Verzameling van kronyken, charters en oorkonden betrekkelijk de stad en meijerij van 's Hertogenbosch
(1846-1848)–Cornelis Rudolphus Hermans– Auteursrechtvrij
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijvoegsels en uitbreidingen voorkomende in de vermeerderde en vervolgde kronyk van Aelbertus Cuperinus.Ga naar voetnoot(1)(Te brengen op bladz. 9, regel 20.)Dat hier naer volcht syn die prelaten, prelaterssen, steden en. dorpen, die resorteren onder die voirsz. stadt sHertogenbossche. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prelaten.Floreff en. Postel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prelaterssen.Bynderen, Hoydonck. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Steden.Helmont, Eynhoven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dorpen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vande quantiteyt vande lopensaet, vaetsaet, mutsaet, boenderen, zillenGa naar voetnoot(1), mergen; vande maniere van te metene inde meyerye van sHartogenbossche voorsz.Inden eersten maect thien duym een voet; veerthien voet maecken een lantroeye; hondert roeyen lanck en. een roy breet maect een hont; ses hont maect een mergen; hondert roeyen lanck en. ses royen breet maect oock een mergen: ergo soe moet men weten, datmen in alle mergentaele metende is inde roey veerthien voet, maer in ander lant, als in boenders, mutsaets, lopensaet etc. soe metmen voor die roy twintich voeten, ende sestien voeten maken een dyck roeye. Item datmen weet, dat [men] binnen der voorsz. meyerye in alle mergentaele is metende voor de mergen ses hondert roeyen en. voor yder roey veerthien voeten; oeck twintich voeten int viercant maecken een roeye. Item in Maeslant, Schyndel, Heeswyck, Dinter, Geestel by Heerlaer, Gemonden, drie en. dartich roeyen en. drie deel der voorsz. roeyen maecken een vaetsaet lants, ende sestien der zelver vaetsaet maken een mutsaetGa naar voetnoot(3). Item in Peelant, vuytgescheyde Heeze, Leendt, Zoerendonck, Maerheze, Buedel, ismen metende ut sequitur: voor een lopensaet lants vyftich der voorsz. roeyen, en. acht der zelver lopensaet maeckende een buendere, en. desgelycke meetmen twelff lopensaet een mutsaet, en. vier hondert der voorscreven roeyen een buendere; des gelycke meetmen in Kempelant, en. vier zillen maken een buendere, en. hondert roeyen, twintich voet inde roey, maecken een zille. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Item in Haspegouwe twintich raeproyen int viercant maken een lantroeye, twintich lantroeyen maken een buenre, en. nege hondert lantroeye maecken een mille, mille passus faciunt unum milliare in aliquibus passibus. Item tot Vucht, Helvoirt, Venlo, Druenen, Waelwyck, Tilborch, Oisterwyck meetmen aldus: vyftich roeyen en. twentich voeten die roey, maken een lopensaet en. sestien lopensaet een mutsaet. Een buenre lants maect vier dachmaet; een dachmaet maect vier vierdel; een vierdel maect vyff en. twentich roeyen; een roey maect vyff en. twentich voet Lovens. Tot Bocxtel ende Liempt is xxxvjtich roeyen een lopensaet, elck roeye tot xxtich voeten. Tot Schyndel maken xxxiijtich roeyen vj½ voet een lopensaet; yder roeye tot xxtich voeten. Item al Peelant door maken vyftich roeyen een lopensaet, yder roey xx voet: vuytgescheyde Bocxtel, Liempde, Schyndel voorsz. Item xxtich voeten int viercant maecken een roey. Item elcke mergen is vjc roeyen van xiiij voeten die roeye. Item een hont lants is hondert roeyen van veertien voeten die roeye, en. ses hondt een mergen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dese naevolgende penningen staen inder heeren chynsen boecken.Item het is te weten, dat der heeren chyns boecke, die sulcke begrypen penningen oudts ende daer maecken die ix penningen aff i auden grooten, ende daer aff is een boeyt iiij auen grooten. Item sulcke der heeren chynsboecken begrypende penningen nys, en. daer aff maecken xij penningen i auden groote, ende daer aff maect een boet iij aude grooten. Item sulcke der heeren chyns boecken begrypende penningen payements, ende daer aff maecken die xvj deniers i aude groot, ende daer aff maect een boeyt ij auden grooten en. een vierdel van een aude groote. Item eenen obolus maect eenen halven penninck. Item penninghen maecken eenen scillinck. Item xx schillingen maken een , in gelycke proportien elck na zyn weerden gereeckent.Item eenen scillinck audts maect i auden groote ende een dordendeel van eenen auden groote. Item eenen schillinck nys maect eenen auden groote. Item eenen schillinck payements maect iij vierdel van eenen auden groote. Item iij schillinck audts maecken iiij auden grooten. Item iij schillinck nys maken iij aude grooten. Item iiij scillinck payements maecken iij aude grooten. Item iij deniers audts, j braspenninck. Item ij deniers - j Philips. Item v deniers - j st. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Item een gewyn na dooder hant is drievuldighen chyns. Item een handewisselinghe is dobbelen chyns. Item om meer verclaernissen te hebben van dat voors. is, soe is te weten, dat een boete is iij schillingen alsulcken chyns als men gelt, te weten: van alden gelde, iiij aude grooten; van nyeuwen gelde, iij auden grooten; van payement, ij aude grooten en. een vierdel van eenen auden groot. Item die andere grooten, soemen die ontfanckt inde meyerye vanden Bossche, soe maecken iij aude grooten vj st., maer te hove is den auden groot wat meer. Item eenen auden grooten is j stuver en. eenen Philippus penninck, soemen alhier costumeert inder meyerye, maer te hove is den auden grooten wat meer. Item xij deniers nys, } is elcken een auden grooten. Item i st. nys, } is elcken een auden grooten. Item ix deniers audts, } is elcken een auden grooten. Item i st. audts } is elck iij st. Item i st. Lovens } is elck iij st. Item xij st. u. ft. i u., ende u. ft. xx aude grooten.Een dupartGa naar voetnoot(1) ft. xlviij st. iij oert. Item xx st. zwart tornoysen dats xv auden grooten, ft. xxviij st. Item xx st. auder groten ft. i auder groten, ft. xxj gulden vij st. i oert.Item eenen st. auder grooten ft. xxi st. i oert vj deniers. Item xx st. payement ft. i payements dats vij st.Ga naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hier nae volcht die mate vanden wege van die breete.Eenen man pat is groot iiij voeten. Een kerck wech is groot vj voeten. Eenen water wech is groot vj voeten. Eenen molenwech met hooftsacken is groot vj voeten. Eenen molenwech met sacken te peerden, sonder ander getouw, is groot viij voeten. Eenen molen wech met kerren en. wagens, xij voeten. Eenen kouterwechGa naar voetnoot(1), xij voeten. Eenen leytwech vanden eenen dorp int andere, daer hecken ofte velenGa naar voetnoot(2) hangen, xvj voet. Eenen dryff wech vander eender merct ter andere, daer men alderhanden beesten dryft, xxiiij voet. Eenen bruyck wechGa naar voetnoot(3), vij voet. Eenen heerwech, xl voeten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nota van margen taele mette roye, die roy tot xiiij voet.In andere lant, als bueners, mudsaten, lopensaet metmen met roeyen van xx voeten. Item xvj voeten maken een dyckroey. Item ses hont maken eenen merghen. Item thien duymen maken eenen voet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nota.Een marck facit viij onsen; een onse facit twintich engelschen; een engelsche facit xxxij aessen oft xvj deuskens; een fierlinck, viij aessen oft viij troykens oft iiij fierlingen; een troyken, ij deussen; een deusken, ij aessen; eenen penninck, xxiiij greynenGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 9, regel 23.)Bij W. is deze lofrede op de Bosschenaars geplaatst achter het verhaal bladz. 26 en 27 voorkomende, doch de voorbeelden bij elke proprieteyt aangehaald, zijn er weggelaten, waarvoor de afschrijver in de plaats stelt: gelyck een yegelycke claer en. notoir sal worden gemaect inne dese chronycke.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 20, regel 9.)Oick was dier tyt inden stroom by tcappelleken tot Orthen een vaert en. worden genoempt den Maelstroem, dats Merct strom, en. tot Roesmalen worden doen gehouden die peerdemerct (dat roesmalen oft rosmerct): dese merct is namaels binnen der voors. stadt geleyt ende het dorp Roesmalen heeft daer aff zynen naem behouden. Orten plach te wesen Duynen genaempt, synde Oert Duynen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 39, regel 25.)Int iaer ons Heeren m cc ende lxtich wert Henricus de simpele, zoene van Henricus de dorde, gehult har- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toghe van Brabant: hy regneerde acht iaeren en. hy was den liijsten hartoghe van BrabantGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 40, achter regel 5.)Int iaer ons Heeren m cc en. lxxvijtich, in de maent van Iulio, is by den bisschop van Luyck binnen den Bossche geordineert en. geinstitueert seeckere ordinantie aengaende die gasthuysen, allet naerder blyckende byde selve ordinantien daer aff zynde In dese tyde wert binnen den Bossche het groote gasthuys tot behoeff vanden armen crancken ende gebreckelicke menschen gefundeert by sinte Anna capelle, dat welcke naemaels by toedoen van een rycken borger, geheyten Ian van Neysel, getransfereert is ter plaetse daert nu staet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 41, achter regel 24.)Int iaer ons Heeren m cc en. lxxxvjtich toch hartoghe Ian van Brabant voor Huesden en. wan die borcht en. besettent met volck; van daer toech hy neffen die Maesse en. wan die borch van MalrepasGa naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Brabant verleent en gegeven die caerthe vande stadt vanden Bossche gemeynten vuyt te geven.
In dese tyt [1315]Ga naar voetnoot(1) waren die eedelen in Brabant zoe verstorven, mits de voorgaende oorloghen, datmer nauw vyftien ridders en vant. Int voors. iaer van m ccc en. xv begonsten drie swaren plaegen te coemen en. [te] verschynen, die Godt almachtig, overmits die sonden seynt. D'eerste plaeghe was, dat het begonst te regenen inde Meye ende het bleeff regenende een halff iaer lanck, zoe dat het cooren ende anderen vruchten al meest verdorvenGa naar voetnoot(2). Die andere plaeghe was, dat int selve iaer begonst te worden dieren tyt, nyet alleen van cooren, maer oeck van anderen nootdruyft, en. wert zoe grooten dieren tyt, dat het nyet vuyt te sprecken en is, en. men meynde, dat van begin der werelt geen meerder dierte geweest en is: een vierdel roggen goudt tot Andtwerpen tsestich conincxs tornoeyse. Die arme menschen laghen op straet en. claechen dat steenen harten moesten ontfermen, en. storven van honger en. gebreck. Die dorde plaeghe was, dat int iaer daer nae een vervaerlycke sterffte quam over ryck en. arm; doen baeden die rycke vrecken met hen goet, dat zy verspaert hadden, om den armen te hulpen te coemen, die zy inden dieren tyt lieten vergaen van gebreck, om hulpe en. onderstant, want doen alsulcke sterft was, datmen seyde, dat bynae de eene helft der menschen waeren gestorven, en. die nyet en storven, hadden gemeynlicke groote sieckten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 44, regel 14.)Int voorscreven iaer [1318 is] by hartoge Iohan gegeven ende verleent tot Bruessel die vanden Bossche die caerthe, om die stadt mueren aff te brecken en. huysen om die stadt te vestenGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 44, regel 19.)Opten lesten dach van Februario, naer scryven des hoeffs van Camerick, anno m ccc en. xxiiijtich, heeft hartoghe Iohan voors. die vanden Bossche gegeven en. verleent die caerthe wat die rentmeesters van chynsen nemen zullen; item noch die caerthe vanden visscheryen en. vogelen etc.
Item int voorscreven iaer [1325], des Donderdachs naer sinte Catharina, [is] tot Bruessel by hartoghe Iohan van Brabant gegeven en. verleenicht die caerte vanden hemelraet van Nulant, Geffen, Os, Teffelen, Lithoeyen, Lith, beginnende aldus: ‘Inden name ons Heeren, amen. Allen den gheenen, die nu zyn ende naemaels wesen zullen, die dese letteren zullen sien oft hooren leesen, etc.’
Item den voorscreven hartoghe Iohan van Brabant heeft gegeven en. verleenicht ordinancie vande palinghe der stadt vanden Bossche en. den dorpen van Vlymen en. Engelen, en. vande beesten te schutten, gegeven den xxvijen September anno m ccc en. xxvjtich. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Item in dit voors. iaer [1328], opten xiijen February, heeft hartoghe Iohan die vanden Bossche verleent en. gegeven die caerthe ofte ordinancie, daer inne staet, hoe die bourgemeesteren reeckenen sullen, wat die schepenen sullen hebben voor haere cleederen en. wyn te schencken, van dachreysen, van schuts cleederen en. meer anderen poincten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 45, regel 3.)Int iaer ons Heeren m ccc en. xxxtichGa naar voetnoot(1) heeft hartoghe Iohan van Brabant die vanden Bossche gegeven en. verleent die caerthe vande laeckenen te maecken.
Int voors. iaer [1336] heeft hartoghe Iohan gegeven en. verleent, op sinte Lamberts avont, die caerthe, diemen noempt die nyeuwe caerthe, doen die stadt verwandelt wert, inhoudende ordinantie vande schepenen, geswoeren etc.
Int iaer ons Heeren m ccc en. xliiijtich, den xviijen Iuny, [is] by den voors. hartoghe Iohan gegeven en. verleent die caerthe van dat die schepenen, die aff gaen, het naeste iaer gesworen sullen blyven.
Int iaer ons Heeren m ccc en. xlixtich, op sint Ians dach, [is] by hartoghe Iohan gegeven en. verleent die caerthe vanden hemelraders van Kessel, Maren en. Alem, beginnende: ‘Iohan, by de gracie Godts, van Bourgongien’ etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Int zelve iaer, op sint Iacops dach, is gegeven en. verleent die previlegie vanden gulde bulle den hartoghe en. innegesetenen van Lotryck, Brabant en. Limborch, by hoeger memorie den Roomschen coninck van Bohemien etc. In dit voorscreven iaer heeft Godt almachtich geheel Europa gecastyt met een groote sware pestilencie, alzoe dat nauwelycke die eene helft vanden menschen te lyve bleven, alzoe datter veel steeden, dorpen en. sloeten ombewoent bleven staen. Door dese plaeghe en. sterfte zyn in veel plaetsen opgestaen, sonder eenich auctoriteyt ofte outheyt vanden paus, sommighe menschen aennemende een oipenbaer penitencie, die genuempt waren geessel broeders. Dese deeden voor hen dragen een cruys, ende ginghen alzoe met cruyssen en. vaenen tweemael daegs in die kercke, en. makende hen daer naect, bedeckende alleen haere schamelheyt met een lynen doeck, ende sloeghen hen zelven, en. bysonder op die schouderen, met scherpe geesselen, daer knoopen en. cleyn yssere nagelkens inne gehecht waren, zoe zeer, dat het bloet tot elcke slaeghe vuyt quam, ende al slaende songhen zy met deerlycke stemmen, screyende en. suchtende, en. riepen: Slaet u zeer,
‘Door Christus eer,
Door Godt, zoe laet die sonden meer.’
