Geulle
Zonder enig verzet rijzen en dalen de korenvelden en de weilanden, elkaar afwisselend in hoogte en laagte, diepte en breedte. Geuren verrassen de wandelaar als hij langs de hagen loopt en zich verbergt in grote trossen achteloos neerhangende bloemen. Het parklandschap gaat over in lage verte waar de rivier onzichtbaar langs hoge, op regelmatige afstanden geplaatste, populieren stroomt. Daarvóór is het vlakke symmetrisch neergelegd als een tapijt voor de aankomende zomer die gewis hier straks parmantig zal wandelen met fladderend kleed, tussen de korenaren en de in het groen weggedoken huisjes die met hun lage daken, hangend boven een heg, deze schijnen te beschermen tegen de aanwaaiende wind. De paden zijn ruimschoots voorzien van schaduw en licht waarlangs de varens hun genoeglijke veren op en neer zwaaien. Kastanjebomen vóór de boerderijen hebben weet van oude dingen die ze doorvertellen aan de zwaluw boven het watervlak, bezig geschiedenis te schrijven.