Verzameling van kronyken, charters en oorkonden betrekkelijk de stad en meijerij van 's Hertogenbosch
(1846-1848)–Cornelis Rudolphus Hermans– Auteursrechtvrij
[pagina LVI]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[Deel 2]☞ In het derde stuk der Verzameling van Kronyken betrekkelijk de Stad en Meijerij van 's Hertogenbosch zal het vervolg der inleiding, benevens een chronologisch en alphabetisch register van zaken en personen in het geheele werk vervat, voorkomen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 267]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Tweede vervolg op de kronyk van Aelbertus CuperinusGa naar voetnoot(1).In dit voors. iaer van [1500] lxvjtich, den eersten dach May, heeft eenen dienaer vanden bisscop van Luyck binnen den Bossche opte kerckdueren en. stadt poirten opgeslagen ban brieven tegens bisschop Sonnius voors. Als bisschop Sonnius sulcs vernomen hadde, syn syn dienaers gegaen en. hebben die ban brieven door haelt en. door toegen met messen, die op de voors. kerckdueren en. poirten geslagen waren. Int zelve iaer, opten eersten Sonnendach naer Bossche kermisse, is deerste sermoen en. predicatie gedaen vande | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 268]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
predicanten buyten der stadt by Engelen in een vlack velt off weyde onder sommighe boomen, alwaer veel menschen vuyter stadt toe geloepen zyn, om [te] hooren. Int voors. iaer, opten xxven Iuly, hebben die heeren schoutet, schepenen en. raeden der stadt voors., omtrent xj uren voor middach, door handen van Peter Treillier, ordinaris boode vande conincklycke maiesteyt, ontfangen seeckere brieven, gecomen wesende van Margrita, hartoginne van Parma, als gouvernante, luydende zoe hier nae volcht:
‘Margrita, byde gracien Godts, hartoginne van Parma en. van Plasante, regente en. gouvernant: lieve en. wel beminde! Alsoemen siet het aenstaende apparentelycke perykel van een generale bederffenisse, districtie en. subventien van onse oude catholycke religie, dien mitsgaders vande gemeyne staet van herwaerts over, indaer inne op alle oerten en. zyden mit alle gevuechelycken middelen nyet promptelyck versien en worden; en. want ghy, gemerct tperyckel grooter apparentie en. meerder nakende is, om voor Godt, onsen Heer, den coninck en. der werelt te verandtworden van alle goet devoir, getrouwicheden en. quytinghe van uwen eedt, versuecken wy u dair omme wel ernstelyck, en. nyet te min inden name en. van wegen zyne maiesteyt ordineren en. beveelen zeer expresselycken, dat ghy terstont wilt communiceren mitte principaelste en. treffelicxste personagien, luyden van eeren, en. die tot onder houdenisse en. conservatie vander voors. oude en. catholycxse religie totten dienst en. onderdanicheyt zyne voors. maiesteyt en. tot ruste en. wel varen vande landen en. aldermeest geaffectioneert en. genegen zyn, om tsamelyck | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 269]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
te ramen en. advyseren alle middelen en. remedien, daer mede men tvoors. peryckel soude moegen voorcomen en. verhoeden ende voor al de stadt van sHartogenbossche wel verseeckeren tot bewaernisse van uwe eygene persoonen, huysvrouwe, kynderen en. goederen, teghens alle seditie, oploop, beroerte, plonderinghe en. pillagie, zoe wel van binnen als van buyten, stellende al omme goede waecke by dage en. by nachten, en. deylende tvolck met rotten en. wycken, gelyck ghy in sorchelycke tyden tot uwen behoet en. verseeckerheyt gewoenlyck zyt van doen en. bevynden sult den noot en. importancie vander sake te vereysschen, sulcs dat die gemeynte off religie in egeen inconvenient en valle, doende insgelycx alle vuyterlycke devoir en. neersticheyt, om tvolck van alle ombehoorlycke preekinghe en. vergaderinghe te trecken en. weeren, eensdeels met auctoriteyt en. vermaninghe, eensdeels met goetheyt en. lieffde, en. eensdeels met gewelt, hem verthoonende tperyckel daer inne zy hem stellen, oeck dat zy daer mede verthoornen onse voorn. heere den coninck, huere natuerlycke prince, en. de weth en. overheyt offenderen, mitsgaders die plaegen ende allendicheyt, die Godt ordinaerslycke seynt duer veranderinge vande religie, en. oeck die bederffenisse en. subversie vander gemeynten ofte republycque daer nae volgende, verseeckerende, versterckende en. conforterende voorts meer tgemeyne volck, ten lesten dat u doenlyck wort, totter aenstaende coempste toe van zyne maiesteyt, die beloeft heeft corts over te coemen, om in persoen op alles te versien en. ordre [te] stellen, en. die goede ondersaten en. den lande voor te staen en. [te] beschermen. Ende ten eynde dat gheene des voors. is, bat volcomen engeëffectueert zoude moegen worden, sulcx gy tzelffde | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 270]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
moecht communiceren mitten cancellier en. luyden van onsen raede in Brabant, houdende dies halven met elcke anderen goede correspondentie, inder vueghen dat zyne maiesteyt die auctoriteyt behoude en. die sterckste blyven mach en. de voorn. stadt van sHartogenbossche wel verseeckert zy, zoe voors. is; ende indyen ghy onse ofte den voorn. vanden raede van Brabant hulpe, bystant en. assistencie behoeft, sult ons ofte den zelven daer van mogen verwittighen en. adverteren, mits verclerende van tgeene dat van noode wesen sal, om u daer van te succurreren en. by te staen, ofte die middelen, die ghy daer inne geadviseert zult hebben te vorderen en. nae volghen; waer inne wy u gansselyck toe betrouwen, dat om die getrouwicheyt, die ghy zyne maiesteyt en. tot conservatie van desen landen schuldich zyt, ghy nyet laten en sult te doene al tgheene des tot Godts dienst en. van zyne voors. maiesteyt, en. tot behoudenisse en. bewaernisse vander gemeynte en. van u zelven, en. bysonder u van noode wesen zal. Lieve en. beminde, onse Heere Godt zy met u. Gescreven te Bruessel, opten ijen dach Iuly ao. 1566. (Ondertekent:) Margrita.’
Item in dit zelve iaer, inde weecke voor sint Ians kermis en. kerckwydinghe, in Augusto, syn die beelden inde kercken binnen den Bossche eerstmael onstucken gesmeeten en. aff geworpen, waer door groote trouble en. beroerte binnen der stadt is gecomenGa naar voetnoot(1). In dit iaer D. Noppens en. N. vander Stegen als commissarissen vanden hove binnen den Bossche gecomen wesende, hebben opten viijen October, naeden middach | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 271]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
omtrent drie uren, allen die procureurs vander stadt onboeden voor hem te coemen, inne presentie van meester Hanrick Bloyman, Hanrick van Eyndthouts, Bartolomeus Loeff, Loeckemans, pensionaris, Wouter Schellens, grieffier, Gerit Colen en. meester Iacop Donck, secretarissen, ende henlieden aldaer voor gehouden of sy byde catholycque Roemsche religie begeerden te blyven oft nyet, met nyeuwe restrictie en. articulen, die zy proponeerden en. hen voorleyden; waer op die procureurs dach versochten tot sanderen daegs daer nae, omme daer op te andtwoorden en. seggen, dwelck hen byde commissarissen geaccordeert worden. Ende opten ixen October syn gecompareert voor de voors. commissarissen, inne presentie van Bloeyman, Eyndhouts en. Loeff voorseyt, die voorn. procureurs, te weten, Mathys Keyen, Willem vanden Bossche, Iacop de Wit en. Wouter Leyten, en. hebben aldaer haer verandtworde in scriptis gedaen en. by haere handen ondertekent, gelyck zulcxs naerder blyct byde zelve verandtworde daer aff zynde; ende Gerit Fabri en. Iannen Millinck hebben geconsenteert inde voors. aengegeven propositie byde commissarissen gedaen; maer Ian Costers heeft hem apaert gebiecht. Naer dien die voors. hartoginne van Parma gehoort hadde, dat binnen den Bossche die beelden waren affgeworpen, als voorstaet, en. datter groote beroerte binnen der stadt was, heeft noch anderen brieven opten xxen October int zelve iaer vuyt Bruessel gescreven aen die schepenen, raet en. die vanden jen, ijen en. iijen leden der voors. stadt, de zelve brieven overseyndende met heer Ian Scheyve, ridder, heer van sint Aechten roede, | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 272]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
cancellier van Brabant, en. de heere van Merode, welcke brieven aldus luyden:
‘Lieve, besondere! Alzoe wy met grooter verdriet en. hartsweer verstaen hebben die trouble en. beroerte binnen der stadt van sHartogenbossche gebuert en. geschiet, en. wy begeren daer inne te remedieren en. die stadt in stilheyt en. huere gewoenlycke neeringhe weder omme te brengen en. stellen, hebben daer toe gecommitteert heer Ian Scheyffve, ridder, heer van sint Achten roede, cancellier van Brabant, en. den heere van Merode, die door onse last tot dien eynde tegenwordelyck derwaerts reysen, den welcken wy versuecken dat ghy volcomen gehoor en. gelove geeft en. u lieden gehoorsamelyc thoont en. bewyst int tgheene zylieden voor nemen en. doen sullen tot dienst des conincxs, ons genaedighen lants heere, en. de welvaert, rust, vreede en. eenicheyt der voors. stadt, borgeren [en] inwoenderen der zelver, hen lieden daer toe alle moegelycke aenwysinghe, hulp en. bystant doende en. doen doen. Lieve, bysondere, Godt zy met u. Gescreven tot Bruessel, den xxen dach October anno xvc lxvjtich. (Ondertekent:) Margrita.’
Die vanden Bossche verstaen hebbende, dat die grave van Meghen commissie hadde vander gouvernante voors., omme thien vendel voetknechten aen te nemen en. opten Litssen Ham daer mede comende, beduchtende voor haere stadt, hebben zy binnen den Bossche oeck vier vendel voetknechten aengenomen, waer aff capiteynen waren: Iannen Maessen, Peter de Gruyter, Middelaer en. Willem Cloot. Waer nae int zelve iaer, inde mandt van February, | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 273]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
is die voors. grave van Meghen gecomen tot Vucht met zyn aengenomen voetknechten en. heeft den Bossche belegen; en. dewylen die voorseyde grave voorden Bossche lach, zoe is binnen den Bossche gecomen eenen, genaemt Antonis Bombergen, die generael cappiteyn worden gemaect binnen der stadt. Waer nae hebben hem sommighe borgeren goet willichlyck gevuecht by maelcanderen, sonder eenighe gagie te begeren vander stadt, en. hebben oeck een vendel op gericht, waer aff opperste voerder was Steven van Cuelen. Naer dat die grave van Meghen xiiij daeghen voorden Bossche (als voor staet) gelegen hadde en. die predicanten en. Guessen vuyter stadt nyet en const gecrygen, nochte den voors. cancellier en. Merode, die inder stadt gevangen saten, doen nyet en worden gerelaxeert, soe synder twee canonicken gecomen van Utrecht, genaemt meester Wouter van Coddenoert en. Hanrick Pyll, die de grave van Meghen met zyne aengenomen knechten vanden Bossche haelden en. die binnen Utrecht gebracht; welcke twee canonicken dyer tyt gecomen zyn binnen den Bossche en. zyn op getoegen ten huyse van Maye inde Nachtegael, alwaer sy snachts begeerden te logeren: dan syn die zelve daer nae van Pauwels vanden Grave, weert aldaer in huys, verspiet geworden, dat het twee canonicken waren, en. zoe zy elcxs twee corte pistolette by haer hadden, heeft Pauwels die zelve voor buet gehouden, sonder anders hen yet te doen; ende zoe die voors. Pauwels inden April hier nae hem oeck vuyter stadt begaff en. liep met meer borgheren, zoe hier naer breeder verclaert zal worden, soe begaff hy hem binnen Vianen onder des heere van Brederoede | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 274]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
regiment, en. daer acht off thien dagen onder gelegen hebbende, syn die van Vianen inder nacht over den Ryn gecomen, om op te slaen die Utrechtse knechten, die opte vaert lagen, alwaer hy, Pauwels, worden gevangen binnen Utrecht gebracht, en. die voors, canonicken hem kennende, is hy, Pauwels, daer nae inde hoele Bilt gehangenGa naar voetnoot(1).
Int iaer ons Heeren m ccccc en. lxvijtich, opten eersten dach van April, nae Paesschen, heeft die voorscreven hartoginne van Parma, gouvernante, een placcaet laten vuytghaen tegens die van sHartogenbossche, luydende alzoe hier naer volcht: | ||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Byden coninck.Onsen schoutet van Andtwerpen en. marcgrave ons lants van dien oft zynen stadthouder, saluyt. Alsoe eenen genaemt Anthonis van Bombergen, geboren tot Andtwerpen, seggende last te hebben, commissie en. gedeputeerde des heeren van Brederode, hem onlancxs binnen onse stadt van sHartogenbossche gevonden en. geintroduceert heeft, hebbende die gemeynten aldaer, en. sonderlinghe die sectarissen verwect, verleyt en. gesolliciteert tegens ons optestaen, en. groote menichte van dien aengescreven, hebbende oeck dartillerie, munitie en. geschut, mitsgaders die sluetelen vanden poorten der zelver stadt, in zyn handen genomen en. hem oeck gevordert aldaer te gebieden en. bevoelen inden name en. van wegen den voorn. heere van Brederode, zynen meester, alzoe hy zeecht; wesende daer en boven die zelve Bombergen met zyne aenhangers zoe verre gheweecken van getrouwic- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 275]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
heyt en. onderdanicheyt, die zy ons als natuerlycke en. geboren ondersaten schuldich zyn, sulcxs dat hy hem nyet ontsien en heeft te arresteren en. gevangen te houden onder die wacht ofte guarde vanden ingesetenen der voorn. stadt daer toe geordineert en. gestelt, onsen cancellier van Brabant, hooft vander iusticie en. bewaerder van onsen zegel des zelffs ons lants, en. den baenre heere van Merode Petersem, beyde van onsen twegen gedeputeert, gecommitteert en geschiect, om in die zelve stadt die beruerten en. commotien daer te vooren aldaer gereesen, needer te leggen en. [te] pacificeren; jae dat meer is, al eest zoe, dat die van onse voors. stadt van sHartogenbossche van onser wegen scrieftelyck belast en. gesommeert zyn, dat zy nyet alleenlyck die personen van onse voors. cancellier en. heere van Merode met huere dienaren en. goeden terstont en. binnen xxiiij uren ontslaen en. tot volcomen vryheyt en. liberteyt stellen zouden, maer oeck die zelve tracteren, respecteren en. eeren naeden eysch van hueren staet en. qualiteyt, ende in verseeckerder plaetse doen stellen, ten eynde dat hen egeen inconvenient, overlast noch ongeryff aengedaen en zoude worden, en hebben zy ons nochtans daer inne nyet willen obedieren oft gehoorsaem wesen, maer ter contrarien tot hueren aensien en. wetenschap lyden en. gedoeghen, dat die voors. van Bombergen en. zyn aenhangers, borgers en. inwoenders der zelver stadt, den voors. cancellier en. heer van Merode met oipenbaere wacht en. guarde aldaer houden, daer mede zy nyet alleenlyck den zelven gedeputeerden en. commissarissen, maer by consequentie onse. eygen personen doen groot ongelyck en. injurie, en. sulcxs hen zyn dragende als ongehoorsame, ongetrouwe en. wederspannighe ondersa- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 276]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
ten; waer omme, soo ist, dat wy tzelve aengemerct en. nyet willende sulcke overdadich, moetwillich en. affgrysselyck feyt en. misdaet lyden onder dissimulatie, en. hier op gehadt dadvys van onsen raede in Brabant, hebben by deliberatie en. advyse van onse zeer lieve, getrouwe en. zeer beminde suster, die hartoginne van Parma, als regente en. gouvernante van onsen landen van herwaerts over, en. van onse zeer lieve, getrouwe, die luyden van onsen raede van staten, neffens haer wesende, gewilt en. geordineert, willen en. ordineren wel neerstelycken by desen, dat alle personen, poirters, borgers, cooplieden ende innegesetenen [van] onse voors. stadt van sHartogenbossche, tot wat plaetse die zelve binnen onse voors. landen van herwaerts over bevonden sullen worden, mitsgaders huere goederen roerende en. onroerende, actien en. schulden, terstont en. sonder vertreck onder onse handt gestelt, gehouden en. gearresteert sullen worden, en. daer en boven hebben wy geschorst en. gesuspendeert, schorssen en. suspenderen by desen alle previlegien, vrydommen van tollen en. andere exemptie van vryheyden, die zy in eenighe plaetsen van onse voors. landen moeghen hebben, hoe danich die zelve soude mogen wesen, ende insgelycxs alle gracien, octroyen, vuytstellen oft atterminatie van betaelinghe van huere, schulden en. tachterheyt; bevelende voorts meer onse procureur generael van Brabant tegens den voors. vanden Bossche te procederen, zoe wel int generael als particulier, en. namelyck tegens den gheenen, die hen van onsen twegen betekent en. genoemt sullen worden, zoe nae recht en. redenen behoren zal. En. om dat van dese onse iegenwordighe ordinancie nyemant ignorancie en zoude moeghen pretenderen, soe onbieden | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 277]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
en. beveelen wy u, dat ghy die zelve terstont en. sonder vertreck condicht, vuytroept en. publiceert, ofte doet vuytroepen en. publiceren al omme binnen den bedryve en. lymiten van uwer officien, daermen gewoenlyck is vuytroepinge en. publicatie te doene, ende van onsen tweghen gebieden en. ordineren alle onsen ende onsen vassalen en. smaelheeren, rechteren, iusticieren, officieren en. ondersaten, dien dit aengaen sal, dat zy aentasten, vanghen en. arresteren allen die poirters, borgers, cooplieden en. innegesetenen [van] onse voors. stadt van sHartogenbosche, huere huysvrouwen en. kynderen, en. die landen, erven en. goeden en. incoemen roerende en. onroerende, actien en. schulden den zelven toebehoirende, van wat natuer ofte hoe danich die moegen wesen, in onse handen stellende en. houdende, soe langhe en. ter tyt toe, dat onse commissarissen en. gedeputeerden, boven genoemt, vuyte voors. gevanckenisse ende detencie, daer inne zy tegenwoordelyck binnen onse voors. stadt van sHartogenbossche zyn, gansselyck en. volcomelyck gelost, vry en. ontslagen en. in goede verseeckerde plaetse gestelt sullen zyn, daermen vryelyck en. ombecommert toe gaen, comen en. weder keeren mach, en. tot daer inne anders by ons geordineert zal wesen; doende oeck al omme publiceren en. condigen die suspencie en. schoorsinghe vander previlegien, exemptien, atterminatien en. van allen anderen gracien, zoe voors. is, en. tot onderhoudenisse en. observatie vande zelve onse ordinantie beveel en. gebot, procedeert en. doet procederen sonder eenighe gunste, dissimulatie oft verdrach, op poene van tzelffde te verhalen op den gheenen, die des in gebreecke bevonden sullen wesen, in huere eighen naem, ende des voors. is te doene mits | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
diesser aen cleeft, geven wy u en. den voorn. richters en. officieren volcomen macht, auctoriteyt en. sonderling beveel, ontbieden en. beveelen insgelycx, dat zy u en. hen zulcxs doen ernstelycke verstaen en. obedieren, want ons alzoe gelieft. Gegeven in onse stadt van Bruessel, onder onsen contra segel hier op gedruct in placcate, den xviijen Meert int iaer xvc lxvjtich.’ Ende onder stont gescreven: ‘Byden coninck,’ en. ondertekent: ‘De Facuwez.’ Dit placcaet is opten jen April nae Paesschen ao. 1567 binnen Andtwerpen gepubliceert.
Als die vanden Bossche gehoort hadden, dat de heere van Beauvois en. Ian die Greve, drossaert van Brabant, doer consent en. ontheytGa naar voetnoot(1) vander voors. hartoginne de Parma, gouvernante, sommighe knechten, die vergadert waren en. lagen tot Oisterweel by Andtwerpen, van weghen der Guessen verslaegen en. verstroeyt waren, en. dat het oeck met haer lieden binnen der stadt nyet wel en wilde afflopen, soe zyn opten vijen April voor noen anno [1500] lxvijtich voors. naer Paesschen byde drie leeden, den gedeputeerde vande schutteryen en. die vande nyeuwe religie, inne notabile getalle vergadert zynde, eendrachtelyck geordineert, geaccordeert, gesloeten ende maelcanderen beloeft, datmen vuyten name vande gemeyn stadt, soe vander eenre als vander andere religie soude suppliceren aende gouvernante voors., om een generael perdon en. een eeuwighen peys en. vreede te verwerven aen haere hoocheyt van allen tgheene wes teghens [zijne] conincklycke maiesteyt oft haere hoocheyt eenichsins zoude moeghen zyn gecommitteert, sulcxs | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
dat zy allet tgheene wes den bourgeren zoe van deen als dandere religie daer aff soude moeghen coemen, maelcanderen eendrachtelyck souden helpen draghen en. gheen bloet ofte goet te laten verliesen: dies zoude die vander nyeuwe religie hen gehouden zyn te reguleren in alle behoorlycke sake, gelyck als goede en. getrouwe ondersaten van zyne maiesteyt schuldich zyn te doen, ende inne gevalle yemant gebreeckelycke waere int volbrenghen van tgheene voors. is, dat die zelve met zyne goederen vryelycke tot allen tyden sal moegen vertrecken, behoudelyck des nyet te min vry en. ombehyndert alle erffelycke en.Ga naar voetnoot(1) goederen, om die te gelegender tyt te moegen slyten: soe ist, dat op datum voors. byde voorn. drie leden, gedeputeerde vande vier schutteryen en. die vander nyeuwer religie eendrachtelyck is gesloeten en. maelcanderen ter goeder trouwen hebben geloeft, dat allen die innegesetenen deser stadt, soe wel van deen als van dandere religien, noch yemanden van hairen tweghen ofte deur heure last en. toedoen yet geduerende de sollicitatie voors. sullen moeghen attempteren directelycke oft indirectelycken, int heymelyck off int oipenbair, met worden ofte met wercken, dwelck zoude moeghen tenderen tot eenighe seditie, commotie ofte beroerten binnen deser stadt en. ingesetenen der zelver, ende dat oeck nyemant van deene als dandere religie by hem zelven oft yemanden anders van heuren tweghen eenich garnisoen, ruyteren ofte knechten en. sal in brenghen oft laten inbrengen, sonder consent en. wille, zoe wel van deen als van dandere religie; ende sullen hier aff die vander stadt twee acten geëxpedieert | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 280]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
worden, waer aff die vander stadt en. die vander religie elcxs een sullen hebben behoerlyck gesubsigneert en. geteeckent. Onderstont: ‘Ter ordinantie vanden drie leden voors.,’ en. was voorts met verscheyde namen onderteeckent. Alzoe op gisteren, den viijen April ao. [1500] lxvij, byde drie leden der stadt van sHartogenbossche en. eenige vande vier schutteryen en. die vander gereformeerde religie der zelver stadt is gemaect seeckere contract en. accordt, datmen aende hartoginne van Parma soude impetreren een generael pardon en. een eeuwighen vreede met haer hoocheyt te tracteren van allen tgheene wes byde voorn. stadt soude moegen zyn gecommitteert, ende dat een yegelycke soude moegen vertrecken, die het accoordt en. intentie van haere hoocheyt nyet en zoude willen naegaen, blyckende tzelve al breeder byde acte daer aff synde: soe eest, dat die voors. stadt van sHartogenbossche in haire drie leden eenighe vande vier schutteryen hebben geconsenteert en. consenteren mits desen, dat een yegelyck, diet believen zal te vertrecken, hangende de pacificatie van beyde partyen, sullen binnen middelen tyden moegen vertrecken met alle hairen goederen ombecroentGa naar voetnoot(1) oft onbehyndert van yemanden, onder conditie inde voors. acte breeder begrepen. Aldus geschiet opten ixen April ao. voors. Onderstont gescreven aldus: ‘Ter ordinantie vande drie leden, by my, H. Goeswyn.’
‘Wy scepenen, geswooren, raetsheeren, deeckenen vanden ambachten en. eenighe vande vier schutteryen der | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 281]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
stadt van sHartogenbossche doen condt een yegelycken, die dese brieve van certificatie sullen sien oft hooren lesen, dat die vander gereformeerde religie binnen der voors. stadt nyet en vertrecken vuyt der voors stadt oft hen goet daer vuyt en vloeghenGa naar voetnoot(1), om eenighe acten van seditie oft ongehoorsaemheyt, ende dat zy binnen der voors. stadt hebben gehandelt als getrouwe ondersaten ons genaedigen heere, des conincx van Spaengien etc., als hartoghe van Brabant, en. hen altyt hebbende gesubmitteert onder die vande voors. stadt en. oeck gevuecht naeden beveele vander hoocheyt, vander hartoginne van Parma, gouvernante van dese Neederlanden, in sulcker vueghen, dat zy nyet en hebben geattenteert dan gelycke trouwe ondersaten van zyne maiesteyt en behoiren te doen, ende dat daer om die voors. stadt begeert aen alle steden, heerlicheden, vryheyden en. dorpen, daer door die vander voors. religie sullen mogen passeren en. repasseren onbehyndert aen lyff en. goet, gelyck ghylieden sout moegen begeeren, datmen uwe mede borgeren in gelycke saecken alhier soude doen. Des toirconde hebben wy tzegel ad legata opt spacium van deser acte gedruct, opten ixen dach van April ao. voors.’ Des salmen die vander religie elcs een acte op henne name hier aff mogen expedieren, tot hen versuek, ter ordinantie vande voors. drie leden.’
Ende opten xjen April daer nae hebben die predicanten en die vande gereformeerde religie binnen den Bossche alsulcke tydinghe gecreghen, dat die meestendeel van dien met henne gereede goederen vuyter stadt zyn | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 282]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
vertoeghen naer het lant van Cleve toe, mitte voorscreven vier vendelen aengenomen knechten, en. is den voors. cancellier en. Merode los en. vry gelaten. In dese voors. maendt is mynen heere den prinche van Orangien vuyt Andtwerpen vertoeghen naer het lant van Cleve en. zoe voorts naer Dillenburg toeGa naar voetnoot(1). Ende opten jen dach der mandt van Maye int selve iaer, soe synder vier vendel Duytsche voetknechten binnen den Bossche gecomen, elcke vendel iijz hondert man sterck wesende, waer aff overste was Bernaert van SchamberchGa naar voetnoot(2), wesende een Hoochduytsche. Daer nae soe isser noch binnen den Bossche gecomen twee vendel voetknechten, sterck als voor. Opten lesten dach der voors. maent van Maye, soe heeft die voors. hartoginne van Parma, noch naer dat die cancellier en. Merode voorgenoemt vuyten Bossche waeren en. weder omme te hove gecomen, andere placcaten in sommighe steden vuyt laten gaen voor die vanden Bossche, die luydende zoe hier vervolcht: | ||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Byden coninck.Den amptman vande Grave en. synen stadthouder, saluyt. Alzoe wy by andere onse brieven van placcaten vanden xviijen Martii lestleden, en. omme redenen daer inne verhaelt, onder anderen gewilt en. geordineert hebben gehadt, dat alle personen, poirters, borgers, coopluyden en. innegesetenen onser voors. stadt van sHartogenbossche, tot wat plaetsen die zelve binnen onse landen van herwaerts over bevonden zoude worden, mitsgaders | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 283]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
huere goederen roerende en. onroerende, actien en. schulden onder onse handt gestelt, op gehouden en. gearresteert zoude worden, soc langhe en. ter tyt toe, dat onse cancellier van Brabant en. den banre heere van Merode Peterssem, beyde alsdoen van onsen wegen gedeputeert, gecommitteert en. geschiect, om binnen der zelver stadt die beroerte en. commotien daer te vooren aldaer gereesen, needer te leggen en. te pacificeren, vuyter gevanckenisse en. detencie, daer inne zy ter zelver tyt binnen onse voorn. stadt vast gehouden waren, ontslaeghen ende tot dat zy ons andersins daer inne geordineert zoude wesen; ende want seedert die vander zelver stadt van sHartogenbossche onse voorseyde cancellier en. den baenre heere van Merode vry gelaten en. daer inne sulcken getal van onse chrysvolck ontfanghen hebben, als wy daer in inne besettinghe en. garnisoene hebben willen stellen: mits welcke wy verstaen, dat onse voors. gebot, belangende dophouden en. arrestacien vande personen en. goeden der voorn. van sHartogenbosche, voort aen cesseren aff en. te nyet wesen, en. dat een yegelyck hem daer nae vuegen en. reguleren sal; soe eest dat wy tzelve aensiende, willende behoorlyck daer inne versien tot verlichtinge vande voorn. van tsHartogenbossche, hebbende by deliberatie van onse zeer lieve en. zeer beminde suster, die hartoginne van Parma en. van Plaisance etc., voor ons regente en. gouvernante in onse voors. landen van herwaerts over, en. by advyse van onse zeer lieve en. getrouwe, die luyden van onsen raede van state, neffens haer wesende, gewilt en. verclaert, willen en. verclaren by desen, dat onse voorseyde voorgaende gebot, belangende dophouden en. arrestament vande persoonen en. goederen der voorgenoemde die van sHartogenbos- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 284]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
sche, voortaen cesseren aff en. te nyet wesen zal; en. te dien effecte hebben wy onse handt daer van gelicht en. die zelve personen en. goeden tot volcomen ontlastinghe en. delivrantie gestelt, ordineren en. beveelen alle onsen ende onse vassalen, officieren en. ondersaten, dient aengaen zal, dat zy die persoonen van voorn. van tsHertogenbossche en. huere goeden, ruerende en. onroerende, actien en. schulden, vuyt sake voors., nyet meer en sullen moegen becommeren oft arresteren, maer ontslaen die zelve mits desen vry en. vranck. ‘Ende ten eynde dat van dese onse tegenwordighe ordinantie en. verclaringhe nyemandt ignorantie en zoude moeghen pretenderen, soe onbieden ende beveelen wy u wel eernstelyck, dat ghy de selve mits desen van stonden aen condicht, vuytroept en. publiceert, ofte doen condighen, vuytroepen ende publiceren al omme binnen den bedryve en. limiten van uwer officien, daermen gewoenlycken is vuytroepinghe en. publicatie te doen, en. de zelve ordinantie doet onderhouden en. achtervolgen nae haere forme en. inhouden. Des te doen met diesser aencleeft, geven wy u volcomen macht, auctoriteyt ende sonderlinghe beveele: ontbiedende en. bevelende voorts een yegelyck, dat zy tzelve doende ernstelyck verstaen en. obedieren, want ons alsoe gelieft. Gegeven in onse stadt van Andtwerpen, onder onse conter zegel, hier op gedruct in placcate, den lesten dach Maye anno 1567. Ondertekent: Byden coninck, en. geteekent: De Boote.’