En selden sliepen zy nyet den eenen nacht, daer zy den anderen dach hadden geslapen; ende noeyt en condemen vernemen van wie dese seckte eerst begonst was en. van waer zy quam; en. mit dusdanighe penitencie ginghen zy van d'een steede in d'ander en. van d'een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plaetse tot d'ander, omtrent veertich daeghen lanck: ende veel lieden dit siende, werden beroert met mede lyden en. ginghen mede en. deene als d'ander en. voldoende haer penitencie veertich dagen en. ghingen weder thuys. Vuyt dese secte quam veel goede dinghen, als, quytscellinghe van doot slaeghen, van haat, nyt en. viantschap, van weder keeringhe onrechtveerdig goet etc. In dit geselschap quamen veel diverschen personen, als, bisschoppen, prelaten, priesters en. anderen geestelycken en. weerlycken mannen en. vrouwen. Men woude segghen, datse eerst quam vuyt Duytslant en. doen in Neederlant en. zoe voorts in Vranckryck: ende paus Clemens die seste, siende dat vuyt dese vergaderinghe een quader comen mochte, heeft dese secte, op die peene vanden ban en. der eewighe maledictie, verbooden nyet meer te doen, en. mits dese is die vergaderinghe der menschen aff gestelt geworden en. gescheyen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 45, regel 20.)Item in dit zelve iaer [1355], opten iijen Ianuary, is tot Loeven gegeven en. verleent die caerthe Trinitatis, inhoudende die rechten der stadt vanden Bossche. In dit voorscreven iaer heeft hartoghe Wenceleyn en. vrouwe Iohanna tsaemen gegeven en. verleent die vanden Bossche die caerthe vande vreede te legghen onder die borgeren.
Item [is] by den voors. hartoghe en. hartoginne gegeven ende verleenicht die poirteren vanden Bossche die carthe van dat zy vry sullen zyn van alle houtschatten allen die meyerye vanden Bossche door: gegeven binnen den Bosschen, opten xxvijen September ao. m ccc en. lvjtich. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 46, regel 7.)Opten xiiijen dach der maendt van Iulio anno m ccc en. lvijtich, is binnen der stadt vanden Bossche tusschen Aernoudt van Bramen, drossaert van Brabant, Ian, heer van Kuyck en. van Hoochstraeten, ridder, gemaect seeckere accoordt vanden twist tusschen den voors. hartoghe van Brabant aen deen zyde en. tusschen die heer van Kuyck, Hoochstraten, en. die stadt vande Grave aen dander zyden, aengaende den Hamdyck. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 46, regel 27.)Item op sinte Michiels avont anno m ccc en. lxtich is byde voorscreven hartoghe en. hartoginne die vanden Bossche verleenicht die ordinantie vanden vuytgeseten poirteren en. geboren poirteren.
Int iaer ons Heeren m ccc en. lxitich is gegeven en. verleent die caerthe en. ordinancie, dat die schout alle onrechte toll aff doen zal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 47, regel 5.)Op sinte Michiels dach, int iaer ons Heeren m ccc en. lxiijtich [is] by de voors. hartoge en. hartoginne verleent die ordinancie vande vuytgeseten poirteren vanden Bossche.
Int iaer ons Heeren m ccc en. lxvtich, den xxen Octo- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bris, is byden voors. hartoghe en. hartoginne gegeven en. verleent die vanden Bossche die caerthe vanden Zeghedyck te houden. Item opten xxvijen Septembris int selve iaer [is] byden voors. hartoghe en. hartoginne verleent ordinancie van dat zy nu en. ten ewighen daeghen vry en. quyt sullen zyn van houtscattinghe, die zy gewoenlycke pleghen te geven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 48, regel 8.)In dit voorscreven iaer [1371] is opten ven dach in May by hartoghe Wenceleyen en. vrouwe Iohanna verleent en. gegeven die caerthe vanden versueck en. vander stadt knapen, de stadt acchynsen vuyt te panden en. daeghen te setten etc.
Int iaer ons Heeren m ccc en. lxxijtich is byden voors. hartoghe en. hartoginne, opten vjen April verleent en. gegeven die caerthe vande weteringhe te houden en. te oepenen.
Int iaer ons Heeren m ccc en. lxxiiijtich, des Vrydaechs naer Sacraments dach, [is] byde voors. hartoghe en. hartoginne gegeven en. verleent die caerthe en. erfdeylinghe tusschen die stadt vanden Bossche en. het dorp Vucht, aengaende dat Vuchterbroeck, by die schepenen, gesworen, deeckenen vanden ambachten en. die voors. stadt gemaect met die schepenen en. geswoerene en. die alinghe dorpen van Vucht en. Cromvoirt, etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 48, regel 17.)In dit voors. iaer [1376], opten xxvjen December, is byde voors. hartoghe en. hartoginne verleent die caerthe oft ordinantie, datmen die straten inde meyerye vanden Bossche nyet en zal moegen sluyten.
Opten xxixen dach May, ao. m ccc en. lxxixtich; by de schepenen, gesworen, rentmeesteren, deeckenen vanden ambachten en. een deel vander goeden knapen der voors. stadt van sHartogenbossche is geconsenteert en. gepreviligeert den lombaert. Ende opten xiiijen dach [van] Meert int voors. iaer is byde voors. hartoghe en. hartoginne die vanden Bossche verleent instructie van het cooren, broot, wyn en. bier etc.
Item int iaer ons Heeren m ccc en. lxxxijtich [is] byde voors. hartoghe en. hartoginne verleent die vanden Bossche ordinancie vanden citatie en. inhibitie.
Item in dit voors. iaer is gegeven die caerthe van het stille der goeden, van het besitten van dartich iaren. Item opten xixen December int voors. iaer, zoe is by hartoginne Iohanna gegeven en. verleent die caerthe, diemen noempt die landt caerthe, inhoudende ordinantie op die gevanghenen in Brabant etc. Item by dezelve int voors. iaer alnoch verleent die caerthe, wat payment binnen den Bossche ende inde voors. meyerye alleen zal wesen en. ganckbaer zyn, etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 49, regel 7.)Item int voorscreven iaer [1384], opten xven Iuny, [is] byder voors. hartoghe Iohanna gemaect die caerthe vanden onrechten toll, die onse borgeren vanden Bossche tot Wordrigem hebben moeten geven, etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 49, regel 21.)Int iaer ons Heeren m ccc en. lxxxvijtich is byder voors. hartoghe Iohanna gegeven en. verleent die caerthe hoemen sweeren zal van geldelycke saken, vuyt genomen van erff taelen, opten xven May tot Bruessel gepasseert. Item int voorscreven iaer, den xxvijtichsten September, soe is gemaect die caerthe vande stadt wissel, beginnende: ‘Wy schepenen, geswoerenen der stadt van sHartogenbossche etc., met der stadt cleyne segel bezegelt. Item opten xviijsten dach Meert int voors. iaer, is by der voors. hartoginne Iohanna die vanden Bossche verleent ende gegeven ordinantie, hoe dat die acchynsen vercregen zyn, en. die stryckmate en. ambacht, vande scepenen te setten op sinte Remys dach oft acht daegen daernae, item vande rentmeesters te kiesen, item dat die schout, onder schout, schepenen ende geswoerenen en. die roeydreghers egheen acchyns coopen sullen, etc.
Item [is] gemaect byde schepenen, gesworen, rentmeesteren, deeckenen vanden ambochte, eensdeels der goeden knapen en. die gemeyne stadt vanden Bossche ordinancie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vanden lombaerd, des Donderdachs naer sint Iacop apostels dach, int iaer ons Heeren m ccc en. lxxxviijtich; ende [bij] vrouw Iohanna gegeven tot Liere den xxixsten May daer te vooren int zelve iaer. Item int voors. iaer van [1300] lxxxviijen, naer dat die Brabanders groote schaede in Gelderlant hadden gedaen en. dat den wynter aenstaende was, zyn alsoe thuyswaerts getrocken, maer die Brabanders dachten teghens den vuytgaenden tyt weder in Gelderlant te coemen. Dan als nu hartoghe Willem van Geldre wiste, dat die Brabanders naer huys getoegen en. gescheyden waeren, soe vergaederden hy een groot heer van volck, en. tot zynder hulpe quam die eertsbisschop van Coelen, den bisschop van Luyck, den bisscop van Bremen, de bisschop van Vtrecht, die bisscop van Munster, die grave van Cleve, die naemaels hartoch wert, den abt van Pruym en. die grave van Muers, soe dat zy drie hondert glaviniers en. twee hondert mannen te voet hadden, ende die capiteynen waren al meest geestelycken prelaeten, die der arme schaemele lieden, (der welcken sonden zy daegelicxs eeten en. des gecruysten Iesus goederen hen verleent zynde, onduechdelyck afflevende) goeden onmittelick verteerende waeren. Dese verdructe en. beschaedichde die schaemele en. onschuldighe lantlieden, stichtende roeff en. brant tegens die armen en. weduwen. Hadden zy zoe wel den hartoge van Gelder geraden tot peys, als zy deeden om oorloghe, hy en hadde het zelve nyet bestaen, etc. Dus tradt den hartoghe van Geldre op sinte Laureyns avont eerst tot Oisterwyck, dwelck hy verbranden mette vier, ende daer nae verbranden hy Geestel, Beeck, en. vertrock zoe nae Weert en. voorts nae Gelderlant. Dus wasser een rydende oorloghe tus- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schen die landen van Geldre en. Brabant al den wynter door duerende. Binnen middelen tyde deede vrouw Iohanna zoe veel aen hartoch Philips van Bourgongien, haere neve, dat hy haer deede goede hulpe en. bystant, want hy sont vrouw Iohanna vyff hondert lancien oft glavien vuyt Vrancryck, die hy al wel betaelde drie maent te vooren, daer capiteynen aff waren: heer Willem van Latrimoillien en. heer Odaert van CharseroenGa naar voetnoot(1), en. dit oorlochs volck wert geleyt te Mille, te Gangel, te VuchtGa naar voetnoot(2), om die Gelderse hynder te doen, ende die Brabantse heeren laegen te Herpen en. tot Osch, ende die Franchoysen wonnen van hartoch Willem van Geldre en. Gulick die stadt van Stralen, die zy destrueerden.
Overdrachte en. vrientschappen gemaect tusschen vrouwe Iohanna en. die hartoghe van Geldre op sinte Servaes dach int iaer ons Heeren m ccc ende xctich. In dit voors. iaer, opten xvjen dach Septembris, soe heeft die voors. hartoginne Iohanna der voors. stadt gegeven en. verleent seeckere ordinantie, hoemen tgelt vander beede vuyt geven sal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 50, regel 12.)Item opten xiijen Decembris anno voors. [1396], soe heeft die heere van VenloenGa naar voetnoot(3) van vrouwe Iohanna, hartoginne, vercregen previlegie, om duer die stadt erven een torff vaert te mogen maken, die nu noch genoempt wordt den Busschersloet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 52, regel 19.)Item opten xen Ianuary int zelve iaer [1406 is] by schepenen en. gesworen, bourgemeesteren, raetslieden, lieden vanden Bossche seeckere ordinancie gemaect aengaende datmen gheen drossaerden in Brabant eenigerhande gelt geven zal voor haer incoempst.
Item nae doode van vrouwe Iohanna voors., te weten, na Bamis dach [1407], quam hartoch Antonis binnen den Bossche en versamelde aldaer veel volck vuyt Brabant ende sonderlinghe vuyt Andtwerpen en. sHartogenbossche, ende hem is tot onderstandt gecoemen Philips, zynen broeder, met veel eelmannen, en. die grave Walraven van Sintpol, zyn sweerGa naar voetnoot(1); maer die stadt van Loven en. Bruessel en deede hem gheen volck, die op haer zelffs auctoriteyt mede wilde trecken, om dat zy nyet en wisten waer sy trecken zouden. Ende hartoch Anthonis reysde met al zyn armeye tot Valckenborch, om hartoch Reynaut te dwinghen tlant van Grave van hem te leen te ontfangen; ende hartoch Reynaut, siende dat hy nyet machtich en was, om hartoch Anthonis te resisteren, sont hy tot Valckenborch eene notabile ambasadeur, en. daer wert besloten, dat hy hartoch Anthonis geven moeste veel duysent croonen ende dat hy in Brabant coemen zoude en. tlant vanden Grave van hem te leen ontfanghen, ende op sinte Severyns dach int voors. iaer ontfinck hartoch Reynout van Geldre dat leen van hartoch Anthonis tot Empel byden Bossche op den candt vande Maese ende deede zynen eedt, dat alle man sach, etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Int iaer ons Heeren m cccc en. viij is by hartoch Anthonis van Brabant gegeven en. verleent die nyeuwe carthe, diemen heet die caerthe van Roesmalen, inhoudende veel schoone institutie en. instellinghen voor die Brabanders. Item [is] byden voorscreven hartoghe verleent en. gegeven die ordinancie van het cooren te vercoopen binnen der voors. stadt, vernyeuwt by scepenen op sinte Michiels dach int voors. iaer, met ordinancie van cooren vuyt der meyerye te vueren.
In dit voors. iaer [1409] is geschiet by hartoch Anthonis die confirmatie van het innegeboth. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 53, regel 13.)Item byden voors. hartoghe Ian gegeven en. verleent de carthe der blyder incompste, opten 29 April anno m cccc en. xvjn.
Item [is in 1417] byden voorn. hartoghe Ian gegeven en. verleent die caerthe van dat die poirters vanden Bossche toll vry varen zullen, beyde te water en. te lant, in Hollant en. Zeelant; gegeven tot Woudrichem v dagen in Februario anno voors. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vry laet gebruycken haeren toll van Hollant ende Zeelant; hen gegeven tot Bruessel, den xxviijen October int voors. iaer [1430].
In dit voors. iaer [1431] wert hooch schoutet vanden Bosch Claes LoonmanGa naar voetnoot(1).
Item byden voors. hartoge [zijn] den dorpe van Vucht gegeven en. verleent seeckere previlegien, inhoudende diversche poincten en. articulen; gegeven tot Bruessel, den ven Iuny anno m cccc en. xxxiiijtich. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 57, regel 18.)Ende want den voors hartoghe [Philips II] nochte synen raet op sinte Remys dach en. binnen acht daegen daer nae egeen schepenen en hadden doen setten, alzoe dat die voorn. schepenen by overdragen der gemeyne stadt, cooren selffs seven scepenen, te weten, Iacob Monick, Marcelis de Louwe, Ian Baethuysen, Goevaert van Erp, Peter van Erp, Hanrick van Beest ende Ian van Auwen Willemssoen, die dit iaer- van [1400] xxxviijtich scepenen waren en. worden geëydt van eene stadt knape, geheyten Aert Goessensz. Dit geschiede op sinte Dienys dach, negen dagen in October, anno voors. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
telicke gebooden exequeren zal, etc., opten iijen Ianuary ao. [1447] voors.
Item [is] byde heeren vander stadt vanden Bossche ordinancie gemaect op de poirters, ao. m cccc en. xlviijtich. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 59, regel 15.)In dese scepenstoel [1450] is ordinancie gemaect op de drie knapen.
Int iaer ons Heeren m cccc en. ljtich [is] byden voors. hartoghe gegeven en. verleent vande lombaert en. leentaeffel. Item byden voors. hartoghe [is] alnoch gegeven en. verleent die caerthe ofte instructie, in wat maniere men ons genaedighen heere beede betalen zal, etc., tot Bruessel, opten xxen September anno voors. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 59, regel 17.)Item [is] alnoch byden voirscreven hartoge tot Bruessel verleent int voorseyde iaer [1451] het previlegie van tvolck van wapenen te leyen door tlant sonder schade, en. meer andere notabele puncten, als, van onreedelicke geestelicke gebooden, ‘datmen die ondersaten zal handelen metten recht van haerder bancke; item datmen alle gewysde vonnissen van weerden zal houden; dat in alle steden een tolboeck wesen zal; dat elck malck zyn zelffs goet zal moeghen hoeden; wat die rentmeesters sullen neemen vande erffgenamen daer die alders aff gestorven | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyn; vande geestelicheyt, hoe zy haer vercregen goet sullen moegen laeten lossen,’ etc.
Item in dit voors. iaer [1452], opten xvjsten Ianuary, isser ordinancie gemaect byden schepenen, geswooren en. gemeyne raetslieden, vanden goeden en. erffven, diemen te boeck brengen zal. Item int voors. iaer by hartoghe Philips voors. gegeven en. verleent ordinantie ofte caerte aengaende die munte etc. Item noch byden zelven hartoghe int voors. iaer verleent ordinantie op de moortbranders etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz 59, regel 24.)Ordinancie en. poincten gemaect overgedragen en. geslooten van te graven de vesten deser stadt byden gemeynen landen, en. die dorpen zyn coemen graven, etc., gepasseert den xxsten Iuny int voors. iaer [1453].
Int iaer m cccc en. lxviijtich [is er eene] ordinantie gemaect byder voors. stadt op het mynen vande vissch. Item alnoch ordinantie int zelve iaer gemaect van diversche officien, van het mynen vanden visch, vande secretarisscappen, vanden bier te steecken etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 60, regel 15.)Dat meest te voren met stroe was bedect. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 64, regel 2.)In dit voors. iaer [1470] is tclooster vanden Cathuysers tot Vucht gemaect en. gefundeert.
Int iaer m cccc en. lxxiijtich [is] byden voors. hartoge Kaerle verleent die commissie ofte ordinantie van het ontfanck vande domeyne ende de renten vanden lande van Kuyck en. Kessel, totten ontfanck vande stadt en. meyerye vanden Bosch en. totten rentmeesteren aldaer, etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 64, regel 20.)Item byden voorsz. hartoge Caerle en. die staten vanden landen hebben opten xiijen November int voorseyden iaer [1474] gemaect een evaluatie van verscheyden munten en. penningen, die welcke stonden totten xxiiijen October anno [1400] lxxviij daer nae, dat hartoch Caerle doot was, en. dat inne manieren hier naer volgendeGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die halve en. vierendeel vanden voors. stuvers, groote braspenningen en. Philippus geheyten, en. stuvere, en. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dobbele blancken en. andere blancken met der lelie. op haeren ouden cours. Ende alle andere penningen van goude en. silverGa naar voetnoot(1), boven nyet genuemt, syn geacht voor billoen, behalven den Vtrechtsce gulden [die] sal coers hebben tot Lichtmisse toeGa naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 65, regel 19.)Nae hartoghe Caerles doot stonden die gemeynten op tegens die regeerderen en. wethouders des lants, sonderlinge inde landen van Brabant ende Vlaenderen, ende want nu die voors. hartoghe Caerle achter liet maer een eenighe dochter, verweet by vrouwe Margriet van Bourbon voors., genoempt Maria, wesende geboren opten vden dach van Februario int iaer ons Heeren m cccc en. lvijtich; sy was binnen Gent, doen zy tydinghe crege van haere heer vader afflivicheyt, ende zoe zy was rechte erffgenaeme haers vaders, soe is zy opten xxixen dach der maendt van Mey anno m cccc en. lxxvijtich tot Loeven gehult en. ontfangen als hartoginne van Brabant, ende nae de zelve huldinghe deede zy slaen en. munten dobbel silvere penninghen met twee leeuwkens daer op, genoempt dobbel vierysers, op twee stuvers en. die halve tot eene stuver. Item ten zelven tyde heeft die voors. vrouw Maria, hartoginne, verleent die carthe van haer incomste etc. Item opten xxen dach van Iuny int voors. iaer, soe | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heeft die voors. vrouw Marie, hartoginne, die vanden Bossche gegeven en. verleenicht remissie op de voors. commotie etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 66, regel 12.)Byden voors. hartoghe Maximiliaen en. vrouw Maria mette staten van haeren landen, als inden iaere m cccc en. lxxviij, den xxiiijen October, wert gemaect dese naevolgende evaluatie van verscheyde munten, ende worden geset, te weten:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Int iaer ons Heeren m cccc en. lxxixtich, inde maendt van Meye, heeft hartoghe Maximiliaen en. vrouwe Maria verleent ende gegeven het previlegium vanden toll vry te wesen inden lande van Geldre. In dit voors. iaer wert hartoch Maximiliaen gecoeren keyser van Roomen etc. In dit iaer, opten vijen Ianuary, [is] byden voors. hartoge en. hartoginne verleent het previlegie, daer die stadt vanden Bossche wert geconsenteert te setten, bedesche wyse, die penninghen, diemen behoeft hadde en. voorts behoeven zoude tot die oorloghe van Geldre etc.
Int iaer ons Heeren m cccc en. lxxxtich is verleent en. gegeven die confirmatie vande previlegie vande toll vryheyt van Hollandt en. Zeelant, ende declaratie hoemen die zal gebruycken etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 66, regel 26.)Item int voors. iaer [1481], opten ven dach der maendt van Iuny, [zyn] binnen den Bossche byden voors. hartoghe en. hartoginne verleden oipene brieven, daer mede die voors. hartoghe alle tollenaers vande landen van Geldre en. graeffscappe van Sutphen doet vercondighen deser stadt tol vry aldaer, ende beveelende, dat zy ons daer by laten blyven etc. Item alnoch die caerthe oft previlegien der vryheyt vanden tol tot Batenborch, beginnende: ‘Wy schepenen, raet en. gemeynen borgeren en. innegeseten der stadt van sHartogebossche,’ etc., onder tzegel der zelver stadt, gepasseert opten xxvjen Iuny ao. voors. Item alnoch het previlegie, daer mede hartoghe Maximiliaen en. vrouw Maria hebben toegevuecht Grave, tlant van Kuyck ende Oyen tot Brabant etc.: gegeven tot Bruessel, den xxvjen November anno voors.
Daer nae, den xxviijen Iulio int iaer [1482], soe wert byden voors. hartoghe Maximiliaen en. die staten van zyne landen dese navolgende valuatie geordineert en. vuytgeroepen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Int iaer ons Heeren m cccc en. lxxxiijtich compromis en. vuytsprake gemaect tusschen die stadt vanden Bossche en. [het] platte land vande penninghen verleecht inde oorloghe van Geldre etc., opten xxiiijen Iuny. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 68, regel 9.)Int iaer ons Heeren m cccc en. lxxxvtich, den xxvijen dach inden April, nae Paesschen, soe wert by hartoghe Maximiliaen ende den staten vanden landen dese naevolgende evaluatie geordineert:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inden iaer m cccc en. lxxxvi, opten iijen dach SeptembriGa naar voetnoot(6), wert dese navolgende evaluatie gemaect en. gepubliceert:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In dit voors iaer [1488], opten xiijen Ianuary, is ordinancie gemaect van penninghen op de wissel te setten byder gemeyner stadt geordineert.
Dese naevolgende valuatie is geschiet opten Kersavont int zelve iaer [1489]Ga naar voetnoot(1).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 68, regel 18.)Hier nae volcht die reductie vande renten, chynsen ende pachten int voors. iaer [1491] gedaenGa naar voetnoot(1). Om provisie te doen op diversche gebrecken, die ten laste vanden ondersaten bevonden worden, soe zyn den xiiijen dach in November anno voors. inde stadt van Bruessel byde drie staten des lants van Brabant, daer present waren: heer Goeswyn, abt van Affligem, heer Aert, abt van Grimbergen, heer Dierck, abt van Perck, heer Roelant, abt van Dielegem, die heer van Nassouwe, die heer van ChievreGa naar voetnoot(2), die heer van BersselairGa naar voetnoot(3), die heér van Rotselair, ende meer eedelen ende die gedeputeerde vanden steden etc.: geraempt dese naevolgende articulen en. poincten, en. voirts geauctoriseert by onse genadighe heeren in behoorlycker formen. Ierst, hoe wel inde reductien van penningen by onsen heere ende den staten van allen zynen landen overdraghen ende gesloeten is, onder andere aengaende den commeren, financien en. renthen, gemaect en. vercoft binnen den tyde dat die penninghen hooger curs hadden, te weeten, seedert sint Iansmisse [1400] lxxxvij tot KersmisseGa naar voetnoot(4) [1400] lxxxixtich, dat dat gelt zeer leechGa naar voetnoot(5) wert geset etc. Dat die lossinghe van alsulcke renthen en. commeren souden gebueren in alsulcke weerden van penninghen, als cuers hadden ten tyde vander constitutien der zelver ren- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten, ende dat nochtans die iaerlicxe betalinghe soude gebueren met penninghen loop hebbende, nae vuytwysen der voors. evaluatie inden iaer [1400] lxxxixtich en. nae de reductie vanden penninghen inden zelven iaer gedaen en. gemaect, dats te weten, met swaeren gelde. Daer vuyt die voors. staten bevynden geheel verderffenisse vanden ondersaten, want dat alzoe blyvende, souden die ondersaten moeten geven binnen den dorden iaer by nae die principael penninghenGa naar voetnoot(1), dwelcke ende meer rentenGa naar voetnoot(2) aengemerct, en. dat oick tselve soude wesen teghens alle equiteyt. Soe is byden voors. staten overdragen, dat van nu voirt aen allen die renten erffelyck en. lyffrenten, gecocht syndert den iaere als sint Iansmisse [1400] lxxxvij, men zal moegen betaelen die iaerlicxe renten daeraff metter weerden van penninghen, alsoe diemen zoude mogen lossen en. affquyten, oft met sulcke penninghen, als inden tyde der constitutien vanden zelver renten loop en. curs hadden. Item en. want in eenighe plaetsen binnen desen landen verscheyde renten seedert den iaere van [1400] lxxxvij totten iaere [1400] lxxxixtich zyn gecochtGa naar voetnoot(3), ende bevoirwairt is inde brieven, dat die iaerlicxe betaelinghe en. oeck die lossinghe gebueren zoude in penninghen, als die ganck zoude hebben ten tyde vande iaerlixcer betalinghe oft lossinghe, ende dat die goede lieden indien plaetse mitter voors. provisie nyet genouch versien en zoude wesen. Soe is overdragen byde staten voors., dat in sulcke plaetse men die betaelinghe en. oeck die lossinghe zal moegen doen in penninghen, als die ganck hadde ten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tyde vande constitutien van alsulcke renthen, nyet tegenstaende den zelven voirwairden van dien gemaect. Desgelycke zal geschieden vanden cooren renten binnen der voors. tyde vercoft. Item desgelycke salmen moegen affquyten alle renten ten lyve en. erffelycke gecocht syndert den iaere [1400] lxxvijGa naar voetnoot(1), met sulcken gelden als inder constitutien van denzelven renten gegeven, maer die iaerlicxe betalinghe sal geschieden met den penningh nae den swaren gelde ganck hebbende, ten waire dat anders bevoirwaert oft bebrieft waer. Ende dit is te verstaen vanden iaere m cccc en. lxxvij tot sint Iansmis [1400] lxxxvijtich. Ende omme naerder en. claerder verstant te mogen hebben van voors. provisie, als aengaende die iaerlicxe betalinghe en. der lossinghe der renten, chynsen en. pachten, gecoft tusschen sint Iansmisse [1400] lxxxvij en. Kersavont [1400] lxxxix, soe is te weten inden eersten, datmen die renten, chynsen en. pachten, die gecocht zyn tusschen sinte Iansmisse [1400] lxxxvij en. Kersavont inden zelven iareGa naar voetnoot(2), betalen en. affleggen machGa naar voetnoot(3), in dien te geven:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Item die chynsen, renten ende pachten, die gecoft zyn tusschen Kersavont int iaer [1400] lxxxviij en. sint Iansmis int iair [1400] lxxxix, mach men betalen ende afleggenGa naar voetnoot(1), in dien te geven:
Ende anderen penninghen daer naeGa naar voetnoot(2). Item die chynsen, renten en. pachten, die gecoft zyn tussen sint Iansmisse [1400] lxxxix en. Korsavont inden selven iaer, mach men betalen en. affleggenGa naar voetnoot(3), in dien te geven:
Ende aengaende der lossinghe vanden renten, chynsen en. pachten, gecoft voor sint Ians dach [1400] lxxxvij, soe zal een yegelyck hem hebben te reguleren en. te vueghen naede valuatie voorde voors. iaere van [1400] lxxxvij gemaect en. die voir gescreven staet, dats te weten, nade voors. valuatie gemaect inden iaere [1400] lxxxvjtich, lxxxvtich, lxxxiijtich, lxxxijtich, lxxviijtich en. lxxiiijtich. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hier nae volcht een evaluatie, vuyt geroepen inden iaer m cccc xci, inde goede wekeGa naar voetnoot(1).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende als vande Philippus en. Carolus grootkens, die sullen ganck hebben voor grootkens. Ende alle twelvaerts, seskens en. andere penningen minder, sullen blyven in huere weerde.
Ende daer nae, den ixen dach van November inden zelven iare [1493], wort dese navolgende valuatie wtgeroepenGa naar voetnoot(1):
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Int voors. iaer, den xven Septembris, wert geordineert, datmen voorden gouden Andries gulden soude betalen xij dobbel vierysers oft xxiiijtich halvenGa naar voetnoot(5). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende voorden korvorster Rynsgulden xj dobbel vierysers etc.
Item int voorscreven iaer m cccc en. xxxiiijtichGa naar voetnoot(1) heeft den voors. hartoghe Philips dese nae volgende munten doen slaen: Den gouden Philips ryder, te weten op vier scellinghen en. drie grooten Vlaems.
Ende daer nae inden iaere m cccc en. liijGa naar voetnoot(1) deede die voors. hartoghe Philips munten: Eenen gouden penninck, genoempt den gouden leeuw, op vyff scellingen grooten Vlaems. Ende noch eenen gouden penninck, genoemt tleeuwken, op drie scellinghen vier grooten Vlaems. Ende noch eenen halven gouden penninck, genoempt den halven leeuw, op twee scellinghen ses penningen grooten Vlaems. Ende dese zelve tydt ordineerde die voors. hartoghe Philips, dat ganck soude hebben in Brabant mette voors. goude penninghen, dese naevolgende munten en. penninghen, dats te weten: Die goude croon voor vier scellingen VlaemsGa naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den Vlaemschen nobel voor seven scellinge en. thien penninghen grooten Vlaems. De halve en. vierendelen nae advenant. Item den Engelsche nobel voor acht schellinghen ende twee penningen grooten Vlaems. Item den halven nobel, den saluyt van Vranckryck, dordendeel vander saluyt, tvierendeel vanden Engelsche nobel, elck nae zyne groote, nae gelende vanden Engelschen nobel. Item die ducaten van Venegien, van Genues, van Florencen, van Roomen, ende den Ungerschen gulden van lxxi opt merct, voor vier scellinghen en. eenen penninck groot. Item de Ryntschen gulden ende den gulden van LutsenborchGa naar voetnoot(1) voor drie scellinghen en. drie grooten. Item als vander witte munten zullen nu loop hebben en. oeck vander andere munten, geheyten placken oft cromstartken van vyff engelsen Vlaems tstuck en. den halven daer aff, daer aff die twee gelden eenen cromstart, en. anderen cleyne penningen vander zelver munten van minderen pryse, die sullen blyven in haeren alden ganck. Item den postulaet LaensGa naar voetnoot(2) gulden soude loop hebben in Brabant voor xxiiijtich grooten Vlaems. Ende den Wilhelmus schilt voor veertich grooten Vlaems. Ende den peter voor xxxvj grooten Vlaems. Den Philippus clinckaert voor xxix groten Vlaems. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die voors. hartoghe Philips heeft oock doen munten silvere penninghen, te weten, die heyten oft hieten:
Int zelve iaer [1494], in Decembri, zyn geset by commissarissen van hartoghe Philips voors. twee borgemeesteren, te weten, heer Ian Back ende Goessen van Brecht, ende zyn oeck ten zelven tyde geset raetsluyden vander ambachten, die te raede zullen comen en. haeren raedt houden sonder die ambachten te vergaderen, en. dat die deeckens nyet meer te raeden en zullen coemen. Int zelve iaer, opten xxijen Decembri, is byden voors. keyser Maximiliaen verleent en. gegeven ordinantie den bourgemeesteren vanden Bossche metten president, die doen waren en. naemaels zullen moegen zyn, inden raet deser stadt het voorsprecken en. de eerste opinie in alle saken sullen hebben, ende dat den president, alst noot is, met eenen dienaer vander groender roeden zal moegen doen vergaderen, en. als hy vuyter stadt zoude mogen wesen oft met siecke bevaen zyn, dat hy dan in dien gevalle twee schepenen in zyn plaetse zal moegen setten.
In dit voors. iaer [1495], opten xxven Augusti, wert die raminghe gemaect tusschen die stadt vanden Bossche en. tplatte lant.
Ende ontrent Bamisse anno [1496] voorscreven begonst tgelt op te lopen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Carolus stuvers op braspenninghen en. een negenmenneken. Ende ander gelt liep oeck daer nae hoeger. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 70, regel 13.)In dit iaer [1497] sterff meester Goeyaert van Dommelen tot Bruessel, secretaris vanden Bosche, en. in syn plaetse quam meester Peter van OsGa naar voetnoot(1).
Int zelve iaer [1498], in September, syn die Bourgemeesters weder omme aff geset, ende is weder geordineert dat die deeckens vanden ambachten met seeckere conditie en. getalle te raeden zouden coemen. In dit zelve iaer crech tgelt weder eenen stoot, ende hadde zynen ganck naede valuatie vanden iaere [1400] xciiijtich. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 70, regel 23.)Int iaer m cccc en. xcixtich, in de Meye manet, liep het gelt weder omme op, te weten:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Item [zyn] alnoch byder voors. stadt seeckere oepene brieven gegeven en. verleent die voorseyde ses mannen, en. hen beloeft van alle saecken en. oecssuymen der voors. stadt costeloos te ontheffen etc., beginnende: ‘Wy schepenen ende geswoerene raetsluyden, diemen noempt leedige luyden’ etc, onder tgroot zegel, gegeven den xvj Septembris anno voors. Item byder voors. stadt alnoch verleent oepene brieven, daer inne zy geloeft heeft de innegesetenen en. maelcanderen schaedeloes te releveren, beginnende als voor, den xvijen Septembris anno voors. Item byden voors. hartoghe Philips alnoch verleent oepene brieven der voorseyde stadt, daer inne hy der stadt verleent atterminatie en. vuytset van twelff iaren, om dese stadt schulden te moegen vervallen, en. oeck geleyde geeft dese stadt borgeren, die voors. tyt van iaren te moeghen hanteren henne coopmanschappe inde landen van Hollant en. Zeelant en. voorts elders, sonder vuyt sake vande voors. schulden gearresteert ofte becommert te worden van yemanden etc.: gegeven tot Bruessel, den xxviijen Septembris ao. voors. In dese schepenstoel sterff meester Aert van Welhysen, en. in zyn plaetse is secretaris geworden meester Raes Raessen.
Dese naevolgende evaluatieGa naar voetnoot(1) is byden doirluchtighen, hoochgeboren, vermoegenden furst Philips, ertshartoghe van Oistenryck, hartoge van Bourgundien, van Brabant | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
etc., ende den staten van syne landen gemaect en. geordineert; wairt gepubliceert en. vuytgeroepen den xven dach van December anno m cccc en. xcixtich voors. Ende eerst vanden goude penninghen, die doer allen die landen des voors. hartoghe ganck en. loop sullen hebben, ende van hoir gewichte, werde en. affslach voor datse te licht zyn. Ende hier is ierst te weten wat gewichte dese letteren beteekenen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welcke voirnoemde goude penninghen hebben hoir behoirlycken gewichte, sulcke als voor en. gheen anderen sullen voirtaene loop en. ganck hebben inder forme en. manieren als boven, behoudelick dat zy sullen moegen wesen twee aeskens lichter dan hair recht gewichte op elck stuck, wel verstaende dat die halve croonen, vierendelen van nobelen en. anderen van gelycke cleyne stucken gouts, ende sullen maer een aesken lichter moegen wesen dan tvoirgenoemde rechte gewichte, nae inhoude der ordinancie byden zelven hartoge int voors. iaer gemaect.
Hier nae volcht die evaluatie vande silvere penninghen inden zelven iare geordineert, die loop en. ganck sullen hebben, te weten, inden eersten:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dese naevolgende penninghen van goude syn geordineert ganck te hebben byden voors. hartoghe boven die voors. valuatien gemaect int voors. iaer.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Item int voors. iaer van m cccc en. xcixtich, den xxiiijen dach van Februario, naer scryven ende styl des hooffs van Brabant, ende naer scryven des hooffs van Hollant int iaer van m ccccc, is keyser Karle van Oistenryck, den eersten, zoen van coninck Philippus van Castilien voors., gebooren in Vlaenderen, inde vermaerde stadt van Gent, wesende een schrikkel iaer, die oeck [daar]na hartoghe van Brabant wert gehult. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 71, regel 26.)In dit voors. iaer [1503], opten ven dach Ianuary, is byde schepenen, geswoerene, raetslieden, diemen heet leedighe lieden, deeckenen vanden ambachten, diemen heet der goede knaepen, en. alle die gemeyne stadt van sHartogenbossche gemaect die carthe vanden ambacht vande snyders. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Caerle van Gelre ende quam heer Robbrecht van Arenborch met grooter macht vuyt Vranckryck tot Ruremund en. sloech voorts binnen der meyerye vanden Bossche, opten vijen dach Octobris, en. voorts tot Tuernhout, en. deede groote schaede: hy en had gheen wederstant van heeren Willem van Croy, stadthalder slants etc. In dit voors. iaer is die confirmatie der voors. raminghe geschiet en. gegeven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 73, regel 27.)Item opten xiiijen Iuly [1508] daer nae werdt hooch schoutet Iannen vanden Wyngaert. In dit iaer, opten xxiiijen October, is die caerthe ofte ordinancie verleent, dat die poirters ende poirterssen vanden Bossche zelver in persoen nyet en behoeven teGa naar voetnoot(1) zyn, om te vertollen etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
knecht ter manet vier Philippus gulden, ende die gelegen inde meyerye, omme die te bewaeren van Meghen aff tot Huesden toe; ende die vanden Bossche hebben door beveel van vrouw Margriet voors., tot bewaernisse van Huesden moeten doen tsestich knechten ende noch moeten houden opte stroom tussen den Bossche en. Gorcom vier hueden en. een roeybaerseGa naar voetnoot(1), wel gestoffeert met artellerye, omme daer mede Bommel te benauwen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 77, regel 22.)In dit iaer [1513] is zoe grooten vorst geweest, dat die wagenen met heerinck gelaeden voeren van Gorcom tot Coelen sonder ontlaeden, ende veel sleeden voeren over d'ys en. quamen die Coepoort inne vuyt Hollant, en. men nam wech-gelt vande sleeden.
Dit iaer [1514] wast een suete en. sachte wynter, datter nauw een craey over het ys zoude hebben moeghen gaen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 78, regel 19.)In den tekst staat van; lees volgens A. en W.: vermoegens. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 79, regel 3 en 5.)Regel 3 staat nemen; lees volgens W.: benemen; alsmede regel 5 achter: den cappittel: voeg er uit A. en W. bij: toebehoirende. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 79, regel 15.)Achter de woorden ‘hondert voeder wyns’: Ende omme te schatten alle vercregen geestelicke goederen zeedert die doot van hartoghe Kaerle voors., en. zy moesten alsulcke goederen over geven inne gescrifte en. die rente van twee iaren daer aff geven, ende tzelve worden zeer scerpelicke geexecuteert inde meyerye vanden Bossche. Ende nyet lange nae dese hebben die ses goede mannen, door beveel der gemeyne stadt vanden Bossche, vercregen van onse genadighen heere hartoch Kaerle, als dat het capittel van sint Ians zoude hebben eenen tacxs iaerlichs van wyn en. bier, nyet tegenstaende die previlegien des voors. capittel, die hem van verscheyden princen en. hartogen gegeven waeren. In dit voors. iaer is by comissarissen van zyne maiesteyt geschat geweest alle geestelicke Goidts huysen, gasthuysen en. andere cloosteren, nyemant vuytgescheyden, van alle henne goederen binnen de xltich iaren by hen vercregen, bedragende die schattinghe in Brabant omtrent tsestich duysent Philips gulden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 80, regel 25.)Int voors. iaer [1517], opten lesten dach Meert [is] by hartoch Kaerle verleent en. gegeven het previlegie, daer by blyct, dat dinnegeseten van Vucht en. den geerffden aldaer, dat zy moegen poeten op die gemeynte, elck tegens zyn erff thien roeyen lanck. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 81, regel 25.)In dit iaer van m ccccc en. xviij, den ven April, syn vergadert van bloote boevenm ruyteren sonder heeren oft hooftmannen, als men seyde. den swarten hoop, acht oft neghen duysent sterck wesende, van alle landen vergadert wesende, ende lagen op den huysman die geheele vasten ende aten vlesch, speck, booter, eyer en. al wat sy vonden: ende alzoe zyn vergadert die heeren van Nassauw, Ravesteyn, Cleve ende andere Rynsche heeren en. zyn tsamen veraccordeert ende zyn daer onder geslaegen met assistencie vanden huysman aldaer wonende, geweecken wesende vuyte meyerye vanden Bossche naer Venloo, dat op een cleyne plaetse zyn gebleven en. doot geslagen xviijc, en. die anderen zyn al ewech geloopen ende sommighe aen boomen gehangen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat die geestelicken persoenen van nu voirt aen en zullen moegen eysschen noch ontfangen eenighe nyeuwe thienden meer dan haer voorsaten hebben gedaen, in die landen van Brabant, Limborch en. Overmaesse: gegeven tot Lueven, den vjen October int voors. iaer. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 87, regel 23.)In dit iaer [1522], opten ien Iuly goud dmud roggen op die merct binnen den Bosch vj gulden en. iij st., het broot van xiij pont iij st. en. een halffven braspenninck. In dat iaer is geworden meester Ian Lombarts secretaris vander stadt, en. onlanchs daernae reysde hy tot Mechelen, en. sittende op eenen wagen over quam hem die doot en. hy sterff op die wagen by Mechelen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 88, regel 11.)Voeg achter de woorden te geven, de woorden te weten: uit W. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 89, regel 21.)Voeg achter daer nae, de woorden hebben zy, uit W. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gulden en. xij st., en. inde veemerckt daer nae heeft men den sack souts gecoft voor ijz gulden. In dit iaer, den xvjen Septembris, heeft Hanrick Dachverlies zynen eedt gedaen als hooch schoutet vanden Bosch. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 90, regel 15Ga naar voetnoot(1).)Int iaer ons Heeren m ccccc en. xxvtich, op Manendach naer beloecke SincxseGa naar voetnoot(2), syn vergaedert int convent vanden Prekers achterGa naar voetnoot(3) inden Beempt, allen die meesters vanden ambachten met haere knechten en. dienaren, treckende tsaemen een lynie, daer wesende en. tsamen raet slaende, ontboeden zy sommighe heeren en. schepenen aldaer by hen, haer te voiren leggende en. willende terstont aff hebben het maelgelt vanden rog en. terwen ende van elcke ton biers vier stuvers minder te geven dan zy gegeven hadden, alle twelcke hen doen terstont geconsenteert worden. Den xxen IunyGa naar voetnoot(4) daer nae, op Dynsdach, vergaderden die voors. ambachten weder omme inden Beempt en. ontboeden allen die borgers en. leechgangers, allen die paters vande cloosters binnen en. omtrent der stadt, ende begeerde met wille ofte onwille, met sommighe heeren en. schepenen die oeck ontboeden zyn, dat zy die stadt wat te hulpe wouden comen en. dat zy voort aen zoe veel en. wel acchyns zoude geven van alle dinghen als die gemeyne borgers deeden: soe over quamen allen die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
paters vande cloosters (zoe wel mans als vrouwen cloosters) en. accordeerden met maelcanderen mette borgers, behalven die Precaers, die Cathuysers tot Vucht en. die Basselaers buyten sint Anthonis poortGa naar voetnoot(1), die en wouden nyet veel daer toe geven. Nochtans waren daer sommighe heeren, die begeerden dat zy doch geloven wouden, om die gemeyne borgers te contenteren, zy zouden maken, dat zy van haere geloefte nyet en zouden geven, maer zy woudent nyet doen. Doen waeren daer sommighe borgers, die begaerden, dat een yegelycke thuys wilde gaen en. trecken zyn harnas en. geweer aen en. comen op die merct en. blyvende daer by maelcander tot dat die drie paters mette borgers veraccordeert zouden zyn, twelck oeck alsoe geschiede, en. quamen tsamen op die merckt ende haelde noch sommighe personen vuyt sint Nicolaes, makende alzoe eenen rinck aen die puye op die merct, ende des nachts omtrent tusschen twelff en. één ure toegen zy al tsamen met haer geweer nae die Precaren clooster toe, en. daer comende vonden zy die poorten gesloten; soe stont daer omtrent een moelen kerre, die namen zy en. liepen daer mede die poorten oipen ende liepen zoe voorts int convent, aten en. droncken dat zy daer vonden, sonder die kercke | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te hynderen, en. sonder met haer te overcommen, ginghen zy daer weder wt. Des smorgens ontrent vier uren vertoegen zy van daer met pyp en. trommelen en. gerechte oft vliegende vendelGa naar voetnoot(1) tot Vucht naede Carthuysers, en. daer commende zoe quamen hen sommighe vande Cathuysers heeren tegens voor inden boogaert ende hebben daer gestelt taeffelen met broot, booter, kees en. bier, en. daer aten en. droncken die borgers, en. die poirten wairen daer al oipen gedaen doen zy quamen, ende daer overquamen en. accordeerden die Cathuysers met die borgers, zoe dat zy te vreede waren. Daer nae zyn zy weder omme gekeert naede stadt, ende omtrent acht uren zynder eerst omtrent x ofte xij personen gegaen op die Baseldonck ende hebben daer oeck die poirte op gesmeet en. voorts geloepen int convent. Doen waren daer sommige borgeren, soemen doen seyde, die seyden, dat daer wyn lach in eenen kelder ront om toegemestGa naar voetnoot(2) wesende: die braken zy oepen ende droncken een deel vanden wyn, aten en. droncken voorts dat zy vonden, en. toegen doen weder binnen der stadt, sonder met hair te overcomen, want die prior was wech gereyst, zoe zy zeyden. Tgeene voors. staet, alzoe geschiet wesende, soe syn daer nae getoegen die Preckaers en. Cathuysers by vrouwe Margrita, als goevernante des lants dier tyt wesende, want den keyser dier tyt was in Spaengien en. lange daer nae noch bleeff, en. claechden int hoff over die borgers, als vanden overlast, diemen hen hadde aengedaen. Binnen dese voors. middelen tyden soe worden die heeren vander stadt eens, twee ofte driemael te | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hooff omboden, om seeckere penninghen te consenteren, die thoff dier tyt eysschende was, soe en wouden die gemeyne borgers die heeren nyet laten trecken dan op haer eyghen cost ende nyet te consenteren, dan dat zy zelffs betaelen wouden. Daer nae op Dynsdach, den xxven Iuly int zelve iaer, soe quam heer Floris van Buren, stadthouder vanden keyser, met myn heere den audiencier Monmorencie, met meer anderen heere vanden hove by hen hebbende, tot Vucht leggen, met een deel peerden en. voetvolck, ende vrouw Margrita voors. ginck tot Huesden legghen, ende zy arresteerdeGa naar voetnoot(1) tot Vucht allen die poirters goederen, comende van Antwerpen, en. allen anderen goederen, den borgers toebehoirende, te bescryven ende te confisqueren. Dit horende die gemeynte binnen der stadt zyn zeer ongestelt geweest ende hebben groote monopolie gemaect by daegen en. nachten, dat zeer sorgelicken was, want zy die poirten toehielden ende namen die sluetelen vander stadt, ende en vraechden nae die heeren nyet, maer onboeden die heeren by henlieden alst hen belieffden, dwingende een yegelicken by haer te comen met geweer op haer lyff, met egeen goet en mocht yemant vuyter stadt: voorts zyn door beveel vander voors. vrouwe Margrita alle goederen gearresteert in Hollant, Zeelant en. tot Andtwerpen, die borgers vanden Bossche toebehoirende. Nae die de voors. vrouwe Margrita, goevernante, tot Huesden wesende, heeft den borgeren vanden Bossche aengeseyt, dat zy lyff en. goet verbuert hadden, want haer heeren en. deeckens te hove onboeden en. bescreven | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wairen en. dat zyse nyet en wouden laten coemen, ende meer anderen delicten, die zy die stadt op leyden: dus zyn die heeren vander stadt tot Vucht gereyst en. tot Huesden by vrouw Margrieta, om den peys te vercrygen. Donderdaechs daer nae, omtrent elff uren inder nacht, soe wert die clocke ten Bossche storm geluyt, zoe dat allen die borgers al op de been waeren en. bleven op die been tot des Sonnendaegs smorgens toe. Daer nae, en. binnen middelen tyde reysden die heeren en. sommighe deeckenen weder omme tot Vucht en. Huesden, omme te overcomen met vrouw Margriet en. die grave van Buren; emmers int sluyten van accoordt, soe wouden vrouw Margriet hebben, datmen haer zoude geven twelff borgers, die zy kiesen zoude, ende die woude zy corrigeren met recht, ofte zy woude daer voor hebben een groote somme van penninghen. Ende dier tyt dat zy tot Vucht lagen, en deede zy die stadt ofte borghers gheen misweynGa naar voetnoot(1), want sommighe borgers gingen tot Vucht wandelen en. quamen weder om binnen, sonder yet te cort gedaen te worden; dan die zelve goederen, die de borgers toebehoerende waren, worden en. waeren daer gearresteert, maer die borgers en wouden nyemanden van hen inder stadt laten, voor en. aleer zy met haer overcomen en. veraccordeert wairen. Ende veel vande heeren en. schepenen wairen vuyter stadt gereyst van vreese vande borgers, en. en quamen daer nyet weder om in, voor dat het al gecesseert was. Des sManendaegs smorgens daer nae, soe reysden die heeren vander stadt weder omme tot Vucht en. seyden, dat die borgers egeensins haer mede borgers op die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vleesbanck leveren en wilden: soe over quamen zy met die grave van Buren, in presentie vanden audienchier en. den president van Mechelen, die welcke volcomen macht hadde van vrouwe Margrieta, te weeten, als dat die borgers vrouw Margriet in zouden halen met hondert en. vyftich toortsen, ende daer toe geven twalff duysent Rynsgulden, soemen seyde, maer veel wouden seggen dat het meer was. Ende des Vrydaegs daer nae, den vyffsten Augusti sachternoens, soe mosten allen die deeckens vanden ambachte en. d'oude deeckenen en. voorts diet te loote viele, elck een toortse dragen al barrende, gecleet met swarte tabbaerden, en. gingen alzoe tot buyten die Vuchter poort, mitte heeren vanden raet, totten lesten boom toe, alwaer vrouwe Margrita metten tresorier, die grave van Buren en. den audienchier met meer anderen heeren gecomen zynde, vielen die heeren en. borgeren vander stadt op haer knyen voor vrouw Margriet en. bleven daer leggen ter tyt en. wylen toe vrouw Margriet een teecken deede, dat zy op zouden staen voor die misdaet vander gemeynte, en. opgestaen wesende, leyden zy alsoe vrouwe Margriet in haere logys mitte voors. barrende toortsen, ende van daer voorts die toortse brengende in sint Ians kerck voor dat H. Sacrament en. die daer latende. Des Saterdaegs daer nae moesten die borgers weder om geven die vier stuvers op elck ton biers, te weten, van elck ton tot acchyns thien stuvers. Item des Manendaegs daer nae, den xiiijen Augusti int zelve iaer, reysde vrouwe Margriet weder vuyt der stadt vanden Bossche ende ten zelven daeghen moestmen weder maelgelt geven van rog en. terwen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Item des Dynsdach, opten xxviijen Augusti, wert dat maelgelt weder affgeset vanden rogge en. terwen. Item des Manendach, den iiijen September daernae, wert weder op geset, niet consent vanden heeren, deeckenen en. geswoiren vanden ambachten, datmen van elcke mud terwe tot maelgelt zoude geven thien stuvers, daer men acht stuvers aff plach te geven, en. datmen den terwe soude ter moelen moeten brengen inne roey geverwde sacken, omme die alsoe te kennen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 96, regel 11.)In dit iaer [1526], den viijen February, is geweest zoe groote wynt en. tempeest inde locht, duerende den geheelen dach lanck, als opten Donderdach voor vastelavont, als oyt man gesien heeft oft gehoirt: welcke wynt groote schaede heeft gedaen, als tot Eyndoven, daer den tooren vander kercke om is gewayt op die kercke ende heeft die kercke groote schaede gedaen tot Woensel en. op meer andere plaetsen is oeck den toorn omgewayt en. daer zyn oeck veel groote eycken boomen vuyt der aerden gewayt. Oeck veel scheepen en. veel volcxs verdroncken op zee, zoe dat die wynt groote schaede heeft gedaenGa naar voetnoot(1). Item opten xviijen Februario heeftmen binnen den Bossche geviert, om het tractaet vanden peys tusschen den keyser en. den coninck van Vranckryck; maer den coninck van Vranckryck en onderhielt den peys nyet, hoe wel hy zulcx ten heyligen gesworen hadde en. beyde | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyn oudtste zoen en Franciscus, dolphinus, en. Henricus te gysel gegeven hadde, om die in Spaengien byden keyser te voeren, dwelck alzoe geschieden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 98, regel 27.)In dit iaer [1526] zyn gecoren die nyeuwe vier mannen en. twee repereer meesters deser stadt, te weten, Dierck Scuercop, Dierck van Creylt, Hanrick van Bocxtel en. Ian Pynappel, repereer oft bouwmeesters, Ambrosius vanden Hanenborch en. Herman Pelgroms Diericxss. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 99, regel 14.)Er staat: xij sekere persoenen; lees: negen personen, uit W. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 101, regel 4.)In dit voors. iaer [1528], op Pincxtdach, des morgens, soe zyn die Gelderschen gecomen vuyt Remundt, omtrent drie duysent soe voetknechten als huysluyden, met gelaeden wagens, met haeckbussen en. veel andere instrumenten en. zeelen, om te vangen en. te bynden en. te laeden op wagens met geschut, en. meynden die Peel en. Keempe in dingtaele te brengen en. Eyndoven en. Helmont inne te nemen, want zy daertoe veel instrumenten van schuppen, saegen en. hameren. om al om stucken te smyten, bereet hadden. Ende tot Eyndoven, Helmont en. Moll laegen omtrent tsamen drie hondert | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
peerden en. hebben met hen genomen allen die knechten, die inde Peel laegen, ende met die clockslach allen die boeren aldaer rontom versamelt en. hebben daer mede allen die waegens vanden Geldersche ter neder geworpen ende hebben daer wel neghen hondert geslagen van Geldersche, zoe crychslieden als huyslieden, en. veel peert ruyteren gevanghen ende inde vlucht zynde, veel peerden en. boeren verdroncken. In dit zelve iaer, naer het optrecken van Thiel, syn sommighe Geldersche knechten gecomen omtrent der stadt van Meghen, dewylen nu die knechten van Meghen vuyt waeren en. convoyeerden sommighe wynwagens, ende die Gelderschen maeckten hairen aenslach te coemen tot Os en. Nulant, maer die vanden Bosch sonden terstont derwaerts hondert peerden en. die ruyters vande Grave quamen oeck by: dit vernemende die Geldersche, verlieten Meghen en. trocken metter gevangen en. roeff naer huys. Item des Manendaegs, nae beloecke Paesschen int zelve iaer, wesende den xxen April, heeftmen een blochuys vuyter stadt vanden Bossche gevoert te scheepe, om dat tot Lith te setten opten Ham, waer mede reden drie hondert peerden, door Orthen, met vier duysent voetknechten.
