Boven Noorbeek
De halve ronding van de aarde is van hier zichtbaar in oplettend neergepenseeld geboomte, in groene, diep uitgesneden wakken van graslanden, in buiten zich zelf zich de hoogte instekende bomen die weergaloos ruisen. Daartussen dempen de houtwallen het al te harde licht, rekken zich donkere paden naar de heuveltop en glanzen brokken water in een kwarts van lucht. Van diepte en hoogte, breedte en verte, van lengte en afstand is dit heuvellandschap gemaakt, van kleine ivoren wolken die er overheen hangen, van muisgrijze wegen die als een ademhaling dalen en zich verheffen. En mensen gaan en keren, onder een moeizame last gebogen, tussen de lage struiken, het manshoge gras dat nog net niet boven de horizon pluimig omhoog steekt en de ingekapselde schuren die hun ogen in de aarde begraven hebben.