Int voors. iaer, int eerst vande mandt van Iunio, soe synder twee commissarissen vuyten hove binnen den Bossche gecomen op tstuck vanden verleden troublen, omme informatie van alle saken te nemen, ende opten iijen | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 285]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Iulio daer nae heeft die hartoghinne van Parma voors. dese naevolgende brieven aende voorseyde commissarissen gedirigeert:
‘Lieve en. beminde! Alzoe wy onlancxs metten heere van Billi ontfanghen hebben brieven van onsen heere den coninck, byden welcken zyne maiesteyt ons onbiet, dat (nae dien de zelve nyet soe geringheGa naar voetnoot(1) herwaerts over en heeft connen gecomen, als hy verhoopt en. wel begeert hadde, om den noot en. tgebreck, die alhier is van zyne tegenwordicheyt, om op daffairen van herwaerts over een oprecht, vast en. bequaem remedie te stellen) syne voors. maiesteyt nyet laten en zoude mitter hulpe Godts binnen dese landen te coemen, ten alder eersten dat die zelve moegelick zoude wesen, en. dat noch voor deynde van dese somer, daer van wy ons wel voorseecker moeghen houden. Ende want wy wel weten en. dencken, dat dese groote en. goede tydinghe en. nyeuwe mare alle goede, getrouwe ondersaten van zyne maiesteyt groote blyscap en. genuegen geven zullen, soe en hebben wy nyet willen onderlaten u daer van te verwittighen by desen, en. met eene wegen te vermanen en. versuecken, dat ghy binnen der stadt van sHartogenbossche particuliere en. generale oft gemeyne bedinghen wilt doen doen, om die goede ende voorspoedighe reyse van zyne maiesteyt, soe wanneer die zelve veerdich wesen zal aen te nemen en. te seyle te gaen, om herwaerts over te comen, ten eynde dat zyne voors. maiesteyt alhier wesende, op alles sulcke goede ordinancie en. remedien stellen mach, al ter eeren Godts, tot onderhoudenisse en. conservatie van onse oude ca- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 286]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
tholycxsche en. Christe gelove en. om den geheelen en. universalen staet van dese voors. landen te hanthouden behoiren zal, en. dat met alle goedertierentheyt en. genaede, daer van zyne maiesteyt ons alle hoope gheeft te willen gebruycken, nae zyne natuerlycke inclinatie en. genegentheyt, gelyck de zelve ons al reede tot verscheyden reysen en. stonden sulcxs gescreven heeft, daer by vuegende, dat hem ongelyck geschieden zoude, indien men ander opinie ofte vermoedenisse van hem hadde, gemerct dat zyne maiesteyt nyet en compt, om zyne steden en. ondersaten te verderven, maer om die te bewaren en. [te] conserveren, dwelcke de zelve ons belast heeft scriftelyck te kennen te geven en. [te] laten weten daer en. alsoet behoort, sonderlinghe ten eynde dat die ondersaten hem weder omme stellen en. vuegen zoude, om hem gewoenlycken ambachten, hantwercken, coopmanscappen en. trafycqen te doen en. [te] continueren, hem betrouwende op zyne maiesteyt goetheyt en. genade, daer van ghy oeck den wethouderen, poirters, borgers en. innegesetenen der voors. stadt van sHartogenbossche berichten ende adverteren sult, nemende sorchfuldighe toesicht op den gheenen, die hem van daer zoude willen vertrecken, de zelve voorhoudende, dat zoe verre men hem op die gracie van zyne voors. maiesteyt nyet betrouwen en wilde, men sulcks noteren zal, en. sullen die der zelver gracien en. pardon gans onweerdich zyn. Op dat daer nyemandt ignorancie en soude moegen pretenderen, bevelen u en. den voors. wethouderen tzelve alsoe te doene en. notule te houden vanden gheenen, die vertrocken zyn ofte alnoch zoude willen vertrecken, sonder des inne gebrecke te blyven oft wesen. Ende ten eynde dat die voors. maiesteyt des te meer genegen zoude we- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 287]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
sen, om zyne voors. genade te gebruycken tegens den gheenen, die hen ontgaen en. die ongehoorsaemheyden, schandale en. ongeregeltheden, die seedert den iaere herwaerts geschiet zyn, aengestelt en. gecommitteert hebben. daer door onse Heere Godt grootelycxs verthoornt en. geoffendeert, alle goede Christene menschen, die tot zynder eere effecte en. lieffde draghen, geschandaleseert, en. zyne voors. conincklycke maiesteyt met goede redenen tot gramscap verwect zyn geweest, soe hebben wy u wel willen waerschouwen en. [ver]wittigen, dat van noode en. billyck is, dat die verdoelden totten rechten wech keeren en. hem eerst aen Godt versoenen, hem totter heylighe catholycke kercke geven en. onderworpen, en. de voors. conincklycke maiesteyt, zyn officieren en. wethouderen alle gehoorsaemheyt bethoonen: oeck dat die gevioleerde ende geschende kercken, gebroken altaren en. beelden en. alle gewyde geconsacreerde dingen by hem geprophaneert, gerepareert en. in huere eersten en. behoorlycken staet gestelt worden, dwelck zyn die oprechte middelen, om die gramschap Godts en. den conincklycke maiesteyt te payen en. des te lichtelicker vander voorleden misbruycken en. misdaden gracie en. pardon te vercrygen en. verwerven. Lieve en. wel beminde, onse Heere Godt zy met u. Gescreven tAndtwerpen, den iijen dach van Iulio ao. voors. Onderteekent: Margrita en. Doverlope.’ Opten rugge stont gescreven: ‘Onse lieve en. beminde commissarissen ons heeren des conincxs, geordineert op stuck vander troublen en. emotien der stadt van sHartogenbosscheGa naar voetnoot(1).’ | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 288]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
In dese voors. mandt soe heeft die voorscreven Beernt van SchamberchGa naar voetnoot(1) den borgeren binnen den Bossche eerst gebloetGa naar voetnoot(2) en. benomen haeren wapenen en. geweer. Is oeck in dese voorseyde mandt van Iulio don Ferdinand Alvares van Tholedo, hartoghe van Alba, als overste regent over dese Neederlanden, met acht duysent Spaengiaerden, seven duysent Savoyers en. duysent lichte peerden, door Lotringhen op LitzenborchGa naar voetnoot(3) gecomen, op welcke plaetse graeff Aelbrecht van Ladron met drie duysent te voet en. drie hondert te peert is aengecomen den voors. hartogen van Alba en. zyn alzoe tsamen gecomen inde Neederlanden. In dit voors. iaer van [1500] lxvijtich, den xiiijen dach van Augusti, geschiede die eerste apprehensie binnen den Bossche inder nacht, daer veel borgers van haer bedde worden gehaelt, tusschen den Woensdach en. Donderdach snachts. Int zelve iaer, den xxxen Augusti daer nae, quam Michiel Rombouts en. meer anderen eerstmael te recht voorde voors. commissarissen, door heer Beernt van Schamberch voors., als capiteyn van acht vendel Duytsche knechten. In dit iaer en zyn binnen den Bossche egeen nyeuwe schepenen geset, maer allen die voorgaende schepenen zyn gecontinueert. In dit iaer, den xxxen November, op onser Vrouwen dach, quamen acht vendel Spaengiaerts binnen den Bossche, waer aff overste was don van BracumontGa naar voetnoot(4), en. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 289]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
die voorseyde Duytsche vertrocken daer aff vuyt die stadt. Dit gardesoen heeft meester Hanrick Bloyman, tot Helvoirt wesende op syn huys, vanden huyse gehaelt, hem binnen der stadt gebracht en. hem wel gepynicht, hem op leggende dat hy met den prinche van Orangien heymelyck verstant hadde etc.Ga naar voetnoot(1). Item opten xxiiijen dach der mandt van Martii ao. [1500] lxvij voors., naer styl en. scryven van Brabant, soe is binnen sHartogenbossche ter payen aff gelesen tgheene hier nae volcht:
‘Men condicht, beveelt en. ordineert wel eernstelyck van wegen der conincklycke maiesteyt, als hartoge van Brabant, eenen yegelycken, ende namelycke Cornelis de Backer, rentmeester vander domeynen der conincklycke maiesteyt, Iacop Bacxs, rentmeester vande staten des lants van Brabant int quartier van sHartogenbossche, voorts een yegelycke particuliere personen, van wat state ofte conditie zy zyn, eenige pachten, hueringen, chynsen ofte renthen, eenige personen, ter sake vander emotien alhier geschiet, gevangen, ingeboeden, gedaecht zynde te compareren in personen, iaerlicxs schuldich oft eenichsins ten achteren is oft sy, ofte binnen twee iaren herwaerts schuldich is ofte zyn geweest, die zelve pachten, chynsen, renthen oft tachterheden binnen acht daegen nade publicatie van desen, by goede specificatie over brengen in handen vande commissarissen vander conincklycke maiesteyt tot sHartogenbossche gesonden en. gelogeert ten huyse van Iacob Bacx, rentmeester voors., wonende in die Verwerstraet, op die peene van zoe veele van heuren eygene goeden aen zyne coninck- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 290]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
lycke maiesteyt te verbueren en. gehouden te worden voor onderhouders en. facteurs der zelver personen en. arbitrale correctie. Item bevelen en. ordineren eenen yegelycken, die gebruyct ofte besit, tsy in hueringhe, pachtinghe, erffinnighe oft andersins, eenighe goederen, eenige gevangen, ingebooden ofte gedaechde personen, te compareren in persone, ofte den zelven binnen twee iaren toebehoort hebbende, dat hy overbrenghe die specificatie en. weerde vande zelve goederen in handen vanden commissarissen voors. binnen acht dagen, insgelycxs nae die publicatie van desen, op die peene van gestraft te worden naer arbitrie en. exigentie vander saecken. Interdiceren en. verbieden die voors. rentmeesters, alle pachters, huerlingen, chyns ofte rentgelders, die voors. gevangen, ingebooden off in persoone gedaechde eenighe pachten, hueringhen, chynsen oft renthen te betalen aen nyemanden anders dan aen Cornelis de Backer voors., daer toe van zyne maiesteyt wegen gecommitteert synde, op die peene van die zelve betalinge anderwerff te doen en. daer en boven arbitralyck gecorrigeert te worden. Bevelende en. ordinerende voorts een yegelyck, van wat state ofte conditie dat hy sy, die onder hen oft door yemanden anders heeft eenighe haeffelycke ofte andere beroerlycke goederen, wesende van eenige importantien oft weerden, toebehoirende ofte binnen twee iairen herwaerts toebehoirt hebbende eenige gevanghen, ingebooden oft in persoon gedaechde persoonen, ter sake vande emotien, dat hy die zelve goederen binnen acht dagen nae die publicatie van desen, overbrengende in handen vande commissarissen voors., op die peene van- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 291]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
de weerde van dien vander hueren te verbueren en. arbitrale correctie. Item bevelen en. ordineren alle grieffiers ofte secretarissen en. gesworen clercken, zoe deser stadt van tsHartogenbossche als andere bancken ende gerechten onder die meyerye van sHartogenbossche geleghen, alle contracten en. verhandelingen oft belastinghe van goeden, als eenighe gevangene, innegebooden ofte gedaechden persoonen, voor henlieden respective gedaen en. gepasseert seedert twee iaren herwaerts, die zelve over brengen binnen acht dagen in handen vande commissarissen voors., op peene van arbitrale correctie. Item dat alle collecteurs oft inhaelders van beeden overbrenghen sullen in handen vande voors. commissarissen huere beede rollen met name en. toenamen vande persoonen, die die goeden toebehoorden, daer aff zy die beede heffen en. ontfanghende zyn, en. dat binnen acht dagen, op arbitrale correctie.’
Item opten voors. xxiiijen Martii soe synder met vonnisse vande voorseyde commissarissen en. schepenen vanden Bosch lvtich borgeren en. poirters, om de religie en. verleden trouble wille vuyte landen van Brabant gebannen en. henne goederen geconfisqueert tot behoeff vander conincklycke maiesteyt. Noch zynder ten zelven daeghe over die veertich borgeren ingemaent, daer tegens deerste diffault is versocht, en. ten zelven daeghen is Michiel Rombouts tot scherper exame gewesen etc. Den welcken, die gebannen en. innegemant worden, zyn dese by namen en. toenamen, zoe hier naer volcht; mitsgaders oeck den gheenen, dien doen ter tyt gevangen saten, die naemaels geëxecuteert worden, ende haerder | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 292]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
sommighe oeck los worden gelaeten, mits die compste vander coninginne etc.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 293]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 294]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 295]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Int iaer ons Heeren m ccccc en. lxviij, naer Paesschen, is die hartoginne van Parma (naer dat die voors. hartoghe van Alba overgecomen was, als voorstaet), naer dat zy haer gouvernement van dese landen den voorn. hartoghe van Alba geresigneert hadde, vuyt dese Neederlanden vertoeghen naer Parma toe opten xen dach van April. Ende opten xxxen dach van April daer nae, soe zyn die voors. acht vendel Spaengiaerts weder omme vuyten Bossche vertrocken naer Vrieslant toe, alwaer graeff Lodewyck van Nassauwen met graeff Ioost van Schouwenborch met ettelycke ruyteren en. voetknechten gecoemen waren, en. alwaer die voors. Spaengiaerts worden geslaegen. Ende dien zelven dach quamen weder omme binnen den Bossche vier vendel Duytsche knechten, die tot Andtwerpen gelegen hadden. Inde zelve mandt, naer tvertreck vander voorscreven hartoginne van Parma, heeft den hartoghe van Alba door een mandaet vuyt doen roepen, datmen die inquisitie van Spaengien aen nemen zoude en. alzoe byde catholycke Romsche religie blyven en. gehoorsaem syn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 296]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Terstont daer nae rechten den hartoghe van Alba op eenen nyeuwen raet van twelff personen, diemen noempden den bloetraet, die volcomen macht hebben gehadt over dat leven der menschen het oordel der doot vuyt te sprecken, ende in veel steden stelden hy doen die magistraten aff en. stelde nyeuw in zyne plaetse. Naer dien den hartoghe van Alba gehoort hadde, dat sommighe van syne Spaengiaerden waren geslaegen in Vrieslant, als voor staet, soe heeft hy opten vyffsten Iuny int zelve iaer de graven van Egmont ende die grave van Hoorne doen onthoeffden. Ende daer nae, op onser Vrouwen avondt vóór Bosse kermisse oft ommeganck is duck dAlba binnen den Bossche gecomen met groote staet, alwaer hy drie ofte vier dagen bleeff, en. vertrock voorts nae graeff Lodewyck voors. toe, die omtrent by Groninghe in Vrieslant met zyn volck lach. Opten xvjen Iuly anno voors. syn binnen den Bossche gehangen vier borgeren, genaemt: Scaepken sonder wol, scrynwercker, Anthonis Hermanszoen, tesmaker, eene genoemt doude Hoer, wesende eenen sackdragher, en. Laureyns, int Sevengesterre, herbergier. Opten xxen Iuly daer nae synder noch voor het stadt huys gebracht en. gehangen. Ioris Coenen, wever, en. Michiel Rombouts vander gevangen poirte coemende, omme geëxecuteert te worden, soe zyn die iongens ende borgers geloepen naer het stadthuys, om duenGa naar voetnoot(1) ende nae by het schavot te zyn, meynende dat Michiel zoude onthooft worden. Die Duytsche knechten dat siende, dat die borgers en. iongens soe liepen, hebbense gestoeten en. geslaegen en. met steenen onder die borgers ge- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 297]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
worpen, alzoe datter veel gequest worden, ende Aert Anthoniszoen, verwer, worden int rumoer doot gedrongen. Daer nae hebben zy Michiel geleyt naede galghe, die op de merct stont, en. hem daer nae gehangen, die volstandich bleeff by zyn gelove: daer nae zyn Ian Maessen ende Peter de Gruyter op het schavot onthooft ende die lichamen elck zyne huysvrouwe thuys gesonden en. die hoeffden buyten gebracht en. op staken gestelt. Naer dat dese executie binnen der stadt gedaen was, zoe isser een groot onweder van wynt, hagel, donder en. blixem opgestaen, dat noeyt dyer gelycken meer gesien en was. Die buyten der stadt waren en wisten nyet bet off die stadt en stont en branden in roode coelen, sulcke scrickelycken vier en. weder sachmen over die stadt. Naer dat het quaet weder gecesseert was, soe hebben die vrienden van Ian Maessen en. Peter de Gruyter voors. henne lichamen eerlicken begraven; maer die hooffden heeft die roey roeye Spelleken buyten doen dragen en. doen stellen en. setten voor die Galge strate op staken, aen elcke syde vander strate één. Noch opten xiiijen Augusti daer nae soe synder noch twee borgeren binnen der stadt gehangen, te weten, Ghysbert Claeszoen, inde Witvoet, en. die knecht vande viscoopers. Noch opten xixen Augusti daer nae soe synder twee crychsknechten, die de Guessen gedient hadden, gehanghen binnen der stadt, die de Spaengiaerts vuyt Vrieslant gebracht hadden. Daer nae opten xxviijen Augusti int voors. iaer, smorgens vroech omtrent ses uren, is Aelbert TeytsGa naar voetnoot(1), [en] | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 298]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Adriaen GoversGa naar voetnoot(1) gehangen en. Goeyaert van Rullen onthooft en. hem daer nae onder syn armen opgescort en. gehangen binnen den Bossche. Ten voors. daeghe is binnen den Bossche ter payen affgelesen, zoe hier nae volcht:
‘Men dachvaert van wegen zyne excellentie vanden hartoge van Alba, marckgrave van Coria, gouverneur en. capiteyn vande landen van herwaerts over etc., totter kennisse vander troublen, wederspannigen en. ongehoorsaemheden met datter aencleeft, die in dese Nederlanden geschiet en. gebuert zyn, die personen hier onder gescreven, fugityff en. absent wesende, ter oirsaecke van alsulcke troublen en. emotien en. het aenheffen van dien, omme te compareren voorden voors. hartoghe ofte den geenen, die zyne excellentie daer toe zal committeren, om hen aldaer te comen purgeren en. verandtworden en. ontschuldigen van henne verloop ofte absentie, op peene dat, den tyt van drie weecken overstrecken zynde, en. by gebrecke van haer comparitie, men tegens henlieden zal procederen, soe in sulcke saecken bevonden zal worden te behoiren, wel verstaende, indien die voors. gedaechden compareren en. hen purgeren vanden lasten, diemen henlieden sal willen op seggen ofte opgeseecht sal hebben, sal in sulcken gevalle hantlichtinghe van alle henne goederen, die geadmitteert en. toegeslagen sullen wesen, henlieden costelocs verleent worden, gelycken in sulcke sake bevynden zal naer recht te behoren.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 299]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 300]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 301]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 302]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 303]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Int zelve iaer, opten xen Martii, is binnen den Bossche eenen potbacker van Orthen gehangen, en. eene vrouwe, genaempt Neel Symons, wonende op dOrthen eynde, is ten zelven daeghen oipenbaer gegeselt, om dat zy geseyt hadde, dat zy soe goet was als die hartoginne van Parma.
Int iaer ons Heeren m ccccc en. lxixtich, den xxvjen April, werden binnen den Bossche eenen Mennenist gegebrant tot pulver, eerst een gloyende priem door zyn tonghe gesteecken, op dat hy nyet en soude sprecken. Men seyde doen, dat Iacop van Brecht, schoutet, van desen man ontfanghen hadde duysent daelder, dat hy hem daer voor beloeft hadde los te laten; wat daer aff is, moegen zy weten, die daer meerder kennisse aff hebben.Ga naar voetnoot(1) In dit iaer zyn binnen den Bossche noch drie parochie kercken geordineert vanden bisschop, te weeten, te Cruysbroederen, St. Iacops kerck en. St. Peters kercke. In dit iaer zyn die voors. scepenen en. rentmeesters vander stadt tsamen gecontinueert.
