 e.v.; B.v.d. Berg, Beknopte Ned. Spraakkunst, 's-Gravenhage 19644.
eind248
Niet-neutrale volgorde: verplaatsing van een expressief bedoeld stuk naar rechts of helemaal naar voren: De minister vertrekt ter ondertekening van het verdrag de volgende week naar Parijs; de volgende week vertrekt de minister ter ondertekening van het verdrag naar Parijs.
eind249
Van den Berg noemt ‘aanvulling’ wat onmisbaar verbonden is met het gezegde, ‘bepaling’ wat op grond van de betekenis niet als een automatische toevoeging verwacht kan worden (Misverstanden, N. Tg. 52 [1959] pag; 36 e.v.) De term aanvulling is een letterlijke vertaling van De Groots syntactisch en semantisch complement (Structurele syntaxis, Den Haag 1949). ‘Aanvullingen’ zijn: werkwoordelijke en niet-werkwoordelijke resten van het gezegde; de predikatieve bepaling (verbonden bepaling, resultatieve bepaling) bij de werkwoorden vinden, maken, noemen; de noodzakelijke bepalingen bij sommige werkwoorden (Ik woon in Amsterdam, ik vertrek naar Parijs), de voorwerpen.
eind250
Van den Berg aarzelt ook: in zijn eerste artikel (Zinsbouw) stelt hij de hiërarchie ingewikkelder voor dan in zijn spraakkunst.

eind251
H. Roose, Kategorieën van voorgeplaatste bepalingen bij substantieven, Lev. Talen 1956, pag. 474 e.v.; H.F.A. van der Lubbe, Woordvolgorde in het Nederlands, Assen 1958, pag. 112 e.v.; Van Es en Van Caspel, Synt. v.h. mod. Ned. nr. 30 (1973) pag. 249 e.v.

eind252
Zie ook de beknopte bijzin, pag. 112 en 116.

eind253
Van der Lubbe, Woordvolgorde in het Nederlands, onderscheidt voorbepalingen, nabepalingen en vrije bepalingen. Paardekooper noemt de laatste kopbepalingen, Van Es en Van Caspel gebruiken de term satellieten.

eind253a
Van Es en Van Caspel, Synt. v.h. mod. Ned. nr. 30 (1973) pag. 352 e.v.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken