Verzorgd Nederlands
(1974)–H.M. Hermkens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 114]
| |
18. De beknopte bijzinDe term ‘beknopte bijzin’ is in de traditionele grammatica algemeen gebruikelijk. Hij ondervindt tegenwoordig echter wel eens kritiek: een beknopte bijzin is geen bijzin, omdat er geen onderwerp en persoonsvorm in voorkomenGa naar eind201. Maar als we de bijzinGa naar eind202 definiëren als een werkwoordspatroon dat een zinsdeel of een deel van een zinsdeelGa naar eind203 is, blijft de benaming ‘beknopte bijzin’ bruikbaar: een participium en een infinitief zijn immers ook werkwoordsvormen. | |
18. 1. Wat is een beknopte bijzin?In boekjes over correct Nederlands worden onder het kopje Beknopte bijzin twee verschillende constructies samengebracht: de participiumconstructie en de infinitiefconstructie. Gewoonlijk worden die zelfs door elkaar behandeldGa naar eind204. Uit het onderstaande betoog zal blijken, dat ze streng gescheiden dienen te worden.
Omschrijving: a. Negatief Drie elementen ontbreken: de persoonsvorm, het onderwerp, het gewone verbindingswoord van de bijzin (onderschikkend voegwoordGa naar eind205, verbindend bijwoordGa naar eind206, betrekkelijk voornaamw. of bijwoord). b. Positief De drager van de constructie is een infinitief of een deelwoord. (Soms ontbreekt het deelwoord; men kan dan echter zijnde interpoleren.) | |
18. 2. (In)correcte aansluiting18. 2. 1. De participiumconstructie18. 2. 1. 1. De absolute constructieGa naar eind207Naar het model van het Latijn en het Frans is sinds de renaissance in literaire en ambtelijke taal de absolute deelwoordconstructie in gebruik geraakt. Ze fungeert als bijwoordelijke bepaling. | |
[pagina 115]
| |
Kenmerkend voor dit syntagma is het quasi-subject (schijnonderwerp) als vervanging van het Latijnse nomen of pronomen in de ablativus: Roma deliberante, Saguntum periit → Rome beraadslagend, ging S. verloren. Hooft, Ned. Hist. (Vermeeren, Den Haag 1964) pag. 167: Deeze zwaarigheit oover zynde, borreld'er een ander' op; pag. 263: Dit aldus bestelt; hiet hy Moxica toe te rukken. Potgieter, Florence iv 23: Hier droome ik hem, zoo als hij herwaarts keerde,/Om 't jeugdig hoofd een frisschen krans gestrikt (vul aan: zijnde; nooit: hebbende). Dergelijke constructies zijn buiten literaire taal ongebruikelijk, tenzij in vaste uitdrukkingen: Alles bij elkaar genomen heb je gelijk; Eerlijk gezegd durf ik niet. Veel gebruikte participia zijn tot voorzetsels geworden: gedurende de vergadering (durante concilio), ongeacht de bezwaren, niettegenstaande de omstandigheden, enz. | |
18. 2. 1. 2. De conjuncte constructieA. Als bepaling van gesteldheid (vrije predikatieve toevoeging). De beknopte bijzin sluit aan bij het onderwerpGa naar eind208: bij omzetting in een gewone bijwoordelijke bijzin is er identiteit van onderwerp. voorbeeld: Daar aangekomen zagen we de zon ondergaan → Toen we daar aankwamen, zagen we de zon ondergaan. Er zijn uitdrukkingen waartegen niemand bezwaar zal maken, bv. Gebakken vind ik die vis niet lekker. Overigens is er ook in de gevallen waarin de dubbelzinnigheid uitgesloten is, verschil van oordeel mogelijk. Maar wie zijn stijl cultiveert zal de verdenking van onnadendendheid vermijden. voorbeelden uit de krant (fout): Voorzichtig stapte de jongen op de wagen af; vlakbij gekomen, sprongen er twee gemaskerde mannen uit. Aannemende dat de laagste inschrijver de huizen mag bouwen, dan beloopt de exploitatie een bedrag per woning van rond f 960,-. Zich zelf begeleidend, tokkelend op de luit is het lied gewekt. Afgaande op de gegevens die United Press over het rapport heeft verstrekt, zouden bij de sectie tekenen van verkalking van de kransslagader zijn geconstateerd. De ploeg van de Nederlanders mag dan wat de defensie en de middenlinie betreft nagenoeg dezelfde zijn, aanvallend is er sindsdien het nodige veranderd. Verborgen achter een paar schotten reden de smokkelaars de partij koffie over de grens. Al lezende groeide de behoefte, op uw artikel te reageren. Hij ging rustig naar de bioscoop, maar teruggekomen waren de kinderen nog niet gearriveerd. Terugkomende op het examen valt een groot verschil te constateren tussen gymnasium en h.b.s. Meegeholpen door het klare licht van de maan werden de dieven gauw ontdekt. Vrijgelaten dreigde | |