Int iaer ons Heeren m ccccc en. lxxtich, isser eenen borger vanden Bosch, genaempt Hoy Hoyken, vande roey roede Spelle gehangen buyten der stadt tusschen Helvoirt en. Vucht. In dit iaer heeft den hartoghe van Alba, inden name vander conincklycke maiesteyt, opten xxvijen Iulio, binnen Andtwerpen een pardon laten vuyt gaen, welcke perdon binnen den Bossche ter payen aff is gepubliceert opten xen Augusti daer nae, inne presencie [van] Goes- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 304]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
sen Pynappel, stadthouder, meester Goyaert Loeff en. Ian van Heedel, scepenen der zelver stadt, twelck aldus luyt:
‘Die gracie en. pardon ons heeren des conincxs, gepubliceert geweest den xvjen deser iegenwordige mandt Iulio binnen der stadt van Andtwerpen. Zyne excellentie ordineert, dat die saecken en. proclamatien geintenteert en. gedaen, oft noch te doen respective tegens die absenten, latitanten ofte fugityffven, belast met het stuck vander verleede trouble ofte met saecken daer aff dependerende, begrepen onder het voors. pardon en. nyet vuytgesteecken totten xvjen van November lestleden, datum van tzelve pardon, sullen worden op gehouden en. gesuspendeert, en. sullen mogen, die belast zyn, weder omme comen eenen yegelycken in zyn gewoenlycke residentie en. woenstede, en. gebruycken ofte genyeten tvoors. pardon, voldoende tgheene dat by onsen heyligen vader, den paus, by zyne gracie, voor de reconciliatie is bevoelen geweest, binnen den tyde van lxtich daghenGa naar voetnoot(1), te reeckenen vanden voors. xvjen dach van Iulio, en. zoe verre zy binnen den voors. tyden nyet en voldoen, zoe salmen voorts procederen totte voors. proclamatie en. andersins zoe nae recht en. iusticie zal bevonden worden, byden procureur generael van zyne maiesteyt metten secretaris onderteeckent, omme in tyden te doen gedencken inden rade, beneffens zyne excellentie, en. geprocedeertGa naar voetnoot(2) te worden als boven, en. daer aff brieven sullen gescreven worden aen allen die provinciaelen raeden, hen overseyndende copye van dese iegenwordighe | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 305]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
acte, om die te publiceren inde gewoenlycke plaetse. Gedaen tot Andtwerpen, den xxvijen Iulio ao. xvc en. lxxtich voors. Geteekent: Die hartoghe van Alve, en. onder stont: By ordinantie van zyn excellentie, ondertekent: Praet.’
In dit voors. iaer heeft den voors. hartoghe doen publiceren en. by placcaten vuyt doen roepen oeck binnen der stadt vanden Bossche, dat nyemant zyn kynderen in Duytslant, Vranckryck, Engelant, Schotlant en. in sommighe steden van Italien ter scholen en zoude seynden, op de verbuerte van confiscatie van zyne goederen. Opten ven Augusti int voors. iaer is duck dAlve weder omme binnen den Bossche gecomen met alle zynen staet, omtrent vyff uren nae middach, en. vertoeghe naer Nimwegen, om die princesse Anna, dochter van keyser Maximiliaen en. coninginne van coninck Philippus voors., te haelen. Tusschen den vijen en. xijen Augusti anno voors. zynder binnen den Bossche vander gevangen poirte affgelaten veel borgeren, die lange tyt gevanghen hadden geseeten, te weten, Willem Michielszoen, Ieronimus GeversGa naar voetnoot(1), Thomas, loetgieter, Iacop int Schaepshooft, Thomas Goeyaertssoen en. meer andere. Opten xixen Augusti anno voors., omtrent vyff uren naede middach, is die voors. princesse en. coninginne binnen den Bossche gecomen met twee cleyne ioncxskens en. een cleyn meysken, twelcke waren der coninginne broederen en. sustere, die met haer over toegen naer Spaengien, en. die geestelicheyt haelden haer inne met processie en. die magistraten met barrende toortsen zeer | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 306]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
triumphantelycken en. brachtense alzoe in sint Ians kerck eerst, daer zy voor tsacrament een voetval deede, mitten voors. duck dAlve en. meer anderen heeren, en. daer nae is zy gebracht inde huysinghe van Wouter Bouwens. Ende opten xxen Augusti, smorgens omtrent seven uren, hoorde die voors. coninginne misse in sint Ioris cappel, alwaer die heeren vander stadt hem by vuechden en. schoncken haer een cofferken met drie ofte vier stucken fyn lynwaet, en. daer nae vertoch zy vuyter stadt, al zoe dat zy tsavonts noch was tot Breda. Opten xxiijen Augusti, op sinte Bartolomeus avondt, quam binnen den Bossche den oversten heer en. meester vander Duytscher oorde vuyt Pruysen, met omtrent hondert wel gemonteerde peerden, die al meest goude keetenen over haer schouderen en. onder haer armen hadden hangende, en. daegs daer nae vertooch hy weder vuyter stadt naerde coninginne toe. Dit voors. iaer zyn de voorgaende schepenen en. rentmeesteren weder om gecontinueert. In dit iaer, op sinte Niclaes avondt, bestont te vriessen en. duerde tot Vrouwe Lichtmissen dach toe, behoudelycken dat binnen dyen tyde maer twee wacke daegen waeren, en. op nyeujaers avont vielder alsulcken grooten snuee binnen den Bossche alst in xven iaren daer te vooren gedaen hadde, ende van welcke voors. sneeu en. vorste alsulcken groeten water opten xjen en. xijen February daer nae binnen den Bossche quam, datmen met schuyten over die straten voere, dat noeyt des gelycke gesien en was. Ende opten viijen en. ixen December anno voors. worden het huys van Loevesteyn ingenomen met omtrent | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 307]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
dartich borgers vanden Bossche, die eertyts vuyter stadt geweecken waren, om de voors. trouble, waer aff overste capiteyn was Herman de Ruyter van sHartogenbossche voors. Ende opten xixen DecemberGa naar voetnoot(1) daer nae wordent weder omme innegenomen vande Spaengiaerden, die vuyten Bossche gecoemen waren met groff geschut en. andere munitie van oorloghe. Den voors. capiteyn Ruyter heeft hem zelven nyet levendich inde Spaengiaers handen willen geven, maer heeft hem zelven geweert soe lange hy staen conste; en. hy vander Spaengiaerts doot geslaegen wesende, hebben hem die Spaengiaers daer nae het hooft affgehouden en. dat selve gebracht met seventhien gevangen borgers binnen den Bossche en. zyn hooft gestelt op die galghe binnen den Bossche staende, alwaert langhen tyt gestaen heeft: ende thien ofte twelff daeghen daer nae zyn die voors. gevangen personen, die zeer armelyck saghen door het busch pulver, dat gestroeyt was geweest opt voors. huys, naer Andtwerpen gevoert, alwaer die zelve omgebracht worden, te weten, Michiel Schamel, levendich geraeybraeckt; Hanrick Ghysselen, Truyffelken, Lyn tVogel wyffs soen etc. tsamen gehangen.
Int iaer ons Heeren m ccccc en. lxxjtich heeft die hartoghe van Alve zeer neerstich vervolch gedaen, om te willen hebben den thienden penninck vande coopmanscappen en. den xxen penninck van alle erffelycke goederen, soe dat hy alle coopmanscappen daer mede stille heeft doen staen. In dit voors. iaer, inde somer, isser eenen borgher, geheyten Gerit (anders inde wandelinghe Lapperken son- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 308]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
der leer), vanden Bossche comen rydende geweest met eene clepper, en. gecleet wesende op syn oisters, binnen der stadt, en. op die merct wesende, heeft hy geroepen: ‘Vive le gues!’ daer nae vande peert getreeden, in een harberge opgetrocken en. aldaer goet schiere gemaect: daer nae weder omme op geseeten, naer sint Ians poort gereeden en. aldaer stil staende midden peerde, heeft hy oipenbaerlicken inde Spaensche wacht geschooten en. tpeert voorts spooren gevende, is hy alzoe vuyter stadt gereeden: en. omtrent een boeghe schutte veere vuyter stadt wesende, is tpeert stil blyven staen, sonder dat het een voet vorder wilde. Die Spaengierts sulcxs siende, syn mit geweer en. spissen naegeloepen en. hebben hem vande peert gestoeten en. hem binnen der stadt gevanghen gebracht, en. zoe hy mede een vande vuytgeweecken borgeren was, soe is hy slesGa naar voetnoot(1) daer nae geexcuteert. In dit iaer nae Vrouw Lichtmis dach is ons den wynter eerst aengecomen en. duerde continuelyck met vriessen, datmen den xen dach van Meert noch reet en. ginck met wagenen en. peerden over die Maesse, Waele, Linge en. den Ryn.
Int iaer ons Heeren m ccccc lxxij, inde mandt van Iulio, lach monsuer Hanerees volck tot Roesmalen en. Hintam, die daer zeer veel quaets deede met branden en. plonderen den huysman. Desgelycken laegen oeck doen tot Vucht elff duysent Switssers, waer aff overste was capiteyn Vitello. Sommighe vande Switssers hadden in haer vendele een cruysevicxs; sommighe ons lieff | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 309]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrouwe, die moeder Godts; sommighe sinte Peter, sint Ian en. meer andere santen en. santinnen. Dese Switssers vertoeghen voor Bommel, dat die Spaengiaerts aen deen zyde hadden beleghen, maer sy en richten daer nyet vuyt en. vertoeghen daer nae slesGa naar voetnoot(1) weder omme naer Italien, en. int weder omme trecken sterffer veel, alzoe dat deen helft nyet weder om thuys en quam, daer zy van daen waren. In dit voors. iaer, inde Oecxstmandt den iiijen dach, is den prins van Orangien weder omme met een groote heermacht in het lant gecomen, die stadt van Remundt ingenomen met meer andere steden inne Brabant, en. van daer nae Berghen in Henegouwen getoghen, om graeff Lodewyck, zynen broeder, te ontsetten, die doen daer binnen was; dan mits die moort van Parys, die dier tyt geschiede, bracht dat alsulcke veranderinghe hier int lant, dat den prins weder om door Mechelen passeerde en. zyne heercracht weder omme bracht aenden Ryn. Die zelve affgedanct hebbende, is hy met zeer luttel volck vertoeghen naer Hollant toe, daer hy omboeden worden. In dit voors. iaer worden allen die schepenen en. rentmeesteren gecontinueert. In dit iaer, opten xven September, is die hartoghe van Holst met xvc peerden om den Bosch comen leggen en. hy daer binnen, met wel anderhalff hondert wagens by haer hebbende, die zeer veel quaets deede met roven, steelen en. plonderen op den huysman; sy en lieten nyet leggen dan tgheene daer zy nyet aen en mochten. Sy wonnen eerst Huesden en. plonderden dat oeck geheel vuyt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 310]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Opten iijen October daer nae hadden omtrent ses hondert peerden vanden grave van Holst volck met ettelicke schutten en. Walen, die binnen den Bossche laegen, voor Bommel geweest, meynende dat te overvallen, maer en hebben daer voor nyet vuytgericht, dan die capiteyn vande Walen met x oft xij soldaten worden daer voor geschoeten, en. zoe toeghen zy weder omme van daer. Ende opten vijen dach van October daer nae, soe syn zy wel met duysent peerden en. ses hondert scutten voor Bommel gecomen, maer en hebben daer mede nyet vuytgericht. Opten ixen November is die voors. hartoghe van Holst met zyn volck wederomme vanden Bossche vertrocken, naer dyen hyt al omme wel thien mylen int ront verdorven, geplondert en. beroeft hadde. Opten xiiijen Ianuary ao. voors. is binnen den Bossche alsulcken hoeghe water geweest, datmen met schuyten over alle straten voer, vuytgescheyden die merct en. sint Ians kerck, met een deel vande Hintamerstraet, ongelyck hoeger dan het iaer daer te vooren.
Int iaer ons Heeren m ccccc en. lxxiij waren ten Bossche die voorn. scepenen en. rentmeesteren gecontinueert. Ende opten vijen dach van Novembri ao. voors. quam duck dAlve weder binnen den Bossche en. sanderen daegs ontrent seven uren vertrock hy weder omme daer vuyt naer Bruessel. Opten xiiijen November daer nae, soe is don Lowyz de Requisens, groot commandeur van Castillien etc., voor gouverneur gesonden inde Neederlanden, en. den xxijen November daer nae gecomen binnen Bruessel. Nu des hartoghe van Alba meyninge faelgeerde, (synen soon, | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 311]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
don Frederico, was met schanden van Alckmaer getrocken: den grave van Bossu had den slach verlooren op de zee) het rumoer quam in Spaengien, dat die causse den hartoghe heel contrarie liep, naer dyen hy de landen met groote vreetheyt en. tirannye geregeert hadde en. oeck gebracht hadde in groote armoeden en. verwoestinghen: soe is den zelven hartoghe van Alba opten ijen December anno voors. vuyt Bruessel gereyst naer Spaengien toe, alwaer hy anno 1581 is gestorven.
Int iaer m ccccc en. lxxiiijtich, inde mandt van April, is binnen den Bossche gepubliceert van wegen der conincklycke maiesteyt absolute gracie en. generael pardon, soe wel den staten, landen, steden, communiteyten en. gemeynten, als alle particuliere personen; mitsgaders oeck die gheenen, die vuyt de Neederlanden gebannen zyn, en. andere, die vuyt saecke vanden voorleden en. tegenwordighen trouble, oproer en. commotien inde zelve landen geschiet, misbruyct en. geoffenseert hebben; van welcke pardon die principael articulen hier nae volgen:
‘Doen te weeten, dat wy (om tvoors. pardon des te beeter teffectueeren en. seeckeren regel te geven, hoe dat die gheene, die de zelve gracien sullen willen genyeten, hen sullen moeten vuegen en. conduyseren, elck int zyne) hebben by advyse van onse zeer lieve en. getrouwe, die hooffden en. luyden van onsen raeden van staten en. secreten, ende ter deliberatie van onsen voorgenoempde neve en. groot commandeur van Castillien, geseyt en. verclaert, seggen en. verclaren by desen, dat die gheenen, die voor vluchtich oft gebannen zyn, en. vuyt crachte van tvoors. pardon in dese landen weder | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 312]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
keeren sullen, gehouden worden binnen twee dagen naer henne weder comptste hen te presenteren en. verthoonen aenden officier vander plaetse van henre leste woenstede ofte domicilie, die zy in onse voors. landen hadden, ten tyden als zy van daer vertrocken zyn, en. hen te verclaren, dat zy coemen, om vander voors. gracie te gegenieten en. gebruycken, dwelck die voors. officier in een register op teeckenen zal, latende de zelve rustelyck en. vreedelyck genieten en. gebruycken van tvoors. pardon, naer inhouden van dien. Allen den gheenen, die coemen sullen van steden alnoch rebel en. weder spannich wesende, en sullen anders nyet moeghen doen dan hen te verthoonen ende hen representeren ter plaetsen daer den provincialen raet vertrocken is, oft emmers inde naeste steden van onser onderdanicheyt, vander plaetse daer van zy vertrocken sullen wesen, zoe voors. is. Ende op dat een yegelicken gewaerschouwt zy van tgheene des hy tzynder wedercompste sal moegen doen, willen wy, dat, ingevalle eenighe van dien int geloeve gedwaelt ofte yet gedaen heeft, daer om zy hen aender heylige kercken moeten versoenen en. reconsilieren, op dat zy tzelve te geringerGa naar voetnoot(1) souden moegen doen en. stellen tot ruste van conscientien, sullen hen moeten vynden byden bisscop diocesain, om daer van absolutie te versuecken, ende indien aldaer eenighe saecke is, die den Roomsche stoel gereserveert soude moegen zyn, sullen die voors. bisscoppen de zelve seynden aende geestelycke ministers, by synder pausselycke heylicheyt daer toe geautoriseert, latende de zelve middeler tyt in ruste en. vreede, wel verstaende dat zy hen vueghen en. re- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 313]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
guleren nae forme ende vuytwysen van onse voors. pardoene. Ende indien de gheene, die alsoe weder gekeert sullen zyn, willen eysschen tgebruyck van huere goeden, als Catholyckelycken geleeft hebbende, sullen zy daer omme aen ons oft onse voorn. neve, den groote commandeur van Castillien, requeste moeten presenteren en. doende daer van blycken, sullen hem de zelve goeden gerestitueert worden, in conformiteyt van onse voors. oepene brieven van gracie en. pardonne; welcke restitutie van goeden te verstaen is van onroerende en. andere goeden, die in onse macht ende gebruyck sullen wesen. Willende en. ordinerende oeck, dat alle de gheenen, die begeeren sullen te gebruycken vander gracie ende beneficie voors., gehouden worden in dese landen te coemen ende weder keeren binnen drie maenden naerde publicatie van onse voors. gracie en. generael pardon, ende dat voor alle delayenGa naar voetnoot(1) en. vuytstel, op peene van daer van geëxcludeert te blyven. Ende voorts willen en. ordineren wy, dat die puncten en. articulen voors., tsamentlycken met onse voors. gratie en. pardon generael, gepubliceert sullen worden, op dat nyemant daer van ignorantie en pretendere, en. dat een yegelyck hem daer nae vuegen en. reguleren mach etc.’
Int iaer ons Heeren m ccccc en. lxxvtich heeft den keyser aff gesonden die grave van Swartseborch, om een middelaer te zyn en. te tracteren binnen die stadt van Breda den peys tusschen den coninck van Spaen- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 314]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
gien en. den prins van Orangien met die staten van Hollant en. Seelant; maer soe die van Hollant en. Seelant persisterende wairen by haere religie, en heeft die tsamen spreckinge en. vergaderinghe egeen prouffyt gedaen. In dit iaer zyn die voors. schepenen gecontinueert. In dit voors. iaer, in December, is binnen den Bossche ter payen aff gepubliceert, als dat het iaer, dat te vooren Paeschdach plach aen te gaen, nu nyeuwe iaers dach aen gaen soude, twelck noch geobserveert wordt.
