Gehuchtenboek
(1977)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermdMaaslandse gezichten
[pagina 88]
| |
men die een laan vormen. Ter weerszij liggen weilanden. Rechts strekken paarden hun lange halzen, galopperen de verte in en keren terug, steigerend op hun achterste poten. Tegen de Duits grens staan zware bomen en schermen het weiland af. Ginds in de verte, bijna verdronken in vage daglichten, staan koeien met hun staart naar mij toe. Links staan kalveren bij elkaar, los gegroepeerd als voor een familieportret. De gele ondergrond van het gras is de kleur van een vergeelde foto uit een familie-archief. Als je van Gangelt terugkomt is Schinveld openliggend van dichtbije naar verre weilanden, alsof je van het ene erf naar het andere loopt, aldoor verder weg van het pad waarop je staat. Verderop liggen de Schinveldse bossen waar nu de schemering paden begint op te vullen. Zuchtend loopt er het Ruuscherbeekje, zwart onder bomen, dorstig zoekend naar afgekoelde boomstreken. Maar reeds is het zicht mij ontnomen. Schinveld keert zijn nog even nablinkende gezichten van de huizen in de Eindstraat naar mij toe. Ieder gezicht is anders van kleur. Traag lopen ze weg in een nauw toelopende straat, waar zij hun kleur nog steeds niet verliezen, maar schijnen te wenken, een ogenblik lang. Er keert een wagen met paard terug uit het bos, volgeladen met kinderen. De kinderen zijn moe en zingen niet meer. Hun ogen hangen vol schemeringen. De paarden zijn onstuimig in de weide, dravend en steigerend, in korte galop wegrennend en dan in een hoek terugkerend, als circuspaardjes in een gala-voorstelling. Nu heeft de zon haar nest gevonden. Zwart overgiet de hemel het kerkhof, het dorp, de bossen, zwart de achtertuinen. |
|