Adyosi / Afscheid

[p. 138]

Fabeltje van Ladéveine

Een Haas - bijzonder dwaas -
verbeeldde zich de baas
van elk dier in het veld en bos te zijn.
Hij beet de Buidelrat, sloeg het Konijn,
hij haalde uit naar 't Waterhoen,
wou zelfs de Duif de dood aandoen.
Hij schopte naar de Olifant,
hij riep: ‘Leeuw, jou maak ik van kant!’
Met al zijn energie gebarend
verjoeg hij zelfs voor kort de Arend.
Hij zag in zijn verbolgen waan
elk bosdier voor een Goliath aan
en dacht dat hijzelf David was
(al deed hij steeds van angst een plas)
die 't land voorgoed verlossen zou
van Tijgerkat en van Karbouw,
zodat daarin alleen zou wonen
wie aan de Haas respect wou tonen.

De dieren liet hem eerst kort
zijn gang gaan, zagen 't meer als sport
en schijnvertoon dat mettertijd
wel zou verdwijnen. Zijn gebijt
deed niemand werkelijk pijn... totdat
de krokodil het spugenszat
en moede werd. Dit dwaas gedoe
bekeek hij met de ogen toe,
maar... met een open muil waarin
- al was het ook met tegenzin -
in één hap onze astrante Haas
als klein brok hollekiezenaas
eer hij het wist voorgoed verdween
met huid en haar, met vlees en been,
voor al dat luid gesnoef in ruil.
Er was geen tijd zelfs voor gehuil.

[p. 139]

 

Is Suriname soms het Haasje

 

onder Bevel van 't Druggenbaasje?

 

Lees dan voor wat genoemd werd, hier

 

iets anders dan zo'n fabeldier.

 

Staan voor Karbouw en Tijgerkat

 

de bossen en onze ertsenschat?

 

Of voor de Duif en 't Waterhoen

 

geen vrede en het staatsfatsoen?

 

Zouden de Rat en het Konijn

 

soms niet de brave burgers zijn

 

en brult de Nederlandse Leeuw

 

nu nog niet boos om 't loos geschreeuw?

 

Of is de grote Olifant

 

soms met het I.M.F. verwant?

 

En de Arend - denk nog even na -

 

is die misschien de U.S.A.?

 

Brazilië soms die Krokodil?

 

Dan Haasje, rep je, hou je stil.

 

 

 

Je houdt dit snoeven niet lang vol,

 

maar graaft je 'n graf in eigen hol...

 

Wie net als jij nog hulp behoeft,

 

zorgt dat hij arbeidt en niet snoeft.

 

En mogelijk krijg je eens zelfs spijt

 

van teveel onafhankelijkheid.

[1990]