[pagina 116]
| |
weer gevangenis. Concluderende rest thans alleen maar de vraag: heeft dit vrijgezellencongres nog langer reden van bestaan? De hele oogst beschouwend zijn voor de pruimen de eindcijfers behoorlijk. Ofschoon van de kapel afgesloten door enkele stevige deuren, zijn de rook en het roet ook binnengedrongen in de sacristie. Een beroemd chirurg geworden, kruisen andere vrouwen zijn pad. Te vertrouwd geworden met het risico kon zijn arrestatie niet uitblijven. Een klassiek voorbeeld van verkeerde aansluiting is te vinden in de slotformule van verzoekschriften: ‘Hetwelke doende, enz.’ indien u dit doet, meestal opgevat als: terwijl ik dit doeGa naar eind209. Potgieter gebruikt dikwijls beknopte bijzinnen die nauwelijks of niet aansluiten. voorbeeld: In 's levens bloei miskend, verjaagd, gekrenkt,/Weet op zijn pad de haat nog van geen wijken,/Is 't bitterheid die dag aan dag hem drenkt! (Florence ix, 82 e.v.) Aansluitend bij een dativus die nog moet volgen: Onvrouwelijk haveloos gekleed, viel 't werk der arme naaister bang (Het lied van 't hemd, bloemlezing door F.W. van Heerikhuizen, Bussum z.j., pag. 20). Aansluitend bij ons: Een ruste als ging vergetende en vergeten Hier achter ons de poort des levens digt (Heugenis van Wijk aan Zee, idem pag. 65). Bij Busken Huet heb ik een voorbeeld ontmoet: In een andere eeuw, geplaatst tussen voorgangers en opvolgers van minder gehalte, zouden zijn praktizijnsverdiensten ook op staatkundig gebied voordeliger uitgekomen zijn (Vernuft ontzondigt, Den Haag 1956, Ooievaarserie 37, pag. 21, Over Cats). In Starings Jaromir te Praag v. 25 lezen we: Dus nieuwgesterkt, jaagt weêr zijn blik den kring/Rondom hem zoekend af. En in Bilderdijks Mijn Buitenverblijf (1808): Zieltogend, met de dood reeds zwevende op mijn wangen, Bleef nog het leergrâge oor (t.w. van de leerlingen) als aan mijn lippen hangen.
N.B. 1. voorbeelden uit de krant met weglating van zijnde (fout): Nauwelijks klaar met deze ingewikkelde chirurgische behandeling werden drie gewonden binnengebracht. Onderwijzer en pedagoog in hart en nieren, was het bijna vanzelfsprekend dat de heer Van de Burgt ook leesboeken voor de school ging schrijven. Nauwelijks terug ontstond er weer wrijving tussen de beide gezinnen. 2. Het partikel alsGa naar eind210 kan verschillende zinsdelen inleiden. Deze groep met als kan als een mislukte bepaling optreden op ongeveer dezelfde wijze als een participiumgroep: Als Tachtiger is zijn stijl zeer goed aangepast aan de inhoud. In het buitenland is hij zelfs bekend, en dat wil als Nederlander wel wat zeggen. Als protest bleven de 3de-klassers thuis. | |
[pagina 117]
| |
Als geoefend voetballer vallen zijn prestaties tegen. Als groet cirkelde hij laag boven de colonne. Hij verzamelt als liefhebberij etiketten. Als scheppend kunstenaar zijn zijn psalmen van weinig betekenis. Als grootste voordeel van schooltelevisie zou ik willen wijzen op het feit dat iedereen deze lessen kan volgen.
B. Als bijvoeglijke nabepaling De beknopte bijzin sluit aan bij zijn ‘kern’, onafhankelijk van de grammaticale functie daarvan; hij moet wel (vrijwel) onmiddellijk op die ‘kern’ volgen. Goed: Nu kunt u de Duitse les volgen, gegeven door dr. X. Fouten zijn zeldzaam. Ze bestaan hierin dat de bijvoeglijke bepaling door haar plaats een ‘bepaling van gesteldheid’ gaat lijken (Gegeven door dr. X. kunt u nu de Duitse les volgen), of dat de bijvoeglijke bepaling te ver naar rechts is verschoven (De rechter heeft de koopovereenkomst op de zitting van woensdag jl. nietig verklaard, gesloten tussen de beide partijen. Toevallig passeerde me een auto in een smalle straat, volgeschilderd met verkiezingsleuzen).