In dit iaer [1529], den vjen dach van October, is gemaect den peys tusschen Brabant en. Gelderlant tot Gorcom, welcke peysmakers waren: die grave van Buren, die heere van Hoochstraten, den audencier, met sommige scepenen vanden Bosch ter eenre, en. Collaert cum suis vande Gelderschen ter andere zyden, en. wert ten voors. dage gepubliceert. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In dit iaer en was die Spaensche vloet nyet overgecomen, alzoe dat een pont rosynen vj stuvers en een pont vygen vier stuvers gouw. In dit voors. iaer inde vasten zoe wert op allen die huyssen staende binnen der stadt vanden Bossche geordineert te geven van al zoe veel guldens als zy ter hueren gouwen oft wel zoude gelden, van elcken gulden eenen braspenninck, halff te betaelen die huerling en. halff die thuys toehoorden, om zoe die stadt vuyt haeren commer te helpen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 101, regel 22.)Achter totten kelder uit W. bij te voegen: ende nieuwe payeGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 102, regel 4.)In W. is met eene andere hand bijgeschreven: Ende int iaer 1584, stilo novo, is den voors. thoorn met die Kercke op sint Iacob dach, omtrent xj uren inder nacht, vanden blixem aengestecken en. verbrant etc.Ga naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 102, regel 18.)Welcke bende voorts is getoegen naer Vilvoorden en. voorts naeden hove in dienst vanden keyser, en. dat door tractaet vanden peyse daer te vooren gemaect. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 102, regel 20.)In dit iaer [1529], den xxiiijen Augusti, op sinte Bartolomeus dach, heeftmen processie generael gehouden en. Godt gedanct vanden peys tusschen die keyserlycke maiesteyt en. den coninck van Vranckryck, ende des avonts heeftmen gevuert naer ouder gewoenten. In dit iaer en is gheenen nyeuwen wyn ten Bossche geroepen ofte getapt in deser stadt voor des anderen daegs naer sinte Pauwels bekeeringhe, ende doen wert geroepen nyeuwe PoetauwGa naar voetnoot(1), die quart voor drie stuvers, want op den Ryn en. tot Coelen gheenen wyn en was gewassen. In dit iaer, op halff vasten, laetare Iherusalem, heeftmen hier groote processie gegaen solempnelycken, ende dat om Godt te dancken vander crooninghe ons heeren des keysers. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 103, regel 9.)In dit iaer [1530], opten xven Decembri, zoe waert ter paye aff gepubliceert met schoutet en. schepenen, datmen weder maelgelt zoude geven vanden rog, te weten: van elck mud vier stuvers, alsmen plach te geven drie iaren lanck geduerende. Opten xxiijen Decembri int voors. iaer wert ten Bosch een vrouwe verwesen en. tot Vucht aende galghe gehangen, genoemt Ycken, en. Aert Heym was hoochschoutet, en. zy wert corts affgehaelt vander galge, van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene geheyten inde wandelinghe suster loost, een clerck, zynde van buyten gebooren, die welcke daer omme gevangen wart en. lange gevangen sat, maer quam noch aff met gelde, soemen seydeGa naar voetnoot(1). In dit voors. iaer heeft inde Meert geweest alzoe groote hethe, als oyt man gesien heeft, ende inden April alzoe coudt en. felle, weder om als oyt man gesien heeft. In dit voors. iaer is Goyaert Grootaert gecoren secretaris inde plaetse van Marten die Greve. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 105, regel 19.)Int iaer ons Heeren m ccccc en. xxxjtich, den lesten dach Iuny, sterff ten Bossche een oude vrouwe persoen, geheyten Lysbet Steewichts; zy was zoe oudt, dat zy hadde eenen zoen, genoemt Peter Steewichs, ende die Peter had een dochter, genoemt Catharina, en. was Thielman Hagens huysvrouwe, ende die Catharina hadde een dochter, genoempt Geertruyt, die getrouwt hadde Ian Ian Eymerts, en. hy Ian hadde byder voors. Geertruyt twee kynderen, eer dese voorseyde Lysbet sterffGa naar voetnoot(2). In dit iaer, voor Bossche ommeganck des Donderdaegs, gouw een mud roggen vj gl. xiiij sts. Ende inden ommeganck regendent alzoe zeer, datmen eerst sManendaegs die processie hielt. Item den rog gouw langen tyt ses gulden, daer nae vyff gulden, en. dese duerte heeft geduert totten nyeuwe gewas toe. Item [zijn] byden keyserlycken maiesteyt verleent en. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gegeven previlegien die stadt vanden Bossche ende de meyerye van dyen, vanden goederen te erffven en. te vesten, en. vande notarissen etc., alles naerder blyckende byde zelve previlegie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 106, regel 14 en 18.)Regel 14 staat: luyden; W. en A. hebben gilde. Regel 18 staat: op den kerckhoff; W. heeft op sint Ians kerckhoff. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 107, regel 14.)Er staat: in beginne van Iunio; W. en A.: int eerste vanden vasten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 107, regel 24.)In dit iaer [1532], op sinte Matheus dach, heeftmen processie generael gehouden met allen die reliquien en. met onse lieve Vrouwe beelde en. metten heyligen Sacrament, inder manieren als [met] sint IansGa naar voetnoot(1) kermis geschiet, en. hebben die deeckens vanden ambachten ende die vier schutteryen, de Vrouwen broeders, gesworenen en. schepenen mette dienaren, elck [met] een bernende kersse zeer solemnelycken gegaen: ende dat al om die victorie, die de keyserlycke maiesteyt hadde gehadt tegens den Turcken, want daer waren wel xvm Turcken gebleven en. verslagen in Hongheryen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In dit iaer [1533], op vastel avondt, zoe hadden die Beckerlinxs dat hanespel gewonnen, soe staecken die Coptydincs vuyt haerder herberge een glavie oft speere met een helmet daer aen hangende, en. daer waren twee Coptydincxs, te weten, Geveraet van Dueres zoon en. Aert Cristiaen Coenen zoon: dese riepen twee Beckerlincxs vuyt den hoop met steecken; soe seyden die Beckerlincxs, sy zouden twee alzoe eedele mannen brengen als zy waren, tegens den eersten Sonnendach inde vasten, en. daer teghens wert een ballye gemaect opden Wynmoelenberch, ende elck zoude steecken drie steecken, en. die de meeste glavien brack zoude den prys hebben; en. zy quamen ter baelgien, ende vande Backerlinxs partye was Ryswyck ende dander Ian die Bye van Hilverenbeeck, ende den vyffsten steeck, zoe quam Dueren tegens Ian de Bye ende Dueren stack Ian die Bye onder zyn ooghen door het helmet een gat int hooft, alzoe dat hy vanden peerde viel en. sterff des Dynsdaegs daer nae tegens den avont, en. zoe en stackmen nyet meer op die reyse. Dit gebuerde den tweeden dach inden Meert. Int iaer ons Heeren m ccccc en. xxxiijtich, sManendaechs nae Paesschen, soe wairen vergadert tusschen Vucht en Heerlaer een menichte van volcke, meer dan twee hondert, ende daer was een ionghe geselle van zyne ambacht een droechscheerder, maer nyet vanden Bossche geboren, die las aldaer int oipenbaer een evangelie en. exponeerde dat den volcke. Dat vernomen hebbende den hoochschoutet vanden Bossche, is gegaen met twee ofte drie personen van dien, die daer geweest hadde, soemen seyde, en. gedaechde noch sommighe andere personen, die daer geweest hadden, om te recht te coemen; maer daer en wert nyet toe gedaen, door dyen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men doen seyde, dat ten Bosch zouden coemen commissarissen vuyt den hove van Bruessel, dwelcke oeck alzoe geschieden. Ende die voorscreven commissarissen vuyten hove gecoemen wesende binnen den Bossche metten procureur generael, hebben veel persoonen doen daeghen, om te compareren en. hem te verantworden, die befaemt waren vande Lutersche secten, ende wie nyet en compareerden, worden gebannen vuyt Brabant op haer lyff en. haer goet wort geconfisqueert. Oeck wordender dyer tyt sommighe gevangen en. sommighe ginghen loepen en. die worden gedaecht ter payen aff, den xvjen May te coemen binnen acht daegen zelffs in persoen voor recht, op den verbuerte van allen hen goet en. eewich gebannen te blyven vuyt Brabant en. den landen van Over-Maesse; maer nyemant en quam. Die gebannen worden, waren: Gerit Gortsoen, hantschoenmaker, Hanric Lepper, cooren cooper, Willem inden naem Iesus, Aert inden gulden aensicht, Daniel Goessenssoen, stoelmaker, en. meester Willem, glaesmaecker. Item den xxiijen Iuny int zelve iaer noch gedaecht ter payen aff als voorstaet, om te coemen binnen ses daegen, op de verbuerte als boven; maer zy en quamen nyet. Dese waren genoempt: Reyner die Lepper tot Heerlair, Claes inden spiegel, Peterken van Vuyden en. Heylken, tesmakersse. In dit iaer zyn geordineert vanden hove negen vuyten raetsheeren vanden Bossche, soe schepenen en. gesworen, die mitte voors. commissarissen souden besongneren int stuck vanden Lutrianen binnen deser stadt befaemt wesende, te weten: by Adriaen van Eynhoudts, Willem Pynappel, schepenen, meester Dierck die Borchgreve, Wil- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lem van Os, Matys Stooters, Ghysbert Pels, geswoiren, Ian van Erp van Berze, Goyart Symonssoen, Hanrick Dachverlies, Aert Heym; hebben sommige verwesen te vier en. zweerde, en. noch veele, die penitencie hebben gedaen met brandende toortsen te dragen en. gelt te geven, zoe hier nae volcht. Des Donderdaegs voor Bosche kermisse, den dorden dach Iuly int zelve iaer, werter ten Bossche een onthooft, om die voors. secte wil, genoemt Ioost Geritsz., die Leppersoen, spelmaker, die welcke seyde op dat schavot: ‘Ghy borgers, ick heb wat gewispelt off getwyffelt in dat H. Sacrament, maer nyet zoe veel alsmen myn overseyt heeft: dus begere ick van allen die gheenen, die daer aen twyffelen, dat zy dat achterlaten, want ick hout daer voor zoet tot desen dagen toe gehouden is. Voorts zoe is my overseyt, dat ick Maria, die moeder Godts, veracht zoude hebben, seggende, dat myn huysvrouwe zoe goet waer als zy, want zy veel kynderen gehadt heeft en. Maria maer één; ick en heb myn leeffdagen noeyt gesproken;’ en. met dye worden zoe knielde hy en. worden thooft aff gehouden, en. terstont doen hy doot was, zoe worter een, genoemt Peter Hoors, wever van Vucht, geworcht aen eenen staeck op die merct en. doen geheel verbrant; maer die en seyde nyet sonderlincxs, dan dat hy geerne sterven wilde. Item des Donderdachs naer sinte Catharina int selve iaer, werter binnen den Bosch opte merct een onthooft, genoemt Emont de snyder, en. een gebrant, maer eerst geworcht, genoempt meester Willem die glaesmaker, om die secte van Martynus Luter; maer sy en seyden nyet sonderlincs. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Des Donderdach nae Vrouwe Lichtmisse wertter ten Bossche een onthoeft op die merct, genoempt Ioost die potbacker en. woende tot Vucht, en. daer was een Preecker by, die gern gehadt hadde off hy yemant quade exempelen gegeven hadde van quade gelove ofte dat Sacrament aengaende, dat hem dat leet waer, waer op hy andtworde: ‘Ick en hebbe nergens mede omgegaen, dan met het wort Godts;’ en. daer mede sterff hy, om die secte van Lutere; ende hy hadde gevangen geseeten ten Bossche op die poorte, seedert Vrydaegs nae Paesschen, meer dan drie vierdel iaers. Ende binnen dese voors. tyden zoe worden daer om die voors. secten veel tot verscheyden penitencie gewesen, als: op een schavot te staen en. een cruys op haer aensicht te branden, een toortse te dragen voor dat Sacrament van dat raethuys tot binnen sint Ians kerck, en. binnen dese stadt gebannen ses iaren, ende te gaen horen precken seeckeren tyt met roey roeyen inde handt, andere een teken in haer cleederen te draghen, [zijnde] een geel cruys een vierdel lanck, anderen tot gelt te gheven, en. noch moesten elck noch gelt toe geven, deen tachtentich gulden, dander vyftich, twintich, twelff en. zoe voorts, elcs nae dat hy ryck was. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In dit iaer [1535], den xixen September, heeftmen processie generael gehauwen, gelyckmen op Sacraments dach doet: daer mede zyn gegaen die schutters met onsen liever Vrouwen bruers met veel borgeren, elcs met bernende toortsen dragende, danckende Godt, den heer vander victorie, die de keyserlycke maiesteyt hadde gehadt tegens de [beruchten] Barbarossa, en. heeft Thunis en die Golette, een haven der stadt Thunis zynde, ingenomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 111, regel 3.)Er staat: durende tot iiij hueren toe; bij A. en W.: duerende vier uren lanck. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 111, regel 25.)Item opten vijen dach van Martii ao. xvc en. xxxvjtich voors [is] byden keyserlycken maiesteyt verleent die vanden Bossche seeckere ordinantie op tstuk vande obligatie gemaect, naerder blyckende byde zelve. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 112, regel 2.)Int iaer ons Heeren m ccccc en. xxxvijtich in May, wert die stadt vanden Bossche zeer gemolesteert vanden keyserlycken maiesteyt, omme een somme van penninghen op te brenghen, omme daer mede te oorlogen tegens die coninck van Vranckryck, Franciscus genoemt, dwelck binnen mueren meer beliep dan veertich duysent Caroli gulden. Onder veel reysens te hove, zoe wert het daer geconsenteert, soe sochmen raet om op te brenghen, waer aff eenighe begeerden, dat elck gheven zoude naer zynen ryckdom, andere begeerden op seeckeren tollen en. acchynsen te setten; onder alle wort geordineert, dat elck can wyns een oortken meer zoude geven van acchyns, ende elcke ton vreemt biers, dat buyten der stadt gevuert wort, dat plach te geven twee stuvers, dat zoude geven drie stuvers: ende voorts daer nae soe ordineerden den raet, datmen van elcke ton slechts bier eene stuver meer zoude geven danmen plach te geven, en. dat zou den brouwer betalen oft diet deede brouwen, om datter nyemant anders te buydel en zoude gaen. In dit iaer, op kermis dach van Os, soe is tot Osch grooten brant geweest en. zyn daer omtrent lv huysen verbrant van haer selffs vier. Int zelve iaer, sanderendaegs nae Bossche kermisse, is eenen, genoemt Claes Aertsen, alias Belleken, coninck vanden Cloveniers van deser stadt, inde Kerck straet gecomen te thien uren inden avondt en. heeft daer eenen, die hy nyet en kende, onnoeselyck vermoort; ende Iannen van Brecht, hoochschoutet vanden Bossche, deede, tegen die previlegien vander stadt ende de blyde in- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
