Verzameling van kronyken, charters en oorkonden betrekkelijk de stad en meijerij van 's Hertogenbosch
(1846-1848)–Cornelis Rudolphus Hermans– Auteursrechtvrij
[pagina 709]
| |
Verhaal der plegtigheden geraamd bij de inhuldiging van Albert en Isabella, als hertog en hertogin van braband, in 1599, en plaats gehad hebbende bij de uitvaart van Prins Albert, den 12 September 1621, beide te 's Hertogenbosch. | |
[pagina 711]
| |
Instructie op dinhaelen van henre Hoocheden binnen deser stadt Shartogenbossche ende memorie vande ceremonien ten tijde der huldinge der selver gerequireert, op welbehagen der drye leden geraempt.Inden iersten dat deen helft der scutterye, die de ordinarise wachte ten dage vande voors. incomste sal hebben, binnen der stadt blyven sal, besettende ende beset houdende de ordinarise wachtplaetssen. Item dat de ander helft, mitsgaders de drye andere scutteryen, soldaten ende ruyterye, in hen gemonstert geweer buyten sullen trecken, by ordine elck apart: de soldaten voor aen ende de ioncxte scutterye daer naest en. soo voorts ordentelycken vervolgende. Ende sullen de acht wycken vuyt henne suppoosten vuytmaken de bequaemste ende opt scoonste best gemonteerde persoonen, ende meest in tgetal hen mogelyck wesende, die sullen worden verdeylt by lotinge in gelycken getall onder de voors. scutteryen, elck met synen capiteyn ende vendelen ende officialen, stellende den capiteyn vande schutterye voor vuyt, den eenen lieutenant der selver scutterye met eenen capiteyn des wycx daer achter aen, ende den vendrich dyer helfte der scutterye en. desselffs wycx metten vendelens beyde neffens malcanderen: de welcke sullen staen van buyten aff ter stadt- | |
[pagina 712]
| |
waert inne, soo verre die strecken sullen, tot aenden stadthuys, alwaer tvendelen der wacht bestaen sal soo verre als dit streckt. Ten daege vander incompste sal elck borger in persoon moeten compareren ende synen winckel toe moeten houden, omme te verhueden alle disordren: alles op peene van by elcken nyet gecompareerde, met syn behoorlick en. gemonstert geweer ter gedesigneerde plaetsse en. tyde ende henne winckelen open houden, te verbeuren xij gulden. Item sullen de capitainen goede ordre houden, dat alles ordentelyck sonder confusie gesciede, ende den suppoosten vanden scutteryen ende wycken te kennen geven, omme hen eerlycken te cleeden ende accoutreren soo eenyegelycx qualiteyt ende staet vereyscht, ende daeraff eer begeeren, sonder nochtans iemanden te astringeren, omme hen in cleederen te becostigen meer dan denselven gelieft. Ende sal yegelyck, soo soldaet als borger, verbonden syn te blyven in henre ordre ende plaetsse, sonder, tzy om regen oft ennich onweder, daer vuyt te wycken oft vertrecken, op peene van drye gulden. Ende ten eynde eenyegelyck hem behoorlycken quyte int scieten, dat dese stadt elcken vanden scutten onder de scutteryen, wycken ende soldaten, die hen ten voors. daege sullen presenteren, sal geven een halff pont poeders ende den musquetiers elcken een pont. Item datmen tgroot gescut tot xij stucken int getalle sal vueren aende poorte daer henre Hoocheden sullen incomen en. tzelve met oock seker quantiteyt van cameren aff scieten soo haest als de soldaten en. scutteryen, buyten van het verste aen beginnende ende soo voorts | |
[pagina 713]
| |
vervolgende, tot drye maelen toe sullen hebben geschooten, ende dat soo gelyck ende continuelyck vervolgens als mogelyck wesen sal, beginnende als henne Hoocheden sullen wesen int gesichte ende tzelve gevuechelick connen sien ende hooren: ende daernae soo voorts dander gescuth aende andere poorten ende opte vesten, inden verstande nochtans, dat tgescut alsoo sal worden gestelt, dat int affscieten egeen ongeluck oft peryckel en gebeure. Ende een yegelyck alsoo loss gescoten hebbende, en sal hem nyemant vervoirderen wederom te scieten vóór ende alleer henne Hoocheden binnen deser stadt sullen wesen, op verbeurte van lyff ende goet. Ende haere Hoocheden met haere garde gepasseert