N.B. Ook andere constructies kunnen de aansluiting missen doordat ze te ver van hun ‘kern’ af staan; verplaatsing maakt de zin goed: Het persoonlijk leven van de schrijver kan door iedereen ontleed en ontrafeld worden, op zoek naar mogelijk belangrijke details. | |
18. 2. 2. De infinitiefconstructieA. Als bijwoordelijke bepalingDe beknopte bijzin heeft gewoonlijk een binding met het onderwerpGa naar eind211: bij omzetting in een gewone bijzin is er identiteit van onderwerp. Voorbeeld: Na alles in ogenschouw genomen te hebben reisde hij verder → Nadat hij alles in ogenschouw genomen had, reisde hij verder. voorbeelden van verkeerde aansluiting (uit kranteartikelen en opstellen) Na te: Na elf dagen bewusteloos in het ziekenhuis gelegen te hebben, is thans in de toestand van de patiënt een kentering gekomen. Na uit de bus gestapt te zijn, werd deze door de bestuurder achteruit gezet. Met bier werd de dorst der dieven gelest, na alles doorzocht te hebben. Na gebeld te hebben verscheen een vrouw aan het raam, aan wie ik in het kort vertelde wat mij was overkomen. Na nog enkele malen op correcte toon tot rust te hebben gemaand, werd tenslotte de gummistok getrokken. In plaats van te: In plaats van mee te werken worden we door de leerlingen steeds tegengewerkt. | |
[pagina 118]
| |
Door te: Door zich volledig op zijn taak te concentreren keerde de rust in de Geleense verdediging terug. Door tijdens de leesles zoveel mogelijk de te behandelen teksten ook harop te laten lezen, zal de leerling kunnen wennen aan het geluid van zijn eigen stem. Zonder te: Jungle, een woord dat niet getest kan worden op zijn volle waarde, zonder zijn wurgende greep gevoeld te hebben. Om te: Het opstel dient niet het einddoel van ons stijlonderwijs te zijn, maar juist het begin, om van hieruit het stijlonderwijs op te bouwen. In dit verslag wordt de blik eens teruggericht om zich te bezinnen op de ingeslagen weg. Ze zeiden dat ze door de politie mishandeld waren om hen tot een ongunstige verklaring te dwingen.
In de stijlboekjes wordt gewoonlijk streng geoordeeld over niet-conjuncte infinitiefconstructies, bv. door Pieete, Incorrect Nederlands, pag. 41 e.v. Op zijn minst worden nietaansluitende constructies sterk ontraden, bv. door Damsteegt, In de doolhof, pag. 75 e.v. Maar wie de taal van bekwame auteurs (letterkundigen en taalkundigen) op dit punt aan de regel gaat toetsen, komt tot de ontdekking dat de schoolregel irreëel is. Hij moet met meer omzichtigheid geformuleerd wordenGa naar eind212. Voor de zeventiende-eeuwse auteurs gaat hij zeker niet op. Huygens, Zeestraet 37b e.v.: vier mijner laeste jaeren (...) zijn even toegebracht/Om 't Kind sijn eigendom te brengen in sijn' macht. Zeestraet, 123b e.v.: Wie docht'er dat een Steen/Dat stael begaven sou met oordeel, schier, en Re'en/Om altijd even wijs en stevigh, vol bedaren/En onbeweeghlickheit in alle wedervaren/(Dat menschen niet en doen) sijn ooghwitt gae te slaen,/En sonder wanckelen recht uijt door zee te gaen? Oogentroost 66 e.v.: Sou niet des Hemels gunst ons hebben willen krencken,/Om binnewaarts te sien, en met de raemen toe,/(...) Ons goedjen t' overslaen, (...). Hooft, Hist., uitg. Vermeeren pag. 260: Den zelven Staaten zoude gelieven oover te schikken de naamen der uytgeweeke Raadsheeren, ook van etlyke andere persoonen, om eenighe, uit deeze tot bekleeding der leedighe plaatsen, by zyne Doorluchtigheit, gekoozen te worden. Bij moderne auteurs ontsnappen zinnen met een onpersoonlijk onderwerp (vooral passieve zinnen en zinnen met een voorlopig onderwerp het) gemakkelijk aan de regel; de lezer zal het verband niet verkeerd leggen, hij transformeert onbewust naar een constructie met een voor de hand liggend onderwerp. C.H. Den Hertog, De Nederlandsche Taal, dl. 2, Amsterdam 19052, pag. 204: Om eenheid van spelling te krijgen en te bewaren, is het noodig, dat de schrijvenden, vooral de schrijvers van beroep, zich aan eene zekere | |
[pagina 119]
| |
