Verzorgd Nederlands
(1974)–H.M. Hermkens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 100]
| |
15. BreedsprakigheidGa naar eind17515. 1. Breedsprakigheid in het algemeen: overbodige mededelingen, omslachtige uitdrukkingenNadat de voorzitter de vergadering op de gebruikelijke wijze geopend had, dankte hij de aanwezige leden voor de bewezen blijken van vertrouwen dat ze in hem gesteld hadden. Hij spoorde de leden aan, dat ze een nauwe vriendschapsband zouden helpen tot stand brengen. Zijn toespraak liet niet na, de nodige indruk te maken. Bij een ingesteld onderzoek bleek de meerderheid van de aanwezigen zijn beleid goed te keuren. Met het feit dat bedoelt men gewoonlijk niets anders dan dat. We waren nog niet op de hoogte van het feit dat ze geslaagd was (het moet misschien nog een feit worden). Lege woorden (o.a., e.d., enz.) zijn kenmerkend voor een slecht overwogen formulering, vooral als ze niet alleen staan: Er waren o.a. industriëlen, middenstanders, onderwijzers, intellectuelen, enz. Als we in kranteartikelen alle overbodige woorden schrappen, is het resultaat meestal verrassend: soms houden we een pittig artikeltje over, soms blijkt er niets gezegd te zijn. | |
15. 2. PleonasmeHet Griekse pleioon betekent meer of te veel. Onder een pleonasme verstaan we: het gebruik van meer woorden dan nodig zijn om een begrip of een gedachte uit te drukken: een oude grijsaard, naar elders verhuizenGa naar eind176, nog eens herhalen, ten onrechte miskennen, het praktische nut, de uiterlijke schijn, eventuele fouten die je ontdekt, een versleten cliché-uitdrukking, de moderne luchtreuzen van tegenwoordig, naast vele andere geschenken ontving hij bovendien veel bloemstukken, gewoonlijk plegen ze ernstig te zijn, zigzag over de weg laveren, ik beperk me uitsluitend tot de feiten, in kritieke ogenblikken van het hoogste gevaar, ter zake kundige experts, slechts operatief ingrijpen is de enige oplossing. Als we deze voorbeelden bekijken, constateren we dat er steeds een overtollige (bijvoeglijke of bijwoordelijke) bepaling in staat. We kunnen nu nauwkeuriger definiëren: een pleonasme bevat een woord dat (of een combinatie van woorden die) semantisch reeds opgesloten zat (zaten) in het aangeduide begrip (een oude grijsaard = een oude oude man; | |
[pagina 101]
| |
iets gewoonlijk plegen te doen = iets gewoonlijk gewoonlijk doen).
N.B. Het ‘overbodige’ element kan een stilistische functie krijgen: een bepaalde eigenschap wordt beklemtoond, een adjectief is vereist voor de plastische werking, de toevoeging fungeert als epitheton ornans (= vaste versierende bepaling): de goede God, het rode bloed, de snelvoetige Achilles.
Speciale aandacht verdienen de pleonastisch gebruikte hulpwerkwoorden. Onderstaande voorbeelden kunnen ook ondergebracht worden bij de contaminatie: Vermoedelijk moet de oorzaak gelegen zijn in een technische fout. De opstandelingen blijken kennelijk goed bewapend te zijn. De ex-president van Argentinië heeft toestemming gevraagd, zich in Panama te mogen vestigen. Hij moet in staat geacht worden om de winnaar van verleden jaar te kunnen overklassen. Een politieman is nu precies niet voorbestemd om mishandelingen te moeten ondergaan. Hoe is het mogelijk, dat zoiets gedrukt kan worden? Hij achtte het noodzakelijk, dat de bestaande onderbouw aan een restauratie moest worden onderworpen. Hij was niet bij machte om een auto te kunnen besturen. De bedrijfsverzekering eiste, dat ook voor amateurmusici premie moest worden betaald. N.B. Het hulpwerkwoord willen kan een functie hebben: het verzoek klinkt zonder dit woord te fors, te autoritair: Dr. Drees zal vandaag zijn bezoek aan de koningin brengen, teneinde haar te verzoeken, de opdracht terug te willen nemen. Maar meestal moeten we er een ordinair pleonasme in zien, bv. De echtgenote van het slachtoffer had de wens te kennen gegeven, niet bij de uitspraak aanwezig te willen zijn. | |
15. 3. TautologieEtymologie: tauto = hetzelfde, legein = zeggen. In de tautologie wordt tweemaal hetzelfde gezegd met andere woorden: ik was blij en verheugd; sociaal-maatschappelijk; de bergtop was tot dusver niet eerder bestegen; de zaak was overvol, zelfs te vol. Vooral voegwoorden en bijwoorden worden ondoordacht gebruikt: Maar deze oplossing is echter niet zo eenvoudig als ze klinkt. Het verschil tussen pleonasme en tautologie: in het pleonasme wordt een deel van het begrip herhaald, in de tautologie wordt het hele begrip herhaald: sociaal = maatschappelijkGa naar eind176a, tot dusver = eerder, overvol = te vol, maar = echter. Maar in de praktijk is de scheidslijn niet altijd duidelijk te trekken. |