Puth
Een buigend korenveld dat reikt tot aan de hemel. Daarboven stilaan grijzer wordende avondwolken die doodstil blijven. Alsof er nooit beweging geweest is noch zal zijn, zo stil staan die wolken daar, boven dat korenveld. En niets dan die wolken en dat korenveld. Als je ernaar kijkt krijg je een gevoel van eeuwige stilstand en van eeuwige rust. Nu je verder loopt, langs dat korenveld, komt langzaam en geleidelijk de spits van een kerktoren boven de heuvel en eindelijk is het hele dorp zichtbaar, met beweging van mensen achter hun huizen, bezig met dingen die van zover gezien ondoorgrondelijk zijn.