Int iaer ons Heeren m ccccc en. lxxvjtich, naevolgende den nyeuwen styl van scryven, soe is binnen den Bossche gebuert, dat eene Nicolaes, zoen Peters van Empel, synen vader met een byle heeft doot geslagen; daer nae zoe heeft hy oeck zyn stieffmoeder, die swaer van kynde ginck, doot geslaegen op het bedde, en. syn moeyeGa naar voetnoot(1) is gestorven van rouwe. Int voors. iaer, opten ven dach Meert, is den commandeur vande peste tot Bruessel gestorven, en. tgoevernement vande landen wert byden coninck weder gestelt in handen vanden raet van staten. Inde mandt van May, int zelve iaer, is binnen den Bossche ter payen aff gepubliceert tplaccaet en. ordinantie vander blyde incoempst van Brabant, en. ten zelven daege zyn allen die procureurs gedestitueert, ten eynde zy certificatie aende wethouderen moesten brengen, en. alzoe bethoonen dat zy van wettighe bedde waren, en. alle, die behoorlycke en. volcomen certificatie brochten daer nae, die worden weder om aengenomen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 315]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende want ten zelven daegen drie procureurs bevonden worden, te weeten, N. Bammelroy, Goyaert de Louw en. meester Ian van Dieten, die egeen behoorlycken ofte volcomen certificatie en thoonden, soe bleven die zelve gedestitueert. In dit iaer is tweemael over het gelt opgeset: eersten, den ouden dobbele stuver op ijz stuver, den enckelen stuver op een braspenninck, den halven op eenen halven braspenninck, de seven stuvers penninghen op vijz stuver, den halve op iij stuvers iij oirt, en. alder hande daelders en. goude penninghen nae advenant; daer nae die dobbele stuvers op iij stuvers, die enckele op iz stuver, die halve op een blanck, die seven stuvers penninghen, heel en. halff, nae advenant: des gelycken oeck alle anderen silvere penninghen, daelders en. goude penningen nae advenant, allet naerder blyckende byde placcaten daer aff zyndeGa naar voetnoot(1). In October int zelve iaer synder verscheyden soldaten en. beveelhebberen binnen den Bossche gecoemen inne boeren cleederen, mitsgaders capiteyn Coenen, drossaert van Hoochstraten zoon, die welcke met haere adherenten, die zy, zoe binnen der stadt als daer buyten noch verwachtende waren, meynende die stadt te incorporeren en. overvallen, en. allen die garnysoenen, die daer inne laegen, meynden zy om te brengen en. prys te maken, allet nae vermelde seeckere concept daer aff gemaect, waer aff ick eertyts die copie gesien hebbeGa naar voetnoot(2); maer den aenslach is haer gemist, want die gardesoenen daer binnen legghende, daer aff kennisse cregen ende vonghen alsoe opten xven October binnen der stadt ach- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 316]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
tien soldaten, die alsoe met boeren cleederen ingecomen waren: en. capiteyn Coenen, binnen wesende, wert versteecken ende ontquam. Ende opten xviijen October daer nae, soe synder op die merct vander voors. gevanghen soldaten drie gehangen en. eene levendich gequartiert, die van Bael was van geboorten, en. die vier quartieren elck verscheyden buyten der stadt porten gehangen aen vier potentenGa naar voetnoot(1) oft crucken. Daer nae, opten xxiiijen October, synder noch drie vande voors. gevangens binnen den Bossche op die merct gehangen en. noch drie onthooft onder die galghe. Ende opten ijen November daer nae synder binnen der stadt onder die galghe op die merct noch seven onthooft vande voors. gevangenen soldaten. Alle dese voors. personen worden doen zeer beclaecht, mits dyen zy egeen kennisse vander saken en hadden, zoe zy bekenden en. beleden in haer vuyterste. In dit iaer syn allen die voors. schepenen en. rentmeesteren gecontinueert. In dit iaer, inde voors. mandt van November, is het tractaet vanden peys gemaect en. gesloten tusschen die staten vande Neederlanden, vergaedert wesende binnen der stadt van Bruessel, en. mynen heere den prinche van Orangien, staten van Hollant en. Seelant met heure geassocieerde, mitsgaders aggreatie en. confirmatie ons heeren des conincxs daer op en. nae gevolcht.
De wylen dat die staten vanden landen oorloghe voerden tegens die Spaeniaerden, die Aelst, Andtwerpen en. andere steden geincorporeert, geplondert, geroeft en. gebrant hadden, heeft den coninck van Hispangien, als har- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 317]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
toghe van Brabant, binnen middelen tyde inne dese Neederlanden gesonden, als gouverneur, don Iohan van Oistenryck, die welcke eenen tyt lanck blyvende inde landen van Luxemborch en. eer dat hy in Brabant quam, den peys van Gendt bevestigende, wert daer op binnen Marche in Famine een accoordt gemaect tusschen don Iohan en. den staten voors., ende dat al opten xijen February anno m ccccc lxxvij, welcke accoordt wort in forme van een eewich edictGa naar voetnoot(1) ten laetsten binnen Bruessel gepubliceert opten xvijen en. binnen Andtwerpen opten xxvijen February, alles naerder blyckende byden zelven accoorde daer aff synde. Op welcken voors. peys van don Iohan heeft die prinche van Orangien met die staten van Hollant en. Zeelant, ontfangen hebbende copie van het voors. accoordt en. eewich edict, geprotesteert in scriptis, vermoegens seeckeren poincten daer aff, wesende van dato den xixen February anno voors., waer op die staten weder omme haer verandtworde hebben gedaen opten eersten Martii daer nae: allet naerder blyckende by het zelve protest en. verandtworde daer aff zynde. Item opten vjen February syn die Spaengiaerts voor den Bossche gecomen en. hebben met eenen commissaris en. trompetter sachternoens die stadt vanden Bossche op geëyscht, en. zyn dien avondt ghysselaers gestelt, omme met maelcanderen te perlimenteren. Ende zoe dien zelven dach die heere van Meroden en. Hans de Greve, drossaert van Brabant, binnen der stadt waren inne commissie, soe syn die Spaengiaerden daegs daer nae weder omme voor die stadt gecomen, maer en hebben nyet vuytgericht. Ende zoe doen binnen der stadt onder die | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 318]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Duytsche knechten een grooten twist was en. wilden gelt hebben, soe zyn die borgers mitte voors. knechten eendrachtelyck veraccordeert, te wetene, dat die knechten aender stadt haere betaelinghe souden vynden, van drie maenden tot drie maenden, en. dat zy binnen twelff maenden haer volle betalinghe zouden hebben, waer mede zy doen te vreeden waren. Ende worden doen eendrachtelyck byde drie leeden geconsenteert, dat een yegelyck zyn silverwerck byde heeren opt stadt huys moeste brengen, om daer aff gelt te laten slaen, om die voors. knechten daer mede te betalen. Oeck worden doen byde drie leeden geaccordeert den xen, xxen en. hondertsten penninck te geven: alle het welcke doen al goetwillichlyck worden geconsenteert; ende sonder sulcxs nyet te willen doen, waere het anders geschaepen geweest, dat die Duytsche knechten die stadt den Spaengiaerden zouden hebben gelevert. Ende opten xijen February daer nae zyn die voors. Spaengiaers weder omme voor die stadt gecomen en. brachten brieven aenden luytenant vande knechten, meynende hen te corrumperen; maer alsoe den zelven luytenant vrom was, soe en heeft hy hem nyet laten verleyden door schoone worden vande Spaengiaerts, soe dat zy oeck wederom zyn getoegen sonder yet wt terichten, dat haer genouch verdroot. Dese voors. luytenant sterft binnen der stadt en. leyt in sint Ians kerck begraven, en. boven zyn sepultuer hangt een schoone memorie taeffel. Dese luytenant heeft die stadt eenen schoonen dienst gedaen, anders waer die stadt over lange al geplondert geweest vande Spaengiaerden. Ende op May dach daer nae, int zelve iaer, soe is don Iohan binnen Bruessel ingecomen, alwaer hy met | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 319]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
groote costelicheyt, triumphe en. blyschap ontfanghen wort, soe wel vande heeren als van het gemeyn volck, en. het gouvernement vande landen aenveert opten iiijen dach der zelver mandt, den eedt doende, want doen hy vuyt Mechelen trock, inne tegenwordicheyt van veel heeren, die hem als gouverneur eere aen deeden, tooch naer Namen, en. heeft, onder tdexel vander iacht te ryden, viantsche wyse int voorby gaen tcasteel tot Namen ingenomen opten xxiiijen Iuly int voors. iaer. Item opten xxjen Augusti daer nae, alsoe die staten vanden landen seer beduchtende waren voor die Duytsche knechten, die binnen den Bossche laegen, is die coronel Isselsteyn vande grave van Hohenlohe eerst voorde stadt vanden Bossche gecoemen met een regiment voetknechten van twelff vendel, waer by hen vuechden veel vuytgeweeckenen vanden Bossche, ende daer nae quam daer oeck voor de voors. grave van Hohenloe zelffs met veel volcxs, alsoe datse tsamen int getal waren omtrent dordalff duysent, soe te voet als te peerde. Ende doen nu die Duytsche knechten binnen der stadt vernomen hadden, dat die voors. grave met veel volckx buyten en. om der stadt was gecomen, soe bolwerckten zy die poorten van binnen toe; en. doen zy toe gebolwerckt waren, deeden die van buyten, omtrent elff uren inder nacht, eenen loessen allerm slaen, waer tegens die Duytsche knechten alden nacht over eyndt waren. Opten xxixen Augusti daer nae hadden die van buyten met sommighe borgers van binnen een verbont met een gemaect. Recht op de middach, de clockslach van twelff uren, dan zouden die vanden Vuchterendyck en. op tHintamereynde hen opgemaect hebben, om een poirte op te crygen, daer die van buyten op lagen en. wachten; maer | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 320]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
zoe die Duytsche knechten den aenslach te vooren wisten, soe deeden zy binnen der stadt tusschen elff en. twelff uren, door die stadt inde straten veel stercke ronden en. quamen maelcanderen tegens elcke straet weder tegens, alzoe dat die gheene, die binnen der stadt opten Vuchteren dyck waren, nyet vuyt en consten gerichten; en. die van tHintamereynde opde voors. clockslach vuytcomende met haer geweer, en. siende dat die Duytsche knechten zoe sterck gewapent tegens hen quamen, synder doen vier borgers doot geslaegen vande Duytsche knechten en. veel gequest, welcke naeme vande gebleven dooden my onbekent zyn. Die beveelhebberen en. Duytsche soldaten binnen der stadt leggende, considererende, dat die grave van Hohenloe metten zynen haer gheern vuyter stadt hadden gehadt sonder gelt te geven, ende zy beduchtende zeer voor den borgeren van binnen, dat zy den voors. grave daer toe mochten assisteren, hebben zy een van haeren vendragers en. scryvers inder nacht affgesonden int heymelick naer don Iohan toe tot Namen, hem presenterende haeren dienst en. hem van het belech vanden Bosch geoipenbaert: welcken don Iohan den voors. vendrager en. scryver goet contentement gaff, belovende hen te betalen en. te ontsetten zeer cortelicken. Sles hier naer hebben die voors. soldaten binnen der stadt gaen graven rontsomme die merct op met graften omtrent thien voet wyt en. dat zy op en. vuytgroeven, hebben daer aff binnen die merct gemaect een borst weeringhe van omtrent vyff voeten hoeghe en. zoe dicke, en. allen die keyen vanden straten daer buyten ingeset en. gemeest, en. die zelve borst weringhe beleyt en. beset vol haeckbusschen vande collegien, ambachten en. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 321]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
ghilden, met wickenGa naar voetnoot(1) wel gelaeden wesende, latende over all aen beyden zyden vande straten maer zoe veel spacien, dat daer twee menschen juyst beneven een mochten gaen, twelck zy oeck in alle principale straten deeden. Die voors. borgeren en. innegesetenen vander stadt sulcxs siende, merckten wel, dat die soldaten met hen nyet goets voor handen en hadden, en. zoe den voors. aenslach gemist was, en waren nyet wel te vreden. En. die voors. soldaten siende datter gheen goet binnen der stadt en quam, hebben opten xxxen Augusti daer nae binnen der stadt alle den terwe en. rogghen gaen soecken en. gehaelt, soe eerst totten bisscop, daer nae inden H. Geest en. voorts over al in die borgers huysen en. allen het zelve gedistribueert tot henne behoeve; dan door dit versueck van cooren was meer te presumeren, om die borgers huysen te verspieden dan om teooren. Nu die borgers en. innegesetenen, die de soldaten binnen der stadt nyet en waren toegedaen, waren inne groote vreese en. vaereGa naar voetnoot(2), nyet wetende hoet met haer noch aff soude loepen, soe den voors. aenslach gemist was en. dat die borgers met een nyet eendrachtelyck en waren. Die voors. soldaten binnen der stadt siende bequamen tyt, hebben het StuergewaltGa naar voetnoot(3) teynde de merct, omtrent die gevangen poorte, ter Hintamerstraet waert ingeset, wel gelaeden wesende met stucken van keetenen en. andere ysserwerck. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 322]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende opten ixen September daer nae, smorgens omtrent vier uren, hebben die soldaten allen te samen op en. in haer geweer geweest, haere cappiteynen en. principale beveelhebberen nemende en. hen settende gevangen op die marckt, met goede wachte by haer, die merckt met geschut en. soldaten wel beset, oeck desgelycken aen alle poirten en. principaele straten en. hoeckhuysen met wachten, die haer geweer terstont veeldeGa naar voetnoot(1) als eenen borgher vuyt zynen huyse wilde gaen, en haer alsoe binnen der dueren hielden. Ende haerder omtrent twee hondert tsamen versamelende, met geladen roers, brandende louten, blancke swaerden, met een wagen met stroo en. brandende toortsen, syn tsaemen eerst gestrecken vande merct aff tot die rentmeester Bacxs huysinge inde Posselstraet, die doore oft poirte vanden huyse met gewelt opgeloepen en. daer tgeweer vuyt den huysse gehaelt met noch meer anderen dingen genomen, die zy noch weder om te brengen hebben: en. doen zyn zy alsoe voorts gegaen in alle huysen en. straten, daer zy suspicie op hadden, die haer nyet en waren toegedaen, zoe wel rycke als armen (maer nyet inde geestelycke huyssen, noch tot den geenen, die haer toe gedaen waren) doende aldaer groote fortse en. gewelt, stoetende, slaende en. metten borgers levende off zyse terstont omden hals hadden willen brengen; comende inde oude Scutters boomgaert oft Deelen, die booghen, pylcoeckers en. pylen buyten shuys op strate om stucken werpende en. slaende, die vendelen daer vuyt nemende en. die op die vesten gestelt ter stadwaerts vuyt, om dat die buyten lagen, zulcxs mochten sien en. mercken wat teecken dat was. Inne welcke fortse en. gewelt doot zyn geslae- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 323]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
gen drie borgers en. wel over de drie hondert gequest, en. die van buyten en hebben binnen dien dach binnen der stadt egeen roeck op sien gaen, meynende dat allen die borgers, die haer toegedaen waren, al om hals en. vermoort waren. Opten xen September hebben die soldaten binnen der stadt brieven gecregen van don Iohan, inde welcke stont, dat hyse ontsloech vanden eedt en. dat zy die staten vanden landen souden obedieren. Dan dese brieven waren gefabriceert en. gemaect byden grave van Hoehenloe met zynen raet, soemen doen seyde: want doen die brieven binnen der stadt geoipent worden, waren daer sommighe, die goet ront vuyt seyden, dat het don Iohans hant nyet en was; maer zoe die van een Duytsche soldaet daer binnen waren gebracht, gaven die soldaten hen geloeff. Noch hebben die soldaten binnen der stadt andere brieven gecregen ten zelven dagen vanden generaele staten, die welcke inhielden, dat zy mitten staten zoude handelen aengaende haer betalinge. Opten xjen September hadden die soldaten binnen der stadt, door inblasers van twistmakers, noch een meerder en. quader actie voor handen gehadt, meynende weder omme inde borgers huysen te comen, haer terstont op syn Andtwerpens aff te vorderen haer gelt, silverwerck, goudt en. cleynodien, en. zoe zy die nyet terstont en wilde overgeven, die zoude zy tleven benomen hebben, en. alzoe met den roeff op eene nacht vuyt der stadt te trecken; dan sulcxs worden belet van sommighe personen, soemen ons doen binnen der stadt wys maeckten. Opten xijen September synder commissarissen binnen | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 324]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