synde, sullen daerop stracx volgen de soldaten ende immediatelick daer nae de scutteryen in ordine, soo sy daer naest aen de soldaten syn staende, treckende in ordre nae de kerck ingevall ende soo voorts neffens het palais van haere Hoocheden, doende aldaer salue ende soo voorts yegelyck voor syn vendele, ende aldaer sceyden, wanneer wederomme tgroff gescut sall gelost worden, soo wanneer de leste scutterye binnen de stadt sal wesen gecomen. Item de heeren vande magistraet, te weetene, scouteth, schepenen, gesworen ende raetsheeren, mitsgaders de dekenen vanden ambachten, vuyt elck ambacht een daer toe te deputeren, sullen trecken alle te peerde in dese ordre, te weten, de twee ingebieders te perde voor, die dekens daernae, daer nae de secretarisen, daer nae die raetsheeren, dan de geswoorens, daer nae de groen roeden met hen stocken, daer nae de heeren scouteth ende scepenen, hebbende elcken scepen eenen dienaer te voet neffens hem, die welcke hen inden naem der drye leden | |
[pagina 714]
| |
deser stadt sullen presenteren bycants int midden vanden steenwech oft daeromtrent, alwaer de plaetsse bequaemste bevonden sal worden, omme aldaer henne Hoocheden te salueren ende congratuleren, ende tzelve gedaen wesende sullen de voors. heeren vanden magistraet voor aen gaen voor de familie van henre Hoocheden tot voorder stadt poorte, alwaer hen sullen vynden de heeren vande clergie, omme deselve henne Hoocheden insgelycx te congratuleren; item de Bagynen vanden grooten Bagynhoff, met witte falien nae ouder manieren (ende middelertyt salmen luyden alle de clocken, soo in kercken, cloosteren, goitshuysen ende capellen deser stadt, tot dat de scutteryen sullen wesen affgetrocken) welcke clergie alsdan sal precederen voor de magistraet ende henre Hoocheden, tzy totter kercke oft logement, soomen verstaen sal dintentie van henne Hoocheden te wesen. Ende sullen de heeren vanden magistraet alsdan gaen voor henne Hoocheden als voor is verhaelt, tzy totter kercke oft logement als boven, ende ingevalle ierst inde kercke, van daer voorts totten voors. logement toe. Item eenyegelyck vanden scepenen, gesworens, raetsheeren, secretarissen ende rentmeesteren sullen becostigen een tortsse; de rentmeesteren, ten coste deser stadt, vyfftich tortssen; elcke scutterye twelff tortssen, ende elck ambacht, als hier nae volcht, nae tgetal van henne gesworens: smeden xij; molders viij; beckers viij; corencoopers xvj; viscoopers vj; vleeshouwers vj; louwers xij; verwers ij; drappenierders viij; nastelmakers xij; cremers xxviij; gewantsnyders xxviij; bontwerckers vj; spelmakers x; screynmakers x; hoymakers ij; elcken procureur j. Item elck lieutenant ende vendrich vanden scutteryen, | |
[pagina 715]
| |
vanden rade nyet synde, insgelycx capiteynen, lieutenants en. vendrichs vanden wycken een tortsse. Mynen heere de bisscop xxv tortssen; tcapittel xxv tortssen; prelaet van Bern 25 tortssen; Cruysbroeders iij; Ulenborch iiij; Coudewater iiij; Catuysers xxv tortssen; tconvent vanden Hage xv; sint Gertruyden vj; Tolbrugge vj; de nonnen int gasthuys ij; den heyligen Geest vj; Orten vj; Fraters iiij; Baselers vj; Wyntmolenberch vj; Claren vj; de meestarssen vanden Bagynhoff vj; Eyckendonck ij; Annenborch vj; t'capittel van Oerscoth binnen deser stadt residerende vj; tcapittel van Beeck iiij; d'ingeseten vanden Dungen xxv; de gemeynte van Orten xij; de fabryck van sint Ians xij; sint Iacobs iiij; sinte Catarynen iiij; sinte Peeters iiij; de broederscap van ons L. Vrouw vj; de Romeynen [sic?] vj; lintwerckers ij; lynewevers ij; metsers, leydeckers ij; scilders, chirurgyns ij; Rhetorica vj; Passie camer iiij; sinte Catharynen gilde vj; sinte Barbara iiij; sint Agata iij. Tot welcke voors. tortsen sullen worden gebruyckt d'onderluyden oft sluyters vande vier scutteryen, FratersGa naar voetnoot(1) ende andere persoonen, tzy van binnen oft vuyten vrydom van buyten, ter wapenen onbequaem en. tot d'inhalen van hare Hoocheden nyet geordineert; ende sullen deselve persoonen met de brandende tortsen staen aen beyde syden vander straet, beginnende aende poorte daer henre Hoocheden sullen incomen, blyvende soo lange staen tot datdie leste scutterye sall wesen gepasseert ende alsdan volgen totter kercke, ingeval als voir, toe, en. van daer neffens het logys van syne Hoocheyt tot der merckt toe, ende soo voorts gaen elck naer huys daer de tortsen toebehooren. | |