coemst ons keyserlycke maiesteyt, die vensteren van Belleken voors. opslaen en. zyne dienaren daer inclimmende met gewelt, ende heeft den huysraet doen vuyt draghen, meynende zoe die previlegien vander stadt te breecken; maer die stadt heeft daer tegens geweest en. zyn te hove gereyst, te weten: Matys Stooters inden Rinck en. Willem van Os, als scepenen; Herman van Deventer, Lambert vanden Broeck, Adriaen van Eynhouts, Dierck van Os, Ghysbert Pels, als raetsheeren; Goyaert Grootaerts en. meester Ian Reyners, als secretarissen; Ian Staessen en. Peter Iacops, als deeckenen vander smeden en. bontwerckers; Daniel van Vlierden, als boorsdrager; Rutger Hermans, als boode; met eenen voorsprake; ende zoe langhe tegens den hooch schoutet gedingt, dat daer een appoinctement vuyt quam tot voordeele vande borgheren. Dit gedingde brocht groote twist onder die gemeynte en. oeck den raet. Ten lesten heeft die heere van Buren, door tbeveel vanden hove, dit geschil op genomen en. een vuyt sprake daer aff gedaen ende den peys gemaect, en. die stadt bleeff by haer oude previlegienGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 113, regel 25.)Int iaer ons Heeren m ccccc en. xxxviijtich, inde manet Augusti, worden binnen den Bossche gevanghen ontrent xvj of xviij mannen ende vrouwen, diemen seyde, dat waren herdoopt; het waren al schamel lieden, als: wevers, schoenlappers en. mesmakers, die van buyten binnen der stadt en. omtrent der stadt waren comen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 243]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wonen, zoe dat zy geen innegeseetene borgers en waren; en. daer was een man persoon onder van Druenen, genoempt Pauwels, wesende een goudtsmit off silversmit, die welcke men seyde, dat bisschop was van hen allen; ende desen Pauwels, met noch drie anderen mans persoonen, worden tot Vucht opter heyde by dat Bossche gericht, alle vier op een schavot levendich geworcht en. doen verbrant, en. die anderen drie personen waren: Michiel Stevens, potbacker van Oisterhout, boorsdreger; Ian Block, van Gent, lynewever, en. Adriaen van sGraven haeghen, lynewever, opten ixen September daer nae int zelve iaer op een Manendach, en. men hadde elck een zeel met een knoop inde mondt gebonden, op dat zy nyet luyde en zoude roepen. Doenmense vuyt voerde die voors. partyen, omme te dooden, waren by hen gestelt twee Precaeren en. twee Minnebroeders, die welcken haer veel seggen wouden en. thoonden haer elcs een houten cruysefics, maer zy en wouden dat nyet aensien en. seyden: zy hadden Godt int harte, zy en wouden hout noch steen aenbidden; oeck baden zy voor die gheenen, die haer den doot aen deede, en. seggende: ‘Heer, vergevet haer, die ons dit doen, want zy en weten nyet wat zy doen;’ en. oeck seyden zy: ‘O, Heere, laet oeck te nyet doen die groote grouwelycke affgrysselicheyt, die daer geschiet onder die sacrificie, diemen nu doet;’ oeck seyde zy: ‘Den dach des Heeren moet eens comen, die knecht en is nyet beeter dan zyn Heere;’ en. indien name storven zy willichlicken, maer zy en hoorden nae der monnicken worden nyet. Ende dit deede al eenen commissaris vanden hove, genoempt meester Adriaen vanden Grave, licentiaet in beyden rechten, die welcke hadde een mans persoen by hem vander zelve secten, die welcke | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 244]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
allen die voors. personen wist te wysen waer zy wonachtich waren, en. hier om wert hem zyn misdaet vergeven, ende totte voors. commissaris worden geordineert seven anderen schepenen, die de voors. personen veroordelden binnen den Bossche, te weten, drie vanden schepenen doen ter tyt zynde, als: meester Goessen vander Stegen, Ghysbert Heym en. Matys Stooters inden Ring, en. die vier ander scepenen waren: meester Hanrick Pelgrom, anders Ketelaer, meester Hanrick Kuysten, Ian vander stegen, heylighe Geestmeester, en. Goyaert Symonszoen, kerckmeester. Opten xjen September, twee dagen daer nae, worden tot Vucht by dat gericht geworcht drie vrouwen persoonen en. een man, diemen oeck seyde, dat verdoopt waren, waer aff deen was Pauwels, de bisschop voors., huysvrouwe, daer waren oeck monicken by, en. Pauwels huysvrouwe seyde: ‘O Heer, wilt doch die oogen verlichten van die dit doen, op dat zy moegen sien wat zy doen; ick dancke u, Godt, dat ghy my weerdich kent te lyden om uwen naems wille,’ en. sterff alzoe. Die Precaer seyde tot een ander vrouwe: ‘Ghy blyft by die heylige kercke, en doedy nyet?’ waer op zy andtworde: ‘Ick blyff by Christum, is dat nyet heylige kercke genouch?’ En. die Precaer seyde tot Ian van Capel, die voors. man persoen: ‘Bidt toch off ghy yemant eenige quade exempelen gegeven hebt, off in dolinghe geweest zyt, dat u die Heer dat vergeven wil;’ waer op hy andtworde: ‘Ick en heb nyet gedoelt, maer metten wordden Godts om gegaen, en. my is leet, dat ick zoe lange in duysternisse geweest hebbe, ende ick bidde u, ghy borgers, wilt doch dat evangelium lesen en. daer na leven; wilt u droncken drincken, boverye, vloecken en. kyven laten en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vreetsaam met maelcanderen zyn,’ en. storff alzoe. Die dorde vrouwe seyde: ‘Heere, Godt almachtich, wilt my nyet meer op leggen dan ick draghen mach,’ ende storff alzoe. Die voors. Pauwels en. zyn huysvrouwe hadden een kynt omtrent drie vierdel iaers oudt zynde en. was noch ongedoopt; dat namen zy die moeder vuyt dat gevanckenisse en. deedent doopen, en. heer Philips van Doorn, deecken van sint Ians [kerk], en. posteluynGa naar voetnoot(1), meester Ian vander Stegens huysvrouwe, inden H. Geest, en. Anna, meester Goessen vander Stegen huysvrouwe, waren peteren en. peete van het kynt. Ende des Vrydaegs daer nae, den xiijen September, wert binnen den Bossche een ionge geselle onthooft op die merct, smorgens omtrent ses uren, vander zelver secteGa naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 114, regel 19.)Achter houdende: ende ten zelven tyde saten op die gevangen poorte noch drie vrouwen en. een mans persoen vander voors. secte; die man was op die gevangen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
poorte gestorven die natuerlycke doot, en. die drie vrouwen worden verbeeden en. gingen vry, en. die man wert noch onthooft op die merct. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 115, regel 18.)In dit voors. iaer [1540], den xviijen Ianuary, voerder eene waghen met mans en. vrouwen personen vuyten Bossche naer Andtwerpen, en. binnen den Bosch, achter die Tolbrug, woende eenen man, genaempt Hans Claessen van Cuelen, en. maeckten hooren cammen, die volchde dese voors. wagen, hebbende een busch met drie lopen; en. des anderen daegs, omtrent ses uren, quam de wagen en. Hans voors. ontrent Segraeck [?], en. die wagen quam in een quaet spoor, alzoe datter een vanden waghen ginck, genaemt Ian, lanteermaker vanden Bosch, om die tegens te houden. Doen nam Hans voors. zyn bussche en. schoot Ian voors. van achteren in zyn lyff, dat hy ter aerden viel; doen schoot hy noch eens door die waghen en. schoot een vrouwe persoen, die bevrucht was van kynde, inde borst, en. andere, die opten wagen waren, gingen loepen, en. hy Hans nam een vrouwe persoon vanden Bosch, die op de wagen sat, omtrent dartich gulden in een bygordel synde, en. nam dat bygordel en. liet die wagen doen passeren (ende die voors. twee gewonden personen storven dyen zelven dach tot Hoochstraten) ende hy Hans ginck naeden Bosch: ende onder wegen comende worp hy die bussche met den gereetschap en. by gordel aen een graft ofte hegge needer, ende die bussche en. by goordel wert gevonden van eenen schaepharder en. ten Bossche gebracht vanden schoutet van Breda: en. die meester, die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de bussche gemaect hadde, woende ten Bosch, en. zy gingen met die bussche en. vraechden wien hy die vercocht hadde, waer op hy andtworden den voors. Hans, cammaker, wonende achter die Tolbrug, die welcke doen secretelycken daer mede befaemt wert, ende hy dat horende, zoe ginck hy Hans, met sommighe zyne gebueren tot den schoutet, om hem te verandworden, nyet wetende vande bussche, ende daer comende, die bussche hem gethoont wesende, begonst doen te flauwen, alzoe dat die schout hem doen gevangen stelden. Dit gebuerde den vierden dach inde Meert en. was den eersten Donderdach inde vasten, ende den thienden Meert wert die voors. Hans vuytgevoirt op eenen wagen en. wert tot Vucht by dat gericht op een schavot aen eenen staeck levendich mitten viere verbrant. Aen den staeck staende seyde hy: ‘Ick bid u allen te samen, dat nyemant myn huysvrou en. kynden dit wilt verwyten die doot, die ick hier sterven zal, want ick en heb noeyt myn leeffdagen man stuver ofte helder genomen dan nu dese reyse, en. daer heeft my toe gedrongen die armoede, want ick seeckeren personen schuldich was, die my wilde overvallen, en. oeck dacht ickt weder te gheven als ickt had connen overcomen;’ en. zoe sterff hy, hebbende goede kennisse en. berouw. Hy hadde wel xij ofte xiij iaren ten Bossche gewoent en. hy was geacht onder zyn gebueren voor een goet, duechdelyck, vroom man. Die vrouwe, die hy doot schoot, was van Mechelen, en haere man was mede op die wagen, en. hy deede dit werck alleen: hy had een huysvrouwe van Cuelen en. daer by een dochterGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In dit iaer zoe begonsten die hanen binnen den Bossche te vechten nae oude gewoente, en. die partye vande Coptydinge die wonnent alle daege tot op vastelavontdach toe. Des Dynsdach en. was den eersten dach Meert, omtrent middach, soe brochten die Coptydinge eenen haen int perck, om te vechten, welcken haen terstont int perck comende op vlooch wel hooge, maer hy wert terstont weder tegens den anderen haen geset, om [te] vechten, en. vloech weder op; noch wert hy eens needer geset, om [te] vechten, en. vloech weder desgelycke. Doen wouden hem die Coptydinge weder needer setten, om [te] vechten, dwelck die Beckerlinghe nyet en wilden toelaten, seggende, dat hem meer dan recht gebuert was, en. dat hy, naer ouder gewoenten, nyet meer en zoude moegen vechten; om welcke sake een van des Coptydinge pluym greff, genaemt Aert Cuypers, anders Die Bont, terstont vuyt den perck liep byde heeren claegende, datmen hairen haen ongelyck woude doen: alzoe dat die hanen doen tegens een opgetoeghen werden en. en vochten dien vastelavont nyet meer, noch die coninck en reet met die kynderen nyet om, naer ouder gewoenten; maer die Coptydinge en. Beckerlingen aten elck by maelcanderen den eersten Sonnendach inden vasten, naer ouder gewoenten, sonder eenighe speeluyden te hebben, dan die Coptydinghen brochten meestendeel haer huysvrouwen met haer ter maeltyt inde gulde Cop, maer die Backerlingen op die Gaffel; en. die Coptydingen hadden noch drie hanen, met den haen daer twist om quam, in te setten, om te vechten, en. die Beckerlingen maer tweeGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 118, regel 21.)In dit iaer [1542] en quamer egeen nyeuwe Rensche moest binnen den Bossche overmits dat oorloghe van Marten van Rossum, en. den wyn was oeck qualicken gewassen, alsoe dat sommige wyn tappers haeren wyn vercoften voor vyff stuvers, en. doen setten die heeren vander stadt die op drie stuvers, en. dat elck mocht tappen, maer hy was zeer qualicken te crygen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 118, regel 22.)Item noch moesten alle borgers, by straten gesorteert, graven, vuyt elck huys een persoen, eenen dach lanck aen die graften vande Heeckel, vande oude Diese aen totte Heeckel vanden Cruysbroederen, eenen grooten wyen graft, en. die aerden bracht men aen die stadt vest. Dit geduerde wat tyts; maer overmits dat die borghers traechlycken arbeyden, soe wert daer geordineert, dat die borgers gelt zouden geven, om arbeyts lieden te hueren, twelcke zoe gebuerden: die rentiers en. rycke coopluyden elcs twee stuvers, en. de gemeyne ambachtsman elck eene stuver, schamel ambachts luyden eenen halve stuver, off zy mochten graven. Dit duerde tot nae Bamis, dat het water te groot worden, en. men vuerden die aerde oeck met pleyten aen die muren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vier raetsheeren tot aelmoesiniers, om alle Sonnendach in sint Ians kercke mette schaelen te gaen voorden armen huysarmen, te wetene: Iacop Coelen, Adriaen van Eynhouts, Gerit van Berckel, daer nae Ian die Wolff, en. dese vier personen gingen inde weecke eens rontsom die stadt in elcke huys, twelck zy die schamel huysarmen deylden, die nyet oipenbaerlyck ter aelmoessen en leeffden: dit gebuerden den xijen Ianuary, en. oeck worden doen geordineert zeeckeren personen, die welcken oeck gingen bidden te Minnebroeders, te Precaers, opt Bagynhoff en. in sint Iacops cappel. Dit duerde tot Paesschen toe en. langher nyetGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 120, regel 10.)Dit zelve iaer [1543], vastelavont, en vochten die hanen nyet, noch die coninck en reedt nyet om, off die heeren en teerden nyet by een nae ouder gewoente. Dese wynter gouw den torff elcke ton iijz stuver, dat lanck duerde; het hondert vanden bleecken jz stuver; den voessen eene stuver; die eycken rys, thondert, ijz gulden; die eelse rys xxvij stuvers. Het was een zeer lange, coude wynter, ende den iijen dach van Meert quamen die pleyten met torff van Loon en. doen gaven zy die ton weder om jz stuver en. oeck een eyt min. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 121, regel 2.)Op de vraag in noot 1 gedaan, antwoord ik: in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het oproer, bij de inkomst van Philips den goede in Vlaanderen uitgebroken, werden de muiters, aan wier hoofd zich de bastaard van Blankenstein bevond, makkers van de groene tente genoemd. Willems, Belgisch Museum, dl. III, bladz. 377. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 122, regel 4.)In dit iaer [1543], op schoetele WoensdachGa naar voetnoot(1), den eersten April, worden tot Vucht twee vrouwen en. een man op een schavot levendich verbrant, en. noch een man gericht en. een vrouwe levendich gedolven in eenen kuyll gesteecken, en. dese vyff personen waren wonachtich geweest by Valecyn en. en consten egeen Duytsche sprake; men seyde doen dat zy van haer plaetse getoegen waren, om te reysen nae Wesel int lant van Cleeff, en. sy moeten sterven, om dat sy het Sacrament nyet en woude gebruycken noch ontfangen gelycmen alhier te lant is doende, maer zy wouden dat onderhouden en. gebruycken, gelyck alsmen dat onderhiel in sommige steden in Duytslant en. Oostant, maer en hadden anders sonderlinge geen quade opinie, soemen sach, en. zy gaven haer willichlicke ter doot met vruechden, en. deen vrouw, die gebrant worden, hadden twee kynderen, een meysken van acht iaren en. een knechten van ses iaren, die worden gesonden inden heyligen Geest binnen den Bosch, om daer te onder houden, maer zy en bleven daer nyet lanck, want daer waren sommighe borgers binnen der stadt, diese aenveerden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 122, regel 24.)In dit voors. iaer [1544], den xiiijen Augusti, wert ten Bosch een vrouwe persoen, die gewoent hadde op die Wyntmolenberch, genoemt Magdalena, diemen seyde dat vuyt Waterlant geboren was, en. hadde lange ten Bosch gevangen geseeten, en. worden binnen middelen tyde gevuert tot Utrecht, daer een gevangen sat, diemen seyde dat was vander secte, Davidt Ioris, die zyn leven beloeft was, dat hy sommighe personen van dier secte beclappen zoude en. wysen; ende dese voors. Magdalene was zeer derlick gepynicht tot verscheyden reyse, maer en hadde nyet beleden, soemen seyde; dan men seyde, dat tot Utrecht sommige personen gedoot waren, die daer op waren gestorven, dat die voors. Magdalena oeck vander voors. secte was, en. zoe wert zy op den voors. dach gevuert nae Vucht by dat gericht vanden Bossche en. daer geworpen in een groot wyn vat vol waters en. zoe verdroncken en. daer nae gestelt op een rat. Men seyde dat zy daer op wilde sterven, dat zy der zaecke egeen schult en hadde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 125, regel 8.)In dit iaer [1545], in December, goud den rogge op die merct vj gulden en. drie stuvers, en. den xxviijen Ianuary daer nae gouw den rogge vz gulden en. die pryse bleeff tot PaesschenGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 126, regel 23.)In dit iaer [1546], op Bosse kermis, is gespuelt vanden xvij lantsheeren, nae ouder gewoente. In dit iaer, omtrent vastelavont, wert weder om geconsenteert (overmits dat die stadt vanden Bossche noch veel ten achteren was), dat elck persoen binnen der stad wonende, zoude geven van elcke Rynsgulden, die hy verwoende, ofte zoe veel zyn huys ter huere goude, eenen braspenninck, en. dat zoude elck geheel betalen, die dat huys bewoenden, en. daertoe zoudemen noch vercoopen ofte versetten die Weertsche hoven, leggende op den Ulenborch, en. oick den Muntel, tusschen die Orthe en. Hintamerpoort. In dit iaer vochten die hanen weder vier dagen, naer oude gewoenten; maer daer en vochte van elcke partye daegs maer vier hanen, en. op vastelavont dach soe stonden beyde leste hanen van elcke partye int perck tegens een en. vochten tot savonts die clocke ses geslagen hadde, en. doen ginck den haen vande Coptydinge partye lopen, en. doen worden geaccordeert, dat den coninck om zoude ryden den jen Sonnendach inde vasten, en. dat geschieden alsoe. Ende int eerst vanden vasten werde gespeelt vande wynter en. somer, ende op Palm sonnendach op de merct gespeelt die passie.
