Naar Kelmond
Zoals 'n boerenveld hoort te zijn: zanderige paden, daarnaast velden en akkers, een opklimmende horizon en kreupele bosjes, zo is het boerenakkerland nabij Neerbeek, Beek, Genhout, Geverik en Oensel. Krom buigt de heuvel zich over aartsvaderlijke weilanden die de heuvel haast niet durven te beroeren.
Ik kies het pad dat zijn eigen stilte volgt. Dwars staat het op de wegen in dit land. Het bekreunt er zich niet om, loopt eraan voorbij, kruist de viersprong. Elke keer opnieuw komt het pad uit de ontmoeting te voorschijn als de hardnekkigste zoeker naar stilte.
Ik volg het als een vrome godzoeker, langs ruisende halmen, langs eenzame bomen waaraan de wind zijn krachtige lenden stoot, langs holle bermen waar alle gruis van het land bij elkaar ligt, tesamen geschoven door de wind: takjes, bladeren, oude vochtige vruchtjes, uitlopers van schichtig kruid, leeggelopen hulsels, knoesten, eelt van aarde.
Zelfs de dorpen schuwt het pad. Het loopt er onverbloemd zwijgend langs alsof het geen koning dienst verschuldigd is. Het heeft zijn eigen streng rijk: meetkundig verantwoord