afspraak houden. R.A. Kollewijn, Opstellen over spelling en verbuiging, 19163 pag. 3: Oefeningen bij de spraakkunst worden hoofdzakelijk, diktees uitsluitend opgegeven om zonder fouten te leren spellen. C.G.N. de Vooys, V.T.O. 1 pag. 316: Ook de taal van Marnix zou eens grondig afzonderlik onderzocht moeten worden, om na te gaan in hoeverre èn de Middeleeuwse traditie èn de Latijnse grammatika op het schrijven invloed hebben doen gelden. Pag. 323: Om de noodzakelike eenheid te bereiken was voorafgaand overleg nodig. W.A. Ornée, Ik vind het een mooi boek, 1966, pag. 8: (...) door te stellen dat het boek fantastisch mooi is, wordt meteen aangegeven dat het dus beter is dan alleen maar mooi (...). G. van het Reve, Op weg naar het einde, Amsterdam 1967, pag. 22: De hele zaak zou zijn opgezet (...) om een bepaald genre schrijvers (...) te glorifiëren. H.F.A. van der Lubbe, Woordvolgorde in het Nederlands, Assen 1958, pag. 9: Door aldus vergelijkend te werk te gaan, worden tevens de bezwaren ondervangen die professor Kloeke oppert (...) Pag. 10: (...) hoe een zuiver wetenschappelijk verantwoorde taalbeschouwing heel goed mogelijk is, ook zonder de biezondere voordelen van de structurele beschouwingswijze daarbij maar enigszins prijs te geven. Pag. 16: Alvorens deze vraag te beantwoorden zij vastgesteld (...). Pag. 32: Om niet te wòrden misverstaan, zij er nog uitdrukkelijk op gewezen, dat (...). Pag. 46: Alvorens te pogen het wezen van de woordgroep nader te bepalen (...), is het nodig erop te wijzen dat (...). F. Lodewick, Literatuur, 's-Hertogenbosch 1958, dl. 1, pag. 77, 2e r.v.o.: Om in de uitgebreide stof van deze literatuur-periode niet te verdwalen, volgt hier de samenvatting van wat in de komende paragrafen behandeld zal worden. K.A.P. Reijnders, Couperus bij Van Deyssel, diss, Nijmegen, pag. 29: Zonder nu te moeten ingaan op de merites van Kretschmers stelsel (...), komt het me voor dat Van Deyssel mag figureren als schoolvoorbeeld (...). E. de Jong, Herman Heijermans en de vernieuwing van het Europese drama, diss. Utrecht 1967, pag. 136, noot: Een werkelijk afdoend bewijs dat zijn statische drama's alle geslaagd zijn, kan alleen worden geleverd door daarvan een volledige analyse te geven. Pag. 3, noot: Teneinde het aantal voetnoten zoveel mogelijk te beperken, is, als het duidelijk is welk werk is bedoeld, de aanduiding van de bedoelde pagina in de tekst zelf geplaats. E.T.G. Nuytens, De tweetalige mens, diss. Nijmegen, pag. 67: Als ik in mijn taalpsychologische beschouwingen over de tweetalige mens | |
[pagina 120]
| |
toch van primaire adverbia en verba spreek, gebeurt dit (...) om aan te geven, dat juist bepaalde adverbia en verba belangrijke interferentieverschijnselen vertonen. F.G. Droste, Het stiefkind onder de woordsoorten, de interjectie, Lev. Talen 1961, pag. 502: Om deze vraag te beantwoorden is (al weer) een korte uitweiding over enige principiële kwesties nodig. J.S. ten Brinke, Naar een beoordelingsmodel van het zakelijk opstel, Lev. Talen 1966, pag. 44: Beide afdelingen moeten echter goed uit elkaar gehouden worden, om een gevaarlijke verwarring te voorkomen. Pag. 45: Wellicht is, alvorens verder te gaan, enige toelichting bij het nieuwscriterium op zijn plaats. G.A. van Es, Nederlandse syntaxis in klein bestek, Zwolle 1966, pag. 57: Stereotipering is een zo veelvuldig en ‘natuurlijk’ verschijnsel op het gebied van syntaxis en woordvorming, dat er afzonderlijk aandacht aan moet worden gewijd, om na te gaan in hoeverre de woorden buiten het spel van de ‘levende’ groepsvorming zijn geraakt (...). Rapport van de Nederlands-Belgische commissie voor de spelling van de bastaardwoorden, 's-Gravenhage 1967, pag. 13: De spelling van het foneem /ie/ als i of ie in bastaardwoorden heeft de commissie voor grote moeilijkheden gesteld, die slechts op te lossen waren door ook de spelling van dit foneem in enige Nederlandse woorden in de regels te betrekken. C. van Duijn, Trema of koppelteken, N. Tg. 61 (1968), pag. 13: Teneinde de invloed van gewenning uit te schakelen, werden de woorden in de beide lijsten aselect verdeeld, zodat geen enkele maal dezelfde opeenvolging voorkwam. Pag. 16: Teneinde dit na te gaan, werden de verkregen gegevens ingedeeld in klassen (...).