der stadt geordineert, omme met ScampangneGa naar voetnoot(1), die buyten byde grave van Hohenloe was gecomen, te parlementeren, en. doen zy geordineert waren, en wouden die soldaten sulcxs binnen der stadt nyet hebben. Ende opten xiijen September zyn die voorscreven geordineerde commissarissen vuytgegaen, te weten, Ian vander Stegen, Willem Monnicxs en. Loeckemans, pensionaris, met twee Duytsche beveelhebbers, omme te tracteren; en. zy buyten coemende, cregen voor andtwoorde, dat zy met haer nyet te doen en hadden, dan alleen mette knechten en. soldaten, die daer binnen lagen, syn sy met alsulcke andtworde weder omme naede stadt gekeert, en. binnen comende, die overste vander gardesoenen sulcxs aengeseecht, en. zy sulcxs verstaen hebbende, zyn ten zelven daegen vuyter stadt gecomen capiteyn Engelbert met noch vyff andere beveelhebberen, en. daer zynder weder van wegen Scampangie en. die voorscreven grave van Hohenloe binnen der stadt gecomen seven ofte acht ghysselaers, waer aff den voors. cappiteyn Coenen oeck een was. Opten xven September synder weder omme ghysselaers tegens een vuyt en. in gecoemen, en. die zelve nyet scheydende off zy en hadden accoordt tsamen gemaect en. haer etsselycke duysenden geaccordeert, die haer buyten der stadt gegeven zoude worden, daer voor haer sufficiente gysselaers worden gestelt, dien zy mede namen, ende zyn zy alsoe opten xxjen Septembri daer nae met alle henne geweer en. bagagie, naer dyen zy den borgeren haer geweer daer te vooren eerst weder omme moesten restitueren, vuyter stadt vertoeghen; en. die voors. soldaten vuyter stadt zynde, is die grave van | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 325]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Hohenloe met sommige heeren en. cappiteynen binnen der stadt gecomen, dan den borgers en wouden daer gheen vreempde soldaten binnen hebben. Item waren scepenen binnen den Bosch geset dit voors. iaer: meester Zeger Adriaenssoen, meester Goyart Loeff, Ieronimus Wynants, Iannen van Heedel, Ioost van Auwen, Marthen Geritszoen, hy sterff: in zyn plaetse, meester Iacop vander Cammen, Willem Monicxs, Ian vander Stegen Ianssoen, Aert van Breugel; ende dese scepenstoel is geordineert vande oude voorgaende scepenen, mits dyen datse die vanden hove binnen die octave van Bamis nyet geset en hadde, volgende tprevilegium. Die staten vanden landen roepen tot hender assistencie mynen heere den prinche van Orangien, die in Hollant was, en. bidden hen, dat hy by haerlieden wilde comen, gelyck hy gedaen heeft, om des vaderlants wille, en. ten laetsten nae zyn lange absentie in Brabant wederkerende, soe is hy binnen Andtwerpen gecomen opten xviijen September met groote blyscap van allen den volcken, ende opten xxen September daer nae wert hy gouverneur van Brabant gecoren binnen Bruessel. Opten xen November daer nae int voors. iaer is verschenen een groote comeet inde Neederlanden met een langhe strale, opgaende omtrent ses uren tsavonts, en. scheen tot thien uren toe, ende heeft geduert tot inde Kersheylige daeghen toe. Die principaelste heeren en. staten vande Neederlanden, siende dat don Iohan haere viant geworden was en. tegens haer wilde oorloghe aennemen, noch verhopen hebbende opten coninck van Spaengien, off zy hem noch eens mochten vermurwen met yemant van zynen bloede te onbieden, omme die gouverneur generael te | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 326]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
maken inne den Neerlanden, hebben zy alsoe die heere van Malstede gesonden aen den doorlochtighen aertshertoghe Mathias van Oistenryck, een soene van keyser Maximiliaen, hem biddende, dat hy soude willen herwaerts over coemen; maer zoe den zelven aertshartoghe mercte, dat den keyser Rodolphus, zynen broeder, vreesende den coninck van Spaengien te mishagen, daer inne nyet consenteren en zoude, soe is hy heymelycke van daer gescheyden, nyemant by hem hebbende dan zyn opperste camerlinck, en. is binnen Andtwerpen gecomen opten xijen November anno voors. Opten vijen December daer nae is don Iohan met alle zyne aenhangers vianden vanden coninck en. van zyne landen verclaert en sulcxs vuyt geroepen in alle steden, gelyck sulcxs blyct byde placcaten noch daer aff zynde. Opten xen December daer nae hebben die generale staten, binnen Bruessel wesende, een unie en. verbont met maelcanderen gemaect, allet naerder blyckende byde zelve unie daer aff wesende. Daer nae opten xvijen December hebben die prelaten van sinte Geertruyt en. Marolles, de hartoghe van Aerschot en. de baroen van Fresin byde staten gedeputeert gecomen, presenterende den doorluchtigen aertshartoghe Mathias tgouvernement vande landen op seeckeren conditien en. articulen, die hy aenveerden en. onderteeckent heeft, ende opten xviijen Ianuary anno m ccccc en. lxxviij synen intreye binnen Bruessel gedaen, waer aff hy opten xxen Ianuary daer nae behoorlycken eedt solemnelycken heeft gedaen, met groote magnificentie gouverneur vande Neederlanden gestelt wordt, ende die prinche van Orangien werdt gecoren tot zynen stadthoudere, die welcke oeck doen mede eedt deede. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 327]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Opten xviijen Ianuary ao [1500] lxxviij soe zyn die schutters vanden ouden voetboege vuyter stadt getoeghen met een halff vendel en. zyn getogen voor het huys tot Heel, dat beleyt mette compangnie van sinte Michiels gilde, die int voorleeden iaer binnen der stadt waeren aengenomen, die daer eerst voor laeghen; van welcke oude schutters dier tyt honderste man was Lieven Ianszoen, en. zy zyn weder omme van daer vertrocken sManendachs tsavonts. Opten ven February daer nae syn een partye vanden schutters vanden handthooghe, een partye vanden voors. oude schutters, met een partye van sinte Michiels gilde voors., op het huys tot Heedel gecoemen mitte heere van Cloetingen en. heer Iacop van Brecht, schoutet vanden Bossche, welcke twee personen nae voor suspect worden gehouden, en. haer en worden tvoors. huys nyet toebetrouwt. Int eerst vanden vasten int zelve iaer hebben die vanden Bossche tusschen die Heeckel vanden Cruysbroederen en. die Papenhuls twee blochuysen oft rondelen van eerde doen maken en. met groote graften om doen graven. Inde mandt May int zelve iaer hebben allen die geestelycke personen binnen den Bossche eedt gedaan, omme met den borgeren te vechten, te leven en. te sterven, en. maelcanderen gehouw en. getrouw te zyn. Opten viijen dach der mandt van Iunius int selve iaer is de grave van Bossu binnen den Bossche gecomen, als veltheer vande statenGa naar voetnoot(1). Ende opten xven Iunius daer nae is die grave van Swartsenborch binnen den Bossche gecomen, met een | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 328]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
groote staet van peerden, en. twee daegen daer nae heeft die selve grave een groote menichte van peerden en. voetknechten inde meyerye vanden Bossche gebracht. Opten xvjen Iunius quam monsieur HaevreeGa naar voetnoot(1) binnen der stadt vanden Bossche. Opten xxvijen IunioGa naar voetnoot(2) is binnen der stadt ter payen aff gepubliceert die ordinantie vande wachten, gemaect byde stadt, in haere drie leden, en. die vyftien cappiteynen eendrachtelyck gesloeten en. geresolveert tot verseeckernisse vande innegeseetenen der selver stadt. Inde mandt van Iulio daer nae is hartoch Casimirus met veel peerden en. voetvolck inde meyerye vanden Bossche gecomen. Opten xxixen Augusti hebben die generaele staten een accoordt gemaect metten hartoghe van Anjouw, den coninck van Vranckrycxs broeder, en. is met hem aldus gehandelt, dat den hartoghe van Anjouw hem verbynt op te brengen thien duysent voetknechten en. twee duysent peerden, betaelt en. gegageert tot zynen costen, voor den tyt van drie maenden, en. die zelve drie maenden ten eynde zynde, indyen dan doorloge noch nyet ten eynde en waer, dat hy zyn bystant zoude vervolgen met tgetal van drie duysent voetknechten en. vyftien hondert peerden, ende dat hy hem zal viant verclaren van don Iohan en. zyne aenhangers, waer vooren dat die staten hem den tytel geven van beschermheer vanden vader lande, en. beloven hem daer en boven, dat zy hem sullen voor alle andere prefereren, soe verre als zy zoude bedwongen wesen te veranderen van prinche en. heeren, hem voorts gevende het hartochdom van | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 329]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Lutsenborch en. het graeffschap van Bourgongien, en. voor vertreck van zyn volck en. verseeckerheyt die steden van Landrecy, Bavays en. meer andere articulen int accoordt begrepen en. vuytgeroepen binnen Andtwerpen en. binnen den Bossche opten voors. xxixen Augusti. Opten vijen September int zelve iaer, nae dat die vande gereformeerde religie langhe tyt binnen der stadt inne huysen gepredict hadden, hebben zy met cloecheyt sinte Peters cappelle op het Orthen eynde inne genoemen ende aldaer geprect met meer andere dienste gedaen. Ende opten viijen September daer nae hebben die vande gereformeerde religie sint Iacops kercken op geslaegen, inne genomen en. daer inne oeck geprect. Opten xjen September worden by sommighe vander voors. gereformeerde en. sommighe van sinte Michiels gilde der stadt poorte met gewelt op geslaegen, meynende sommighe soldaten vuyt Hollant inde stadt te brengen ende die stadt alzoe te incorporeren; maer die borgers waren daer zeer tegens, en. met name eenen genaemt Harman Coelen (die naemaels cappiteyn vander stadt worde gemaect van een vendelen voetknechten), alsoe dat door den selven Herman Colen ende noch sommighen katelycken borgers met hem, soe dat den voers. Herman Colen dye voers. sunt Ians poorte met ghevelt heeft toe geslagenGa naar voetnoot(1), alzoe datter sommighe van die vande gereformeerde doot bleven en. een deel gequest worden: welcke opslaen vander poorte een zeer quade consequentie maeckten binnen der stadt onder de borgeren, ende voers. Herman Colen een grote eere gehaelt [heeft] onder de katelycke, van dat hy de poort we- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 330]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
derom toe smeedt opten 11 September anno 1578Ga naar voetnoot(1) voers.Ga naar voetnoot(2). In dit iaer heeft het alsulcken grooten drochte geweest, datmen over al binnen der stadt droech voets door de Diese ginck. In dit iaer zyn tot policiemeesters gestelt binnen der stadt: meester Gerit van Deventer, Ioost die Bye, Ian Willemszoen, coorencoeper, en. Erasmus van Houwelinghe, goudtsmitGa naar voetnoot(3). Opten iiijen Octobris anno voors. hebben die oude schutters vanden Bossche, inne presentie van doctoir LongoliusGa naar voetnoot(4), met noch eenen commissaris vuyten hove en. die heere van Bocxtel, als gouverneur vander stadt, eedt gedaen volgens seeckere articulen haer voorgehouden, genoempt den Religions vreede, en. dat inde huysinghe van Wouter Bouwens, staende by sint Ioris cappel, ende is inde zelve Religions vreede die vande gereformeerde religie toegelaten, omme vry te moegen precken, doopen, nachtmalen vuyt deylen, trouwen ende begravenisse te doen inde voors. ingenomen twee kercken, mitsgaders in sint Cornelis en. sinte Anna cappellen, die hen mede zyn toegelaeten, en. alle voorgaende geschiedenisse en. commotie, oeck van topslaen vander poorte, zyn hen vergeven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 331]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Opten jen dach van October is don Iohan inden leger voor Namen vande peste gestorven en. in zyne plaetse is gecomen Alexander, die prince van Parma. Opten ijen dach November voor noen syn allen die procureurs gedestitueert en. naede noen. weder omme geadmitteert op drie nae. In dit iaer zyn byde voorn. policiemeesters noch by gevuecht: Ian Thielmans, Claes Kuysten, Goeyaert van Vlierden en. Buerden inde Waghe; ende Lambert die Wolff is collecteerder geweest vande ses stuvers te ontfanghen op elcke ton biers, tot fortificatie vander stadt.
Int iaer ons Heeren m ccccc en. lxxix, den xxixen Ianuary, is by die van Hollant, Zeelant, Utrecht, Gelderlant, Vrieslant en. andere provincien, siende dat den voors. hartoge van Parma met zyne adherenten sochten die provincien te demembreren en. van maelcanderen te scheyden, hebben zy een naerder unie binnen Utrecht gesloeten, gelyck sulcxs naerder blyct byde zelve unie daer aff in druck wesende. Ende op de vastelavont int zelve iaer, soe zyn allen die ruyters van hartoch Casimirus en. een deel vande ruyters vande grave van Swartsenborch en. eedel HanrickGa naar voetnoot(1) ruyters tsamen vuyten lande vertoegen, vuytgenomen omtrent vier duysent, die int lant bleven, en. die zelve vertoegen wesende, heeft de hartoghe van Parma mette Spaengiaerden gaen beleggen die stadt van Maestricht. Ende de wylen nu die stadt van Maestricht beleghen | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 332]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
bleeff en. cleynen troost was van te ontsetten, soe syn sommighe magistraten binnen den Bossche, en. een deel vande borgeren met die geestelicheyt zeer twistich geworden tegens die vander gereformeerde religie, soe wel in haere sermoenen als andersins inne schelden en. injurieren, maelcanderen nyet met alle toebetrouwende, allet contrarie henne beloefte en. gesworen eedt, die zy maelcanderen, als voorstaet, gedaen hadden: alzoeGa naar voetnoot(1), datter onder andere by die vande catholycque religie opten iijen April int zelve iaer seeckere fameuse en. oproerich brieffken lancxs der straete ofte daer op worde gevonden, dat die vander gereformeerde in handen hadden gecreghen, luydende aldus: O ghy edele borgers, al tsamen int gemeyne,
Siet toe wel op u hoede tallen termeyne,
Want die Guessen met haeren superintendent
Sullen u lieden brenghen in een groot torment,
Want hy en heeft noch gheenen eedt gedaen,
Daer om is hy te stouter, om tfeit te worden voldaen.
Gelyck Agyleus en. Aert inden Roch hem hebben vermeten,
Met Ioncheer Veldoncker, Ian Timmers en. meer
Andere van dyer innegesetene, en. Leyten, sieur Bacxs,
Vladeracken en. hen valsche propheten mede:
Sy sullen tsamen met heele consistorie
Vergaderen op een stede
Ende iaeghen u lieden vuyt ende brenghen
Het garnisoen binnen der stadt,
Gelyck den superintendent met syn aenhang heeft gehadt
Eenen valschen raet buyten de poorte van desen,
Daer zy opten lesten Meert, ofte daer omtrent,
Eenen corff vol brieven hebben gelesen,
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 333]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende heeft het huys al omme met synen aenhangers beset,
Op dat zy nyet en zoude hebben eenich belet,
Dat daer waren gecomen tot Orthen eenighe heeren,
Met den castelleyn Bacxs, die daer mede wil verkeeren;
Ten huyse met Mugghe, daer zy die brieven vonden,
Ende hebben tsamen hen valscheyt daer verbonden,
Mits dat den heer daer een dach en. nacht hadde geseten verkeert,
Verborghen, om dat heel zoude blyven,
Int secreet soe heeft Loecre genomen een padt door Hintam
Op dat die borgers daer door nyet en soude worden geleert
Van haer valscheyt qualyck bekeert,
Hoe dat zy het volck hier inder stadt souden brengen
Ende met u lieden al te saemen om springhen,
Ende iagen die geestelycken en. weerlycken daer buyten,
Ende dan voor u lieden die poorten toesluyten.
Doen sy met gewalt die poirten hebben op doen slaen,
Gelyck zy den xjen September lestleden hadden bestaen,
Tot dat zy u lieden goet en. bloet hebben gestoelen
Ende houdent voor prys, dat hen is bevoelen
Vanden superintendent, op u lieden zeer verbeeten,
Want met groote valscheyt zy u zyn verstecken,
Het welck corts zal worden geblecken,
Ten sy dat ghylieden wilt wesen op u wacht,
Want zy Guessen sullen coemen op eender nacht,
Als ghylieden alderminst daer op acht:
De brouwers van desen syn Deventer, Dierck Aertss, president,
Dit is een valsche, helsche regent,
Die de staten vande landen veel quaets in blaest,
Gelyck eenen sot en. dullaert voorde staten raest,
Roepende: ‘Crucifige, crucifige, ick heb die commissie alleen,
Ende nyemant anders dan ick int gemeen.’
Desen 3 Aprilis 79.