Int iaer ons Heeren m ccccc en. xlvijtich, soe schoeten allen die schutteryen deser stadt vanden Bossche de papegaeye met oeck allen die straten, behalven die Vischmerct ende Weversplaets. Die schutteryen en hadden nyet geschoeten in vyff iaren daer te vooren, en. dat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was daer om by gecomen, om den schadelicken tocht, die Marten van Rossum inde meyerye gedaen hadde, en. andere voorgaende oorloghen. In dit iaer moest den buyten man van elcke stuck lynen laken, dat hy binnen der stadt vercocht, geven eene stuver, en. worden oeck geordineert dat die borgers insgelyck moesten geven eene stuver van alle lyne laken, die zy selffs van buyten brochten, om binnen deser stadt te vercoopen off zelffs te doen bleycken. In dit iaer, omtrent Bamis, wasser een groote oproer binnen der stadt vanden Bossche, om dat die stadt meer dan lxxtich duysent gulden ten achteren was, en. daer viele groote twisten, want die heeren wouden allen natien binnen der stadt belasten, dwelck die gemeynten nyet en wilde consenteren. Ten lesten accordeerden die heeren metten gemeynten te samen, als datmen die vyff mannen off gedeputeerden, die der stadt-gelt ontfinghen en. vuytreyckten, dwelck waren: Ghysbert Heernincx, Ian van Elmpt, Ian Pynappel, Dierck vanden Berge en. Wouter van Middegael, oerloff zoude geven en. zoude allen die stadt acchynsen verpachten en. stellen vier rentmeesters, om dat gelt te ontfangen en. weder vuyt te reycken, en. datmen van elcke tonne biers eene stuver meer van acchyns soude geven, en. dat die borgers, die zelffs brouwen, van xiiij tonnen plachten te veracchynsen xij tonnen, daer zoude hy van nu voirt aen van xiij tonnen xij tonnen veracchynsen, te weten, xiij stuvers; daer toe noch van allen die osschen, diemen binnen den Bossche zoude slaen, van elcken Rynsgulden, diemen voorden osch zoude geven, der stadt daer aff geven een oirt stuvers, en. vercken en. schapen nae advenant. Dese belastinghe zoude duren vier iaer lanck. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 128, regel 18.)Int iaer ons Heeren m ccccc en. xlviijtich wasser grooten twist tusschen die heeren vanden capittel en. die Vrouwen bruers binnen der stadt en. dat ter cause van meester Gerit, sangmeester, anders Harteken, oirloff gegeven was, om dat zyn huysvrouwe die coralen nyet wel en regeerden aengaende die montcosten: en doen worden daer onboeden twee sangmeesters, te weten, een priester, genoemt meester Willem van Breda, en. noch eenen gehouwden man van Dordrecht; en. het capittel en woude egeen gehouwde mans hebben tot een sangmeester en. namen den voors. meester Willem aen, sonder consent vanden Vrouwen bruers: en. die voors. meester Willem, comende binnen den Bossche in zynen dienste, zoe en woude hem onse Vrouwe broederscap nyet aen nemen off gagien geven; soe gebuerde den xxjen Iuly, dat die heeren van tcappittel die sangers oirloff gaven en. behielden alleen den voors. sangmeester en. coralen, ende als die sangers int choor quamen singen, zoe quamen zy sonder choorcleet: en. dat stont alzoe totten vjen dach Septembris, doen accordeerden zy beyde te samen ende namen den voors. meester Willem, sangmeester, en. allen die anderen sangers gelyckelyck weder om aen. In dit iaer, omtrent Bamis, alsmen den acchyns deser stadt gemeynelycken verpacht, zoe en mocht den bier acchyns nauwelics xxjm gulden gelden, soe en wort hy alsdoen nyet verpacht, en. daer nae satmen doen noch eens daer op en. en wert noch nyet verpacht, en. daer nae wert hy verpacht op Bamis avont en. het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoochsel ginck vuyt op Bamis dach, des achternoens, voor xxijm gulden en. viijo gulden, en. daer waren op geslaegen ijc slaegen, elcke slach tot iiijz Rynsgulden, soe beliep die voors. somme xxiijm en. iijc Rynsgulden: Hanrick van Deventer, een vande raetsheeren deser stadt, hadde hem gepacht, en. hy wert dien zelven Bamis weder scepen gestelt, maer om die ordinancie deser stadt wille, heeft hy dit iaer als schepen nyet moegen sitten, soe hy sulcs tot Bruessel verworven hadde, en. in zyne plaetse quam Herman van Deventer, zynen broeder. In dit iaer, in November, soe wert geordineert binnen der stadt, dat elck huys binnen der stadt geven zoude van elcken Rynsgulden, die zy iaerlics tot huere gaven, eene stuver, een oirt, en. sommige ijz stuver, en. sommige wat meer, na dat die lieden ryck waren off neeringe hadden, die dat huys bewoenden; en. dat moesten die inwoenders alleen betalen, en. deen helft wert corts doen daer nae gehaelt en. dat byde blockmeesters, elck in zynen block, en. die dat nyet en wilde geven, daer ginck die schoutet en. schepenen mitte blockmeesters, en. deede alsulcke betalen.
Int iaer ons Heeren m ccccc en. xlixtich, den xvijen. May, wert gevanghen tot Nistelroy een man met zyn huysvrouwe, diemen inde wandelinge hiet den quaden engel, en. hadde veel quaets gedaen en. het volck getranseneert en. groot overlast gedaen, en. doen hy gevangen word, had hy een vrouw tot Nistelroy gewoent en. doen quam der vrouwen zoon en. creech den quaden engel onder die voet en. quetste hem zeer; daer nae quam den quaden engels wyff en hiel der voors. vrouwen zoon meteen byle in zyn rugge daer hy op hai- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren man lach, alzoe dat hy daer aff sterff: en. den anderen daegs wert den quaden engel met zyn vrouwe binnen den Bossche gebracht, ende den quaden engel sterff dyen dach op de gevangen poort in die gyoleGa naar voetnoot(1) van zyne quetsuere en. wert des anderen daegs begraven int gasthuys en. zyn huysvrouwe bleeff gevangen sitten totten xjen dach October daer nae ende wert daer nae op die gevangen poirte secretelyck gegeeselt en. gebannen buyten der meyerye vanden Bossche en. ginck alsoe daer mede los. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 129, regel 11.Int iaer van m ccccc ende xlix voors., in September, is Philippus, byder gratien Godts, prince van Castilien etc. en. zoen van Carolus, de vyffste keyser van dier namen, geboren van myn vrouwe Isabella van Portugael, byde staten des lants ontfangen en. gehult als hartoghe van Brabant (naer dyen zynen heer vader hem die zelve landen hadde getransporteert daer te vooren), wesende den lxvjen hartoge van Brabant; ende inde voors. manet zyn binnen der stadt vanden Bossche gemonstert allen die borgers vander stadt inne haer harnas en. geweer, groot en. cleyn, boven haer xxtich iaren tot haer lxtichGa naar voetnoot(2) iaren toe, elck met een velt teeken, te weten, roeye sleyers, ende dat elck in zynen block, omme daer mede in te halen den voors. Philippus; ende op Sonnendach, den voors. xxijen September, hebben zy hem ingehaelt, en. die borgers, die inde wapenen waren, waren omtrent int getall xxij hondert en. een hondert ruyters te peerde, te | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weten, eerst die ruyters, daer nae die borgers ende allen die borgers, die boven haer lxtich iaren waren, moesten elck een toortse in haer handen hebben, ende die van Orthen en. die vanden Dunghen van gelycke, ende stonden daer mede vande Vuchter poorte aff tot aen die huysinge van Hanrick van Deventer, daer die voors. Philippus gelogeert was; syn oeck daer mede geweest allen die geestelycke heeren vanden capittel, die Precaers, Minnebroeders, Cruysbroederen, Bomgaerden, Baseldonck en. allen die Bagynen in een groot getal met haer witte falien; ende sManendaechs daer nae wert hy oipenbaer en. zeer triumphantelyck voor dat raethuys gehult, ende des anderen daechs reysde hy naer Huesden en. zoe voorts naer Hollant toe. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 129, regel 22.)Int iaer ons Heeren m ccccc en. ltich wert geordineert en. gesloten byde drie leeden der voors. stadt, dat een yegelycke borger soude geven den xxen penninck van alle zyne goederen erffelyck en. gereet, vuytgenomen die leengoederen, die buyten Brabant gelegen waren, die zoude vry zyn, ende de lyffrenthen zoude halff gelt geven, te weten, van een hondert gulden siaers, vyff gulden, en. zoe voorts nae advenant, en. daer toe noch van elcke ton biers zoe veel als elcke borger gemeynlick in een iaer binnen zynen huyse drinckt, en. die raetsheeren, van elcke ton, twee stuvers, vier iaer lanck, die soumen dan die twee iaren terstont gereet betalen, en. soemen met dat gelt den commer deser stadt nyet en mocht betalen, zoe soudemen dander helft vanden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bieren dan oeck geven; en. hier worden toe geordineert twee scepenen, twee raetsheeren en. vier deeckenen van verscheyden ambachten, om een yegelyck alleen te ontbieden en. elck nae zynen staet te setten in gelde en. bier. Ende dese goede mannen saten op Royenborch en. begonsten omtrent Alderheyligen en. het duerde tot int lest van Iunio daer nae. Dat waere: meester Pauwels Raessen, Evert vande Water, scepenen; Mathys Stooters inden Rinck en. Hanrick van Eyndthouts, raetsheeren; Gerit Hagens, deecken vande snyders, Ian Noppen, deecken vande loeyers off schoenmakers, Ian Lenaertssoen van Geffen, deecken vande cremers, Aert Willemssoen, olislager, deecken vande molders; ende dese voors. acht personen zoude elck voor hairen arbeyt hebben xlijtich Rynsgulden en. zoude die boecken overleveren die vier rentmeesters deser stadt, om dat gelt te ontfanghen, dwelck waren: Adriaen van Eyndhouts, Bartolomeus Loeff raetsheeren, en. Ian Coelen en. Lambert die HaaseGa naar voetnoot(1); en. daer worden noch by geordineert, om dat gelt te helpen ontfangen, Andries Bouwens en. Ian van Dungen, die soude insgelycs elck xlijtich Rynsgulden hebben voor hairen arbeyt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 131, regel 1.)Int iaer ons Heeren m ccccc en. ljtich, den xxiiijen May, Sonnendachs nae Sincxsen, soe waren twee dienaers, te weten, twee knapen, die diende int clooster van sinte Geertruyd, en. deen stack den anderen die keele aff int vechten. Ende des Vrydaegs daer nae, des | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
achternoens ontrent ses uren, soe donderdent zeer en. sloech eenen grooten slach, ende dien slach deede groote schaede int voors. clooster, alzoe dat den geheelen thoorn ondect wort van leyen en. zeer veel glas vuyte kercke en. den haen vanden thoorn worden buyten der stadt gevondenGa naar voetnoot(1). In dit iaer, opten iijen Martij, [is] by schout en. scepenen der voors. stadt verleent seeckere reformatie den procureurs, aengaende die augmentatie van haere salaris. In dit voors. iaer wert weder om aff geset den stuver van elcke ton biers, datmen weder xiiij tonnen voor xij tonnen zoude veracchynsen, en. die oirtkens vanden gulden vande ossen, vercken en. scapen, alst geordineert was int iaer van [1500] 47. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 143, regel 21.)Int iaer ons Heeren m ccccc en. lxjtich, in Augusto, syn die retorisyns vuyte stadt vanden Bossche getoegen naer Andtwerpen op het groot lantjeweel, alwairen tsamen xiiij cameren vergadert waren, met zeer groote | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
staet, en. zyn opten iij Augusti binnen Andtwerpen in gecomen met hondert en. xxvtich peerden, gecleet in groene rocken, met goude passement geboert, met een roey hangent mouwken daer in; haer wambassen, coussen en. hoeyen waren root met witte pluymagien en. swarte leerskens, met eene geschilderde antyckse wagen met personagien, thien wagens overdect met groen en. roeye laecken, op elck twee gilden broeders en. vier toortsen; den sot seggende: ‘Zalt zoe zyn.’ Haere questie vande speelen was: Wat den mensch aldermeest tot consten verweckt? daer en. hebben die voors. retorisyns den oppersten prys gewonnen, twelck waren seven silvere schalen, wegende elck ses oncen; ende zyn de zelve retorisyns mitte voors. pryse weder omme inne September daer nae binnen der stadt gecomen, ten welcken daeghen men tsavonts gespuelt heeft verscheyde batament spullen, met veel peck tonnen gebrant, veel vier ballen, die inde locht en. onder de menschen sprongen, met veel meer andere genouchelicke exercitien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Te brengen op bladz. 143, regel 23.)Ende opten xvjen November [1562] daer nae, soe wert den cappellaen van doctor Sonnius voors. in sint Ians kercke ontfanghen, in die plaetse als eenen bisscop, en. men sanck Veni sancte Spiritus reple tuorum etc., en. daer nae Te Deum laudamus, met tgroot werck van musyck daer op responderende. Opten xviijen November daer nae was doctoir Sonnius smorgens gecomen vande Cathuysers te wagen met den prior en. quam in tot die Cruysbroederen, daer was hy | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot negen ofte thien uren smorgens toe. Doen quamen die geestelichen hem halen met generael processie: daer volchde doen Sonnius, den bisschop, nae, en. achter hem twee commissarissen vuyt den hove, te weten, heer Oddaert en. meester Claes vander Stegen, daer nae die schoutet, schepenen en. raetsheeren; maer schutters noch Vrouwen bruers, off nyemant vander gemeynten en ginghen mede, nae dyen dat sulcs geschiede sonder consent van het dorde lith, daer toe egeen consent dragende. Ende dier tyt ginck daer een gedichte Pater noster onder die gemeyne man, luydende aldus: O bisscop Sonnius, die ten Bossch zyt,
Uwe naeme is zeer benyt,
U ryck is van geender weerden
In hemelryck noch op eerden:
Ghy eedt huyden ons dagelicxs broot,
Ons wyffs en. kynderen hebbent groot noot.
O Heer, ghy, die daer inden hemel zyt,
Maeckt ons doch desen bisscop met zyn insettinge quyt;
En laet ons in egeen becoringhe vallen,
Maer verlost ons vande geschoren allenGa naar voetnoot(1).
In dit voors. iaer zynder tot Vucht veel moertbranders gebrant: die sommige levendich en. die sommighe eerst geworcht en. daer nae gebrant.
Op het jaar 1566 is in het handschrift van W. een zeer bitter, gedrukt boekske afgeschreven, getiteld: Verclaringhe vande menichfuldighe loose practycken, zoe van dinquisitie, dobservantie vande placcaten en. ander- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sins, byden cardinael Grandvel met zyne adherenten geinventeert, om boven alle keyseren, coninghen, lantsheeren, heeren, eedelen en. alle weerlycke persoonen met gewelt te domineeren en. hen te doen aenbidden en. adoreren. Groot 18½ bladz. klein schrift. Te Water (Verbond der Edelen, dl. I, bladz. 23, en dl. IV, bladz. 393) haalt er eene Hoogduitsche en Fransche uitgave van aan, doch schijnt de Nederduitsche niet gekend te hebben. Als niet uitsluitend op de Stad en Meijerij betrekkelijk, hebben wij dit vlugschrift niet laten afdrukken. |
|