Bovenstaande citaten heb ik incidenteel verzameld; bij een systematisch onderzoek zouden ze uitgroeien tot een monstercollectie. De meeste zijn uit de pen gevloeid doordat de auteur een (ongemotiveerde) angst had voor het voornaamwoord ik. Het zou ongehoord zijn, als de taalpolitici er rode strepen onder gingen zetten. Ten hoogste kunnen ze bescheiden vaststellen: de stijl van een betoog is ermee gediend als we in onze zinnen niet terugschikken voor een meer persoonlijk onderwerp; de eerste persoon van het persoonlijk voornaamwoord is geen onnet woord. Als ik zijn taboe verliest, blijven de meeste niet-conjuncte beknopte bijzinnen vanzelf achterwege. Een voorzichtig advies is dus wel op zijn plaats: laat de infinitiefconstructie als bijwoordelijke bepaling, als het enigszins kan, aansluiten bij het onderwerp. Natuurlijk vallen vaste uitdrukkingen niet onder de wet van de aansluiting. voorbeelden: Om kort te gaan, er is een einde gekomen aan het schrikbewind. Om | |
[pagina 121]
| |
alleen van de twee jongste uitgaven te gewagen, ze zijn veel te slordig. Aansluiting bij een ander zinsdeel dan het onderwerp is in bepaalde gevallen (die ik niet systematisch onderzocht heb) trouwens mogelijk, zonder dat er sprake is van een nabepaling: Jan stuurt Piet om brood te halenGa naar eind213. | |
B. Als bijvoeglijke nabepalingDe beknopte bijzin moet (vrijwel) onmiddellijk op zijn kern volgen: Er is voor mij nooit reden geweest (om) hem te groeten. Hij heeft het recht, je voor de rechter te dagen. Fouten ontstaan meestal doordat de plaatsregel niet in acht wordt genomen: Er moeten voorzieningen getroffen worden om een financieel debacle te voorkomen. (De lezer interpreteert dit als een verkeerd aansluitende finale bijzin; beter: Voorzieningen om een financieel debacle te voorkomen zijn dringend gewenst.) Om je voor de rechter te dagen heeft hij het recht. Overigens is een nabepaling in andere vorm (bv. een betrekkelijke bijzin) vaak beter: Een leerling een gedicht laten memoriseren om later gedeclameerd te worden, behoort ook tot het huiswerk; beter: een gedicht laten memoriseren, dat hij later moet voordragen. | |
C. Als bijwoordelijke nabepalingDe beknopte bijzin moet (vrijwel) onmiddellijk op zijn ‘kern’ volgen: Dat is te mooi om waar te zijn. Dat is bestemd om te verrotten. Dat is aangenaam om te horen. Fouten ontstaan doordat de plaatsregel niet in acht wordt genomen: Om er hun aandacht aan te wijden biedt dit probleem voldoende stof aan de ministers. (Om ... wijden moet nabepaling bij voldoende zijn: voldoende stof om er hun aandacht aan te wijden.)
N.B. De zin ‘Hij was te bang van die hond om hem mee te willen nemen’ vereist een voorwerp in de bekn. bijzin. Deze opmerking geldt voor alle gevallen waarin de beknopte bijzin vervangbaar is door het type ‘dan dat hij hem mee wilde nemen’. Fout: Hij was te bang van die hond om mee te willen nemenGa naar eind214. De tentoonstelling is veel te uitgebreid om in één dag te kunnen zien. Dit probleem is niet belangrijk genoeg om hun aandacht aan te wijden. (Hier is het voorzetselvoorwerp onvolledig; verbetering: om er hun aandacht aan te wijden.) |
|