[pagina 716]
| |
Tot directie ende ordre vanden welcke sullen wordden gestelt ennige commissarissen, die deselve soo wyt sullen stellen, dat die mogen reycken vande poorte tot lancxst de passagie van haere Hoocheden. Item henne Hoocheden ingecomen synde, sullen des avonts als voor ten acht uren wederom geluyt worden allen de clocken inde kercken, capellen, cloosteren etc. deser stadt, een geheele ure geduerende, te weten tot negen uren toe, ende alsdan terstont nae tgeluyt tgroot gescut rontomme opte vesten ende aende poorten weder affgescoten worden. Item datmen sal doen maken een hemelsel ten minsten lanck twelff voeten ende breet tien voeten ende rontomme eenen voet overhangende, wesende tzelve ten minsten van groen carmosyn, rontomme met goude oft silvere fraendien, onder mette wapenen van henne Hoocheden, ende aen elcke syde met drye stangen, omme by sess ende sess eedellieden in egeene militare officie synde, die de drie leden daer toe sullen gelieven te committeren, gedragen te wordden. Welcke hemelsel boven henre Hoocheden sal worden gedragen terstont nade congratulatie totten logement toe. Ende salmen desen aengaende communiceren met mynen eerw. heere den bisscop ende den heeren vanden capittele deser stadt, ten eynde henne E. desen aengaende hen reguleren en. dyen volgende totten effecte van tvoors. committeren etc. Item dat de rentmeesters deser stadt sullen terstont hebben te doen provisie van hout ende mutsaert tot behoeff vanden brant van haere Hoocheden, mitsgaders vande pecktonnen ten tyde der huldinge te branden. Item te deputeren de gene, die haere Hoocheden ende | |
[pagina 717]
| |
ordinarise suyte sullen billetteren ende fourieren, met commissie ende authoriteyt daer toe dienende, ten eynde de fouriers van tselve haere Hoocheden vuyt hen autoriteyt de voors. fourieringe nyet en behoeven te doen: ende sal inde selve logeringe noch geestelyck noch weerlyck wesen exempt. Item dat alle de stallingen binnen deser stadt voorde twee dordendeelen sullen worden ledich gehouden en. geopent tot behoeff vande suyte van haere Hoocheden, op pene van xxv gulden ende desnyettemin alsdan moeten ledigen den geheelen stall. Item dat de gene, die van wegen deser stadt sullen wesen gebilletteert ende ter causen van dyen sullen genootsaeckt syn te dragen ennige lasten van brant, kerssen ende andere dyergelycke servicie, ende datselve verclarende op haere vromicheyt sullen van wegen deser stadt daeraff inde redelicheyt worden gerecompenseert. Item die gene bewoonende huysen nyet bequaem tot de logeringe, sullen met bedden, lynwaet, tenGa naar voetnoot(1) ende andere meubelen gehouden syn te assisteren den genen daer sy gelycke servicien op sullen worden bewesen te doen, ende anderssins nae henne qualiteyt mede helpen draegen enden gelden totten oncosten van andere lasten byder stadt nootelyck ter cause der voirs. incomste te vervallen. Item dat nyemant ennige huysen oft cameren en sal mogen verhueren noch volck by hem innemen, om te ontgaen de logeringe vanden volcke van syne Hoocheyt, maer sullen in allen geval gehouden syn te ontfangen de gene, die van wegen deser stadt aldaer sullen wordden gebilletteert, de welcke voor de huerlingen sullen wordden geprefereert. | |
[pagina 718]
| |