Raptim Andtwerpiae. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 334]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende soe sommighe catholycque geestelycke heeren, staende opten preckstoel, nyet op en hielden met schelden en. injurierenGa naar voetnoot(1) tegens die vande gereformeerde religie; en. sommighe vande magistraten inde stadt, met den gouverneur, hebben zy eenen geestelycken catholycque predicant vande Cruysbroederen parochie, genoempt heer Gerit Brueckelaer, voor hen onboeden, waer voor den zelven heer Gerit heeft bekent en beleeden, zoe hier nae volcht:
‘Op huyden, den iiijen April ao. [1500] lxxixtich voors., geroepen zynde voor mynen heere den gouverneur en. schepenen ondergescreven, heer Gerit Brueckelaer, pastoir vande parochie vande Cruysbroederen, geboren van Aernem, heeft oipenbaerlycke bekent, dat hy op onse lieve Vrouwen dach lestleden oipenbaerlycke geprect en. geleert heeft, dat allen die gheene, die gaen ende lopen tot die nyeuwe predicanten en. haer duvelarye hoiren, ten eeuwighen daeghen verdoemt zyn, en. allen die gheenen, die daer inne consenteren, het zy hoocheyt oft leecheyt, qualycke vaeren sullen; persisterende tzelve gepredict oipenbaerlick opten predictstoel, seggende, dat zy den craech een gans iaer ten besten hadden gehadt; willende zyn bloet storten, dat het alsoe is, ende dat hy Godt bidden soude, dat hy een cuyp vol bloets mocht storten, om te versaden den gheenen, die dorsten en. hongeren nae der Papen bloet; seggende voorts meer, dat hy ten zelven tyde oeck verclaert heeft, dat hem zulcxs en. dyer gelycke verbooden waere opten preckstoel te seggen, maer en zoude tzelve nyet laten te seggen en. wilde; ulcxs seggen, overmits dat hy nyet en | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 335]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
is, die daer sprect, maer den Geest des Heeren. Actum ut supra. Inne presentie des heeren gouverneur, ioncheer Ian Monicxs, en. meester Reynier Everswyn, scepenen deser stadt van sHartogenbossche.’ Onderteeckent: ‘Gerit Brueckelaer, Iannen Monicxs, R. Everswyn.’
Ende volgende dese voors. confessie, soe heeft die heere van Loecre, gouverneur, met consent vande voors. scepenen, den voorn. heer Gerit, omtrent àcht uren smorgens, met zyn helbaerdiers vuyter stadt doen leyden. Iacop van Brecht, schoutet vander stadt, ende Herman ColenGa naar voetnoot(1), met die vande catholycque religie, sulcxs vernemende, hebben den zelven heer Gerit weder omme met gewelt binnen der stadt gebracht, ende hy binnen comende, wast verscheertGa naar voetnoot(2), datter een oploop tusschen die borgers gecomen zoude hebben, dan sulcxs worden voorcomen door goede vrienden. Opten xijen dach MayGa naar voetnoot(3) daer nae syn die magistraten en. heeren vander stadt omgegaen binnen der stadt, omme gelt te halen vande borgeren, daermen Maestricht mede zoude ontsetten, dwelck die borgers goetwillichlyck gaven, een yegelycke volgens zynen staet; maer twas al te vergheeffs, want daer nyet aff en quam. Ende opten jen dach der mandt van Iuly ao. voors., smorgens omtrent seven uren, hebben die vanden Bossche seeckere tydinghe gecregen, als dat die stadt van Maestricht vande Spaengiaerden innegenoemen was, waer mede haerder sommighe binnen den Bossche nyet wel te vreeden en waeren; syn die drie leeden vande stadt tsamen vergadert met die vande gereformeerde religie, | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 336]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
alwaer deerste reyse geresolveert en. besloeten worde, dat die compangien van sinte Michiels gilde vuyter stadt soude trecken met henne wapenen, omme tot HalleGa naar voetnoot(1), Heerlaer en. andere plaetsen die bruggen aff te werpen, ten eynde die Spaengiaerden daer nyet over en zoude coemen. Metter haest syn alsoe die van sinte Michiels gilde eerst in henne wapenen gecoemen; en. inne wapenen wesende, en heeft die vande voors. gereformeerde religie nyet goet gedocht, dat die van sinte Michiels gilde vuyter stadt zoude trecken, maer is daernae byde voors. drie leeden en. die vander gereformeerde wederomme gesloeten, als datmen die voors. unie, gemaect tot Utrecht, zoude aennemen en. besweren, gelyck die van Andtwerpen gedaen hadden en. sulcxs oeck op haer waren begerende; en. hoe wel hier zeer veel toe ginck, eer zy die aen wilde nemen, en. siende dat het volck op die merct hoe langer hoe meerder by een quam, gelyck sulcxs omtrent twee uren naede middach is geaccordeert. Ende eer dat nu die voors. unie gepubliceert worden ter payen aff, soe isser onder die borgers een commotie op die merct gecomen, door dyen dat het een yegelyck naer zynen sin wilden hebben, dan de zelve commosie worden gecesseert sonder bloetstortinghe, ende omtrent drie uren is die voors. unie ter payen aff gepubliceert. Die van sinte Michiels gilde, staende eensdeels voor den Regenboeghe en. eensdeels daer inne wesende, nyeuwaerts om denckende, ende Herman Coelen, met zyne adherenten staende op den hoeck vande gulde Lavoir, naer dat die voors. unie aff geleesen was, heeft gesproken tot zyne adherenten: ‘Compt, laet ons tsamen gaen | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 337]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
op het raethuys byde heeren, en. segghen, dat wy een nochte gheen vande affgelesen poincten der unie en willen houden.’ En. mits dyen is hy Herman Coelen met zyne adherenten naer traethuys gegaen, hem veynssende, off hy byde heeren wilde gaen, ende tegens tvleschhuys over wesende gecomen, oversiende die van sinte Michiels gilde, die voorden Regenboege stonden, is doen terstont van zyn volck, soemen seyde, een roer los geschoeten op die van sinte Michiels gilde, ende zyn alzoe hansgemeyn geworden en. tegens een ingevallen, ten dickse geschoeten en. geslaegen, jae alsoe furieuselyck off die een partye Turcken waren geweest en. dandere Christenen, en mochten tegens maelcanderen zoo fel nyet geweest zyn als zy waren. Inne dese furie was den vader tegens dat kynt, den eenen broeder tegens den anderen, oomen, neffen en. geswaghers tegens een, dat zeer scrickelyck om [te] sien was, en. duerde meerder dese furie dan een groote halve ure. Ende naer datter veel dooden en. gequetste waren gebleven aen beyden zyden, worden door goede vrienden en. den gouverneur Loeckere tselve geappayseert; maer zoe des duvels saet noch nyet voloocxst en was, en. quade tonghen noch nyet op en hielden, soe is, omtrent seven uren inden avondt, ioncheer Nicolaes van Vladeracken van thuys tot Heel den Boom poirte ingecomen. met omtrent x ofte xij soldaten, en. zy op die merckt komende en. siende dat die voors. partyen noch nyet gescheyden en waren, heeft hem daer den twist andermael verheven en. zyn weder omme jegens een gecomen, jae alzoe, dat het by het voorgaende nyet te gelycken en was, dwelcke duerde meer dan een ure lanck, waer door die onschuldighe gemeynten zeer verslagen worden, sloeten henne dueren toe en. baeden Godt | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 338]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
almachtig, dat hy syne godtlycke vreede tusschen beyde de partyen wilde vueghen, dat vader, kynt, gebroeders, oomen, neffen, swagers en. naebueren maelcanderen wilde verstaen en. ophouden van maelcanderen doot te slaen, twelck noch in geene steden vande Nederlanden geduerende dese trouble en is geschiet; emmers ten lesten verdunct my, dat Godt almachtich die ompartydighe gebet meerder verhoort heeft dan beyde de partyen gerechticheyt: syn alsoe door Godts toedoeninghe en. goede vrienden (naer datter veel doot gebleven en. gequest waren) beyde de voorn. partyen veraccordeert en. gepayseertGa naar voetnoot(1). Nu die voors. twist geappayseert wesende, en. die gemeynte siende, dat die voors. partyen inne tyde van noot maelcanderen nyet veel toe en zoude betrouwen; dat oeck mynen heere den prins van Orangien mette staten vande landen aen die vanden Bossche gedirigeert hadden, dat sy gardesoen in soude nemen tot verseeckerheyt van haerder stadt, en. dat die vande catholycke sulcxs nyet en wilde toelaten, aenmerckende oeck die ompartydighe gemeynten, het cleyn en. sober middel van provande en. munitie van oorloghe, dat binnen der stadt was, zoe verre den viandt daer voor quamen, egheen middel met allen siende, omme die te moegen resisteren, begerende alzoe nyet langher inne peryckel van honne lyven, huysvrouwen, kynderen en. goederen te sitten; hebben ten lasten geraetslaecht en. met maelcanderen eendrachtelyck veraccordeert seeckere acte van vertreck, die welcke alzoe luyden, gelyck hier nae volcht: | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 339]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Alsoe seeckeren alteratien en. misverstanden op gestaen en. geresen waren tusschen die borgeren en. ingesetenen der stadt van sHartogenbossche, ter saecke van dontfanghen en. innemen van seeckeren garnisoen binnen der zelver stadt: sustinerende die vander religie, dat teenemael van noode waer, sonder eenich dilay ofte vertreck, die voors. stadt vanGa naar voetnoot(1) gardnisoen te besetten, en. dandere borgers ter contrarie sustinerende, dat den noot sulcxs noch ter tyt nyet en eysschten, maer datmen tgarnisoen alhier omtrent die stadt tot haeren behoeff ende verseeckerheyt terstont onbieden, leggen en. houden zoude, om die passagie oipen te houden, ende inden gewissen noot, als den viandt yet soude willen attenteren op ofte teghens der zelver stadt, ontfangen te worden, ter ordinantie en. met consent vande drie leden en. de gemeyne borgeren: en. dat die vander religie in hen pretense voornemen persisterende, nyet tegenstaende alle inductien ende onderrichtinghe en. beeden aen hen gedaen, versochten instantelyck vande drie leeden der voors. stadt, mits der weygeringhe van het voors. garnisoen promptelycke te ontfangen, dat hen geaccordeert en. geoirloft zoude worden vuyter voors. stadt mit haere goederen en. familien te moegen vertrecken; soe eest, dat opten vijen en. viijen dach der mandt van Iulio anno voors., die voors. stadt van sHartogenbossche, in haere drie leden vergadert wesende, heeft op tgheene des voors. is geresolveert en. gesloeten, datmen een yegelyck, wie hy zy, zoude vermanen tot goede vrientscappe, eendracht en. lieffde onder maelcanderen te houden, versueckende en. begerende zeer vriendelyck een yegelycke, diet belieft, hem binnen der stadt te houden en. blyven wonen, | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 340]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
doende maelcanderen ter eenre en. ter andere zyde goede geloefte, omme den gemeynen viandt ten vuyterste toe te wederstaen; hebbende alnoch die voorscreven drie leden eendrachtelycke gesloeten en. geaccordeert, dat inne dyen daer eenighe ware, tsy geestelycke ofte weerlycke, die vuyt deser stadt met haere familien en. goet zoude begeeren te vertrecken, dat die zelve zulcxs, sonder gewapenderhant, alst hem belieffde, vry en. onbehyndert zullen moegen doen, en. dat zy altyt, alst hen believen zal, vry en. vranck weder om binnen der voors. stadt sullen moegen coemen, mits levende in alder stillicheyt en. eendrachticheyt onder den gemeynen borgeren, ende op conditie, dat den gheenen, die sullen willen vertrecken, den anderen borgeren en. innegesetenen, begerende binnen der stadt te blyven, nyet en sullen moeghen behynderen, beswaren ofte beschaedighen aen lyff en. goet, in wat manieren ofte tot wat plaetsen dat het zoude moeghen wesen: wel verstaende, dat die gheenen, die huer goet alhier vuyt deser stadt begeeren te vluchten en. te vueren, dat die oeck zelver in persoen neffens haer goederen sullen mede vuyt trecken. Ende op dat een yegelycke van dese resolutie en. sloet goede kennisse zoude moegen hebben, is byde voors. drie leeden gesloeten, dat die zelve zoude worden gepubliceert, gelyck die publicatie daer aff oeck ter payen aff, binnen deser stadt van sHartogenbossche, opten voors. viijen Iuly, gedaen is geweest by en. inne presentie vanden stadthoudere, van mynen heere den schoutet, Ieronimus Wynants, Ian vander Steghen, ioncheer Willem van Lier en. Gerit van Deventer, respective scepenen der zelver stadt, en. my aldaer present, secretaris, I. DonckGa naar voetnoot(1).’ | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 341]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Achtervolgende die zelve acte van vertreck en. mits redenen voor verhaelt, soe synder opten viijen, ixen en. xen Iuly meenich duysent mensche vuyter stadt vanden Bossche vertoeghen met henne mobile goederen, soe wel van deene religie als van dandere; oeck zoe zynder dyer tyt drie vande magistraten vuyter stadt gegaen en. de vierde was binnen twee maenden gestorven, alsoe dat die magistraten maelcanderen scheyden. En. die principaelste vande catholycque bleven binnen der stadt met haeren aenhange. Ende doen nu die vande catholycque religie saeghen, dat die vande gereformeerde en. andere onpartydighe soe sterck vuyter stadt waren vertogen en. noch daegelicxs waren vertreckende met sommighe vande magistraten, soe hebben sommighe vande drie leeden vande stadt, die daer noch gebleven waeren, andere concept en. acte onder henlieden gemaect en. tzelve daer nae ter payen affgepubliceert opten xven Iuly, dwelck aldus luydet:
‘Alzoe byde publicatie opten viijen dach deser jegenwoordighe mandt van Iulio, van wegen die drie leeden deser stadt van sHartogenbossche gedaen, onder anderen alle en een yegelyck, diet belieft, vande borgeren en. innegesetene der zelver stadt, geoirloft en. geconsenteert | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 342]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
is geweest, met henne goeden vuyt deser stadt te moegen vertrecken en. weder omme inne coemen alst hem belieft, onder nochtans meer andere expresse conditien, dat die gheenen, die vuyt deser stadt heure goeden begeeren te vluchten en. te vueren, dat die oeck zelver in persoen neffens huere goederen soude mede vuyt trecken; en. datmen bevynt, dat veele inne alsulcken schyn vertrocken zynde, alsnu ter stont alleenlyck inne henne persoon weder hen vervorderen in te coemen, achterlatende hen gevlucht en. vuyt gevuerde goederen, ende dit al onder decxel, dat byde voors. publicatie geconsenteert zoude wesen, dat sy altyt, alst hen believen zoude, vry en. vranck weder omme binnen der voors. stadt soude moegen coemen: allet met groote misverstant daer vuyt spruytende en. onder den goeden borgeren causerende groote murmeratie, diffidentie en. onrusten, alsoemen daegelicxs bevynt, dat die voors. vuytgewekene personen hen nyet en dragen in alder stilheyt en. eendrachticheyt volgende die voors. publicatie, maer ter contrarie gaen dreygende, seyende en. stroeyende opruye, twiste en. tweedracht [onder] die voors. borgeren; soe eest, dat die voors. drie leden hier op rypelyck geleth hebbende, mits dese verclaren henne intencie en. meyninghe geweest te zyn en. noch tegenwordelicken te wesen, dat zy nyet en verstaen, dat die voors. vuytgeweeckenen persoonen alsoe slechtlyckGa naar voetnoot(1) naer haere gelieven soude weder omme binnen der stadt moegen comen en. ontfanghen worden, dan mits oeck weder omme innebrengende henne goederen, daer mede zy vertrocken zyn geweest; wel verstaende nochtans, datmen regardt nemen sal en. discre- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 343]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
tie gebruycken over den gheenen, die van vreedtsamiger conditien zyn en. in alle eendrachticheyt en. stilheyt hem begeeren te draghen, om die binnen der voors. stadt ontfangen te worden; maer dat die moetwillighe en. aucteurs vande opgeresene trouble sullen noch ter tyt vuyter stadt moeten vertrecken en. blyven, om alle nyeuwe en. meerder inconvenienten en. disordenen, die apparentelycke geschaepen waeren onder den borgeren op te staen, te voorcomen en. te voorhueden; ordinerende voorts, dat allen die gheenen, die binnen der stad begeren weder te coemen, schuldich sullen wesen aende wachten vander poorten henne name en. toenamen te laeten opteeckenen, met verclaernisse vanden logyse, daer zy sullen willen optrecken, en. des avonts henne name overbrengen op den stadthuyse, en. daer inne continueren ter tyt toe anders daer inne zal wesen geordineert en. versien, en. dit op ordinarisen peen van ses gulden, te verbueren telcke reyse byden gheenen hier inne gebreckelyck wesende; ordineren en. bevelen voorts die vande wachten aende poirten deser stadt, dat zy geen soldatenen anderen, elders in dienste ofte garnisoen wesende, en sullen laten coemen oft ontfangen binnen der stadt, dan met expresse wille, consent en. beveel vande capiteynen, de wachte der zelver tyt hebbende, op die peene van drie Caroli gulden, te verbueren byden beveelhebberen en. corporalen, die de voors wacht alsdan aende voors. poorten sullen hebben. Aldus gepubliceert ter payen aff binnen der stadt van sHartogenbossche, inne presentie van mynen heere den schoutet en. schepenen hier onder gescreven, opten xvjen Iuly ao. xve lxxixtich. Ieronimus Wynants, Goyaert Lomberts, Ian vander Stegen, ioncheer Ian Heym en ioncheer Ian Monicxs.’ | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 344]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Naer date van desen hebben die voors. heeren en. regeerders, die binnen der stadt waren blyven sitten, alle neersticheyt gedaen, omme den Cuelschen peys te accepteren en. aen te veerden, naer dyen zy egeen gardesoenen vande prinche ofte vande staten inde stadt en wilde hebben: welcken peysGa naar voetnoot(1) van Cuelen haer meest aen gedient is door heere Ian vander Lynden, abt van sinte Geertruyt tot Lueven, alst blyct by syn eyghen missiven, opten xvjen en. xxiiijen Iuly vuyt Cuelen gescreven en. gesonden aen die heeren vanden Bosch; welcke inhoude vande voors. missiven hier naer volcht van worden tot worden:
