[Deel 3]
[Voorwoord]
Het gunstig onthaal, dat aan de twee eerste stukken der Verzameling van Kronyken en Oorkonden betrekkelijk de Stad en Meijerij van 's Hertogenbosch is mogen te beurt vallen, heeft Bestuurders van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Braband bewogen, om daarmede voort te gaan, en zij bieden hunne medeleden het derde stuk daarvan aan, waarmede het eerste deel gesloten is. Al gaande weg is na een naauwgezet onderzoek gebleken, dat het cader, waarin de Kronyken en Oorkonden betrekkelijk de Stad en Meijerij van 's Hertogenbosch bij den aanvang waren aangelegd, op eene te kleine schaal berekend was geworden, en dat deze collectie wel vijf deelen, aan het eerste ongeveer gelijk, zal bevatten.
Intusschen heeft men gemeend - zoo ter bevordering der verscheidenheid, als om een bewijs te geven, dat alle landstreken, waaruit de provincie Noord-Braband bestaat, dezelfde belangstelling aan het Bestuur inboezemen - de kronyken, charters en oorkonden rakende de Stad en Meyerij van 's Hertogenbosch tijdelijk te moeten laten rusten, ten einde de charters en bescheiden van een ander gedeelte van dit gewest uit te geven.
Eene geschikte gelegenheid bood zich aan, om de stad en het land van Ravestein ter bewerking te kiezen. De heeren A. van Hoogstraten, kapellaan te Uden, en M. van den Bogaard, rector der Latijnsche scholen te Ravestein, hadden zich met den heere bibliothecaris in aanraking ge-