Item totter huldinge van haere Hoocheden eest van noode voor de puye gereet te hebben een lange stellagie, ontrent scerp noch eens soo lange als is de puye ende vande selve breyde, ter hoochte vanden vloer vande bovenste puye. Item boven de stellagie sal wesen een hemelschel van lange groen laken nae de lengde vande sellve stellagie, om daer onder drooch te sitten oft wtten wint en. sonne, hooch boven de stellagien ten minsten xv voeten. De voors. stellagie met leege leenenGa naar voetnoot(1), voor ende aen beyde deynden hooger tot d'opgangen toe; de selven lenen behoorlyck behangen met groen, metter waepenen van keyser, coninck, haere Hoocheden in een wapen van Brabant ende deser stadt. Tegen dmiddel vander puye sall gemaeckt wordden een sitplaetsse ontrent drye oft ijz voeten hooger, met den voet wat vuytsteeckende tot omtrent seven oft acht voeten boven opte ierste breyde vande principael stellagie, om daerop tegen de voors. puye int middel gestelt te wordden twee vergulde Spaensche stoelen voor haer Hoocheden ende die van wegen der selver daertoe sullen worden beschickt. Item rechts voor haere Hoocheden een scabelleken van omtrent sess voeten lanck, dwelck van wegen haere Hoocheden sall bedect wesen met een van henne roode fluwelen cleeden, ende voor twee fluweele cussens, om daerop byde selve te worden geknielt in het doen vanden eedt op het heylige evangelie in seeckere schoon missaelboeck, tzy van mynen eerw.ste heer den bisscop oft andersins, ende dander twee cussens op de voors. scabelle, | |
[pagina 719]
| |
om daerop by haere Hoocheden te stuenen in het leggen vande handen op het missael. Achter den rugge van haere Hoocheden ende boven hen hooft sal hangen een van haere zeer costelicke goude hemelschel, ende voorts lancx de geheele syde vande puye ter lengde der stellagie oock al gehangen schoone goude tappeeten haere Hoocheden toebehoorende. D'eynden vande voors. stellagie aen beyde syden vanden trappe oock met een leene te maecken ende voorts open ende ombehangen te laten, ten eynde van bezyden daer inne van buyten mach worden gesien. Aende syde vande stellagie nae de merct oft Groenenborch toe ofte totte Lavoer toe eenen wech van nyeuwe witte plancken te maken, ongenagelt ende onder sonder ribben oft sparren, maer op sandt geleeght, om soo vast naest malcanderen te leggen, beginnende aende LavoerGa naar voetnoot(1) tot aen de breede noeffsGa naar voetnoot(2) affgaende trappen omtrent Peeter Martens huys, aldaer haere Hoocheden comende over den voors. planckwech vuyter kercke opte voors. trappen nae de stellagie sullen gaen, ende deselve trappen aen beyde syden geleent ende totter aerden oft ondersten voet incluys met groen laecken becleedt ende op de trappe vast gemaect synde. Voor d'opcommen van haere Hoocheden sullen de heeren vande ordre, heer cancellier van Brabant, president Richardot etc, den audiencier Verreycken met andere hovelingen staen aen de slincker syde, ende de schepenen, gesworens, raetsmannen mette gecommitteerde vanden de- | |
[pagina 720]
| |
kenen aen dander syden met heur tabbarden oft ander decent habyt. De solemniteyten ende doorsaecke vande substantie deser acte oft comparitie sall cortelinge verhaelt worden by mynen heere den cancellier, soo verre hy daer is, ende dan gelesen den eedt by haere Hoocheden te doen opte previlegien, rechten en. costumen etc. deser stadt. Ende wordt oock goet gevonden, dat inde huldinge van heure Hoocheden boven den gewoonlycken eedt mede worden besworen deser stadt te onderhouden de pacificatie van Colen in allen haeren poincten en. articulen, mitsgaders de geloeften ende toesegginge byde excellentie hertoge de Terranova int accepteren vande selve pacificatie den xvijen Septembris ende xxen Octobris [1500] lxxix deser stadt gedaen. Daer nae byden selven heer cancellier voorgehouden den eedt van trouwicheyt byden drye ledene reciproce te doene, ter presentatie van het boeck byden heere voorscepen ende byden selven aen de geheele gemeynte oock sulcx claerlyck over de leene vander stellagie voor te houden, dat sy den eedt van trouwicheyt aen haere Hoocheden, als hartoch ende hartoginne van Brabant, onse overste ende natuerlicke heere ende vrouwe, insgelycx sullen doen, ende sulcx hen aff te vraegen ende nae het roepen van het woort iae, henne vingeren dan te laten opsteecken. Ende sullen de gemeyne innegesetenen deser stadt, mitsgaders die van Vucht, Dungen, Orten ende Hintham, voor soo veel sy onder tvrydom deser stadt woonen, hen laten vynden opter merct sonder wapenen. Daer nae sal worden geroepen ierst by eenen heere vander ordre oft herault d'armes: Vivent les ducqz! | |