‘Eedelen, voorsienighe, zeer wyse heeren en. vrienden! Naedemael wy voornomen hebben en. noch daegelicx vernemen die gelegentheyt van ons benaude vaders lant, siende in wat verwerringhe die saecke hoe langer hoe meer verloepen zynde, merckende oeck dat veel vreemt gemoede lantsaten tgeene zy geerne doen wilden, overmits den heymelycken en. opelycken list en. practycken vande quaetwilligen, nyet ten effecte brengen connen, en. voornemelick gehoort hebbende die gelegentheyt vander stadt van sHartogenbossche, welcke naede commotie, die onlancxs daer geresen was, verscheyde peryckelen van allen syden rontsomme sionde, nyet seeckerlick hoe oft wat doen, met wien vueghelick resolveren en can, voor datmen van hier en verneme wat vande vrede, daer wy tot noch toe om vergadert zyn geweest, te verwachten staet: soe eest, dat wy door die sonderlinghe gunste, die wy touwaerts draghen, en. die na- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 345]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
tuerlycke meyninghe tot ons gemeyne vaders lant, nyet en hebben connen onderlaten u met desen te adverteren van alles daer die vroomhartighe borgers nae verlangen moegen en. tgeene ons beraden bedunct, op dat ghy u daer nae wyder reguleren en. allen inconvenienten voorcomen moecht. Beruerende ten eersten die tegenwordige vreedhandel, die ons alle aengaet, sullen u lieden weten, dat die keyserlycke commissarissen lange en. breet beyde partyen gehoort hebben heure vuytsprake van tgheene sy billich en. redelick bevynden, scriftelick geconcipieert hebbende, waer van wy u eerw. copie hier by gevuecht over seynden, op dat ghy u daer op seeckerlick verlaten moecht. Aengaende nu die gelegentheyt vander stadt van sHartogenbossche, soe zyn wy vande gesanten vander conincklycke maiesteyt, den hartoge van Terra Nova, vastelycke en. genouchsaem verseeckert, dat die zelve van des conincklyken maiesteyts crychsvolck egheenen overlast voor nemen en sal, alzoe wy breeder met onse voorgaende missive uwe eerw. onboeden hebben, by zoe verre die stadt van sHartogenbossche haer ennichsins verclaert, die conincklycke maiesteyt achtervolgende, den peys toe gedaen te zyn; bedunct ons daer omme nyet ongeraeden, datmen van daer eenighe schicke [en] sonder vertreck hier seynde, om van alles te beeter verseeckert te syn. Daer zyn noch ander landen en. steden, soe in Brabant als in Gelderlant, waer van men eerst daegs goede tydinge en. ordinantie vernemen zal; want dese conditien, gepresenteert vande prinche des keysers, zyn seer redelycken, dat wy die (ons eere en. het welvaren van ons vaderlant aensiende) nyet en vynden om aff te slaen, als oeck gevuelen sullen alle vromen, oprechte en. nyet gepassioneerde, die de zelve | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 346]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
sien oft hooren lesen sullen; iae, dat die keyserlycke maiesteyt selffs alsulcke conditien, eer datse by zyne maiesteyts commissarissen gemitigeert waeren, voor billick aengesien heeft. Wy scryven uwe eerw. dit vuyt een recht yver en. wel meyninge tot ons gemeyn vaderlant, nademael wy sien en. vernemen, nyet alleen van des conincxs gesanten, den hartoge van Terra Nova met synen raet, maer oeck vanden kuervorste en. andere prinche, die hier van wegen der keyserlycke maiesteyt vergadert zyn, datmen sonder bedroch, arch ofte liste ons te vreden houden wil, om allen het geene, dat ons beloeft wort, daer verscheyden potentaten (indien des noot zy) voor geloeven sullen: ten waer dat wy sulcxs merckelycke saegen, oft waert dat wy aen die versekernis twyffelden, wy en zouden ons zoe nyet declareren. Sal daer om uw eerw. believen ons metten alderen eersten andtwort ofte eenigen commissarissen over te seynden, die zelffs van alles breeder vernemen sullen, op dat wy onse sake daer nae vueghen moegen. Wy en verhopen nyet. dat ghy in dese veranderinghe, tot beschermenisse van uwe stadt, eenich garnesoen behoeven sult; maer nochtans, inne dyen en. als uwe eerw. bedunct, dat den noot sulcxs vordert, soe sult ghy selffs resolveren, hoe en. in wat manieren, dat tzelve geëffectueert zal moegen worden, nyet van vreempden ofte vuytlantschen, maer van zoe danighe als uwe eerw. selffs tot rusten [verkiesen sal], nochtans zoe by zyne maiesteyt goet duncken en. believen sal. Op alles syn wy uwe eerw. resolutie van gantscher harte verwachtende. Edele, voorsienighe, zeer gonstighe heeren en. vrienden, onse lieve Heere Godt sy met uwe eerw. en. met die vroeme stadt van sHartogenbossche, die zyn godtlycke goedertierentheyt in dese | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 347]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
vervaerlycke tyt wil behoeden voor ongeluck. Gescreven vuyt Cuelen, opten xviijen Iuly ao. 1579.’ Onder gescreven: ‘U lieder goetgonstighe vriendt, Ian vander Lynden.’ Ende was gesuperscribeert: ‘Eedele, voorsienighe, seer wyse heeren schoutet, scepenen en. raet der stadt van sHartogenbossche, onse zeer gunstighe heeren en. vrienden.’
Den anderen brieff ofte missive:
‘Mynen heeren! Alzoe wy gecomen syn ten eynde van onse negotiatie des peys, daer wy last ende commissie aff hebben gehadt in dese stadt, in vueghen, dat die princhen, daer toe gecommitteert, ons hebben geëxhibeert darticulen des peys, alzoe geredresseert als haer redelycken heeft verdocht, en hebben nyet willen laten uw. E. de zelve over te seynden, insgelycxs die brieven, die wy hier op collegialick gescreven hebben aen die staten generael, vergadert tot Andtwerpen, ten eynde uw. eerw. soude moegen intyts geadverteert zyn, beduchtende eenich retardement oft negligentie der voors. generale staten, dwelck u lieden soude moegen in sulcke gewichtighe sake prejudiciabel wesen, considererende den tegenwoordighen staet der affairen en. oeck mede die qualiteyt der gedeputeerde, tegenwordelicken representerende die staten generael inde voors. stadt van Andtwerpen; te meer, want ons verdunct, datmen mach twyffelen, om verscheyde veranderinghe onlancxs op veele plaetsen gesien, die zelve gedeputeerde nyet gequalificeert te zyne oft ten minsten negligent. Wat datter aff is, al wel geaffectioneert totten landen, ende en hebbe nyet willen laten uwer eerw. int particulier het zelve te presenteren, allet tgheene, dat ons verdunct voor dit | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 348]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
pasvan noode en. bequaem te zyn, u E. adviserende, dat, nae behoorlycke en. diligente examinatie der articulen voors., hebben in effect bevonden, dat zyne maiesteit ons toelaet allen tgeene, dat wy in voorgaende tyden hebben gepretendeert en. begeert, te weten, impuniteyt der secrete heresyen, duer die suspencie van alle rigoureuse placcaten, ter tyt dat anders vande generale staten sal geordineert worden, dwelck in effect is een liberteyt van conscientie, hier voormaels zoe grootelicx begeert; ten tweeden, renvoye van alle Spaeniaerden en. andere vreempde soldaten, eenen gouverneur generael vanden rechten bloeden der conincklycke maiesteyt, die gouverneurs vande provincien en. raede des lants vande naturele: daer en boven agreatie vande pacificatie van Gendt, edict daer nae gevolcht, in allen haire poincten en. articulen, en. finale expresse limitatie van die auctoriteyt des conincxs, volgende die pacificatie van Gendt en. die previlegie des lants, welcke die principale poincten zyn; die wapenen aen te nemen tegens allen den geenen, die tlant in subjectie stellen willen. Nu eest waer, dat die voors. articulen in alles nyet en zyn conform tot het gheene, dat die staten hebben gepretendeert en. by instructie versocht, maer het different en is zoe groot nyet, ten waer wel appoinctabel, behalven het poinct der exercitie vande gereformeerde religie buyten die provincien van Hollant en. Zeelant, dwelck zyne maiesteyt gheensins en heeft willen toelaeten, allegerende die belastinghe zynder conscientie, als wesende directelyck contrarie zynen eedt den landen gedaen; ende verdunct die voors. prinche commissarissen, dat zyne maiesteyt inne dese saecke zeer wel gefundeert is, vreemt vyndende, dat tpoinct vande religie egeen oorsake gegeven | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 349]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
en heeft, om die wapenen aen te nemen, maer alleen occasie en. incident zynde, [tgeen] soude gewichtiger wesen dan tprincipael, gemerct dandere provincien ter contrarie hebben verclaert en. geprotesteert te willen blyven aen die oude Roomsche catholycque religie en. die zelve te mainteneren, nyet tegenstaende datter eenighe van dien hen zelven vergeeten hebben, verclaerende daer en boven de zelve prinche commissarissen, dat die maiesteyt int poinct vande religie meer toelaet dan syn selven en. meer provincien van Duytslant oeck door den Religions vreede haerlieder ondersaten heeft gepermitteert, ende infereren nyet redelick te zyn, zyne maiesteyt vorder te presseeren ofte meer te subjecteren dan den minste prinche in Duytslant. Ende nu het zoe gelegen is, soude wesen een lamentable saecke, dat dit eenlyck poinct, boven dat byde pacificatie van Gendt is oipentlick gestipuleert, en. tegens dintencie van dyen, men soude die calamiteuse oirloghe continueren, waer van dependeert ons grondelycke ruyne, sonder hope van rust, ter tyt wy sullen verwonnen hebben met fortse van wapenen een soe machtigen viandt, als den coninck van Spaengien wesen zal, ofte dat wy door groote en. langhe miserien en. confusien gematteert synde, gedwongen worden tappoincteren met meerder achterdeele en. lesie tonser eeren dan ons tegenwordelick door den prinche commissarissen wort gepresenteert, een sake sonder faulte van zoe groote consideratie, dat oeck die gheene, die vander nyeuwer religie syn, occasie hebben te regreteren en. te clagen, die oogen der lieffde werpende op henne effen naesten Catholycke, die in meerder getallen ongelyck zyn dan zy, hen behoiren te contenteren sonder exercitie, met die gepresenteerde vryheyt der conscientie, ofte haer elders te | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 350]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
transporteren, gelyck zy vryelyck moegen doen met henre goederen, dan duer dier occasie die geheele Neederlanden, die tot noch toe soe florisant zyn geweest, sien te vergaen en. ruyneren. Alle welcke dinghen inder waerheyt geconsidereert, het remedie, dat eenighe geesten schynen voort te brengen, duer tmiddel vanden ducq dAlanson, en zal die landen nyet preserveren, maer tot groote achterdeel wesen, want wel te mercken is, dat de maiesteyt hen vyndende zoe te overvallen, meer oirsake zal hebben, zyn vuyterste fortse, die hem Godt gegeven heeft, te gebruycken, en. zal al die werelt door meer favoirs vynden dan hy oeyt gedaen heeft, wesende een sake zeer odieus te priveren een natuerlycken prinche van syn patrimoniale goeden en.Ga naar voetnoot(1) landen, alle gebueren verweckende tot commiseratie en. verbittertheyt, gelyck by exempel tzelve is bevonden geweest vanden prinche van Orangien, vuyt zyne goederen gestooten wesende, heeft dassistencie (eenen yegelick noton) van groote potentaten verworven; daer en boven ons die tragycque historie leeren wat commotien ende alteratien doort argement der prinche gemeynlick in die landen comen; en connen oeck nyet geloven, dat die provincien, daer aen gescreven is, om advys hier op te geven, sullen accordeeren in een opinie; maer beduchten, dat die diversiteyt der opinien oirsake geven zal van eender dangereuse separatie, en. sullen eer delibereren en. sullen resolveren te accepteren die voorseyde aengenomen articulen, om texcuseeren alsulcke dangereuse resolutie, ende soude moeghen geschieden, dat tgeheel corpus vande generaliteyt duer zoe danighe oirsaecke gedemembreert, soude tot alsulcke dibiliteyt comen, dat zy egheen weer en zoude te- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 351]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
ghens alsulcke macht connen gedoen. Alwaert oeck zoe, dat die querelen soude moegen rechtveerdich wesen, want oick int aensien der redelycker presentatien sal duer die geheele werelt groote disputatie wesen, ten ware die gheene, die vervangen zyn vande voors. religie, luttel zal wesen, die anders zullen gevuelen dan den keyser zelver met andere princhen en. potentaten sullen redelick bevynden, soe int poinct vande religie als int poinct vande auctoriteyt vande conincklycke maiesteyt; welcke auctoriteyt ten minsten sulcxs wesen moet, dat sy machtich zyn te mainteneeren, dat hier sal geaccordeert en. geappoincteert worden. Nu daer anders gheen middel en is, om te assureren, wederstaen en. tegens te comen die groote licentie vande gemeynte, en. vuyt respecte van dien die overicheyt en. auctoriteyt geheel van noode is, is sonder weder segghen meer gefundeert, die zelve den natuerlycke prinche te attribueren, meer dan een vreemdelinge, wie dat oeck zy. Om dan eens te termineeren en. ten cynde te brenghen dese grootelycke, onspreckelycke calamiteyten en. miserien, behoort men hem te contenteren met tgheene dat redelyck is, om nyet taccummuleren miserie op miserie en deen ruyne op dandere, remedierende deen quaet met een meerdere, en. dat den eenen blynde (gelyck schynt datmen tot noch toe gesien heeft) den andere int graft nyet te leyden, procederende met een furie en. sonder fundament, min oft meer off onse salicheyt gelegen hadde geweest in eene geduerighe oorloghe, om welcke te sustineren die experiencie genouch leert, dat wy tselve ter langer tyt nyet en sullen machtig zyn te verdueren. Ende daer omme, eerw. heeren, verdunct ons, om vryelyck onse opinie te verclaeren, datmen duer alle middelen en. wegen moe- | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 352]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
gelick wesende, den peys zoe billick behoort te accepteren sonder eenich vertreck, en. dat met onse natuerlycken heere en. prinche, om te excuseren alle inconvenienten boven verhaelt, ende zal een warachtich en. eenich remedie wesen van alle miserien ende calamiteyt. Hier om, eerw. voorsienighe heeren, hebbende wel over wegen tgeene voors. is, tot ontlastinghe van mynder conscientie en. wel geaffectioneerde tot ons vaderlant, hebben nyet willen laten ons opinie u E. mede te deylen, ons nyet te min refererende tot uwer discretie en. vervarentheyt, biddende den almoegenden Heere uwe eer. in te storten syne godtlycke gracie, om wel te jugeren ende verkiesen een goede en. heylighe resolutie. Vuyt Coelen, den xxiiijen Iuly ao. 1579.’ Onder gescreven: ‘Ian vander Lynden,’ en. gesuperscribeert: ‘Eedele, wyse en. zeer voorsinnighe heeren schoutet, schepenen en. raedt der stadt van sHartogenbossche.’
Ende soe nu dese voors. brieven aennopende zyn vande Coelense pacificatie en. peys, die den voors. heer Ian vander Lynden, abt, doen ter tyt die van sHartogenbossche heeft mede overgesonden, ende die welcke zy hebben geaccepteert en. aengenomen, naer het vuyt trecken vande borgeren voorscreven. (Ende wie die zelve pacificatie en. peys van Coelen begeert te sien, sal die over al wel gevonden worden, zoe zy in druck is.) En. onder den voorseyden peys syn sy noch blyven sitten. Hier mede besluitende het vorder geschiedenisse der voors. stadt van sHartogenbossche: soe die oorloghe met haer noch nyet op en hout, machmen daer aff vorder scryven byden gheenen daer aff kennisse hebbendeGa naar voetnoot(1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 353]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Int iaer duysent ses hondert negentwyntych heeft den prynse van Oranger den Boos belegert den eersten dach Mei ende heeft hem daer voer byster begraven ende doen daer byster op geschoten, ende het scrystelyck was doen sy inde stadt woerpen met bommen, dat daer kercke en. klosters ende borgers huyse hel met ontstecken spronckt, datmen soude hebbe geseyt, dat onmogelyck waer geweest: en. den 12 September daer nae de stadt belopen aen de Vuchterpoert, des smorgens vroech, en. doen hebben sy gepellemtert. Ende den governoer van Sertogenboos was men heer van Grobben donck ende den presedent vande heere was Handryck Franssen. Ende die stadt waert aen die state van Hollant over gegeven den 17 September, dat des conynckx volck daer wt toch ende dat state volck daer in. Ende sy en soude de stadt noch niet hebben gecregen, en hedde daer geen ghebreeckt geweest van bus poerder. Godt betert!Ga naar voetnoot(1) |
|