[pagina 721]
| |
ende de gemeynte met luyder stemmen van gelycken: Vivent les ducqz! Terstont sullen de trompetten van haere Hoocheden steecken. Insgelycx der stadt speelluyden ende pypers spelen, sittende oft staende inde vensteren boven opt hoochste vande Gaffel ende sint NiclaesGa naar voetnoot(1), dwelck sy des avonts sullen continueren terstont nae d'optrecken vande ordinaris wachte een halff ure lanck drye dagen continuelyckGa naar voetnoot(2). Daernae sullen de heeren vanden magistraet ordine approcheren ierst aen mevrouwen de hartoginne, ende met d'een knie leech knielende ende haer cleedt bynae aenroerende, haar geluck te bieden ende lancksalige regeringe te wensschen, seggende: Madame, bonheur et longue vie! ende insgelycx quant et quant aen syne Hoocheyt den hertoch, seggende: Monseigneur, bonheur et longue vie! ende soo voorts gedaen te worden byden gesworens, raetsmannen en. gecommitteerde vanden dekenen iegelyck nae syn ordre ende plaetsse. Daernae het boeck ewech genomen synde byden cappellaen oft eenigen prelaet oft bisscop aldaer omtrent, sullen voor haer Hoocheden worden ontboden ende geroepen, die den hartoch ridders sall begeren te slaen, de welcke soo sy geroepen sullen wordden, yeder besonder op beyde henne knyen sullen sitten op seecker kussen | |
[pagina 722]
| |
voor syn Hoocheyt, ende op de rechter scouwer dryemael geruert wesende, den appel van het goude rappier cussen, die daermede met reverentie sullen vertrecken. Middelretyde sullen de trompetten ende stadt pypers all blyven spelen ende jolytGa naar voetnoot(1) thoonen tot dat haere Hoocheden vande stellagie sullen wesen gegaen aen dander syde vande selve stellagie, vande trappe ende plancken wech aldaer te maeckene tot aenden gulden Leeuw toe, om soo voorts nae thoff te ryden etc. Daernae tsavons pectonnen gebrant, soo op hooge staecken opte merckt als elders, daert de heeren vanden magistraet ende andere lieffhebbers sullen begeren te doen: inden yersten voor haere Hoocheden twee boomen, van onder ses, daernae vier, en. voorts opgaende drie, twee en. een; item voor het stadthuys insgelycx twee boomen, aen elcken hoeck vande payeGa naar voetnoot(2), eenen ontrent tgulden Harnas, eenen voor Iannen van Gemert, eenen voor Marten van Poppel, altesamen van drye tonnen; item elck scutterye voor hennen boomgart eenen boom van sess pecktonnen, ende voorts alomme daert geraden dienen sal. Ende omme henne Hoocheden inde huldinge van wegen deser stadt te bescencken, bevynt men ten tyde vande huldinge ende receptie van hoochloffelicker memorie Philippus, de Conincklycke Maiesteyt van Spaingnien, derselver syne Maiesteyt by dese stadt besconcken te syn met twee voeder wyns, ijc malder haveren ende twee paer vette ossen: wesmen nu sal doen wordt gereserveert ter dispositie vande drye leden. Ten effecte van allen den welcken sullen worden ge- | |
[pagina 723]
| |
ordineert commissarissen, die welcke de drye leden tot yegelycx effect sullen gelieven te committeren, ten eynde alles ordentelick gesciede. Ten archieve der stad 's Hertogenbosch, onder de losse stukken, no. 1, doorloopend vergeleken met de Memorie vande huldinghe van haere Hoocheden etc., no. 2, mede ten archieve onder de losse stukken bewaard. Deze Memorie bevat slechts een groot gedeelte van het afgedrukte, beginnende met de woorden: Ierst voor de puye gereet te hebben een lange stellagie enz. (zie hiervoor blz. 717, reg. 31) en doorloopende tot de woorden: sullen begheren te doen (zie blz. 721, reg. 28). Het afgedrukte is echter doorgaans omstandiger. Het stuk no. 3 komt in vele punten met no. 1 overeen, doch bevat ook vele nieuwe verordeningen, om welke redenen wij het hier laten volgen. |
|