Geleidebrief
Deze bundel is zowel een afscheidsgroet als een opruiming. Met verwijzing naar het diepzinnige Evangeliewoord: ‘In het huis mijns Vaders zijn vele woningen’, mag ik - op meer aardse wijze - constateren dat mijn schrijfbureau vele laden heeft, en dat nu wel het moment is aangebroken om een daarvan te ledigen, de inhoud wat te schiften en hetgeen misschien nog de moeite waard van het bewaren is, tot een redelijke volume te reduceren, ten gebruike van wie er nog naar wil omzien. Dat een aantal ‘jongeren’, beoefenaren van de Surinamistiek, tot het uitgeven van dit alles sua sponte, wilden overgaan, stemt mij tot grote dankbaarheid. Het is een van de gestes die mij het gevoel geven niet voor niets geleefd te hebben.
Ik zou met dit weinige willen volstaan. De ervaring heeft mij - en vele anderen - echter bijgebracht voorzichtig te zijn met publikaties over of naar aanleiding van Suriname, mijn land van herkomst. Want dit land dat nog altijd geen eigen volk, wel een aantal relatief kleine bevolkingen herbergt, en dat nog steeds zoekende is naar zijn vorm en wezen, zijn aparte plaats in de wereld, zijn bindende afspraken ondanks een Babelse spraakverwarring, brengt iedereen die te luid spreekt of met nadruk aandacht vraagt, in gevaar onwillekeurig oorzaak te zijn van veel misverstand. Het is niet te verwonderen, maar wel lastig.
Onder zulke omstandigheden is het beter overduidelijk te zijn, niet te schromen zichzelf geduldig te parafraseren en liever op niet altijd opwekkende discussies gevat te zijn dan zich boos af te wenden of teleurgesteld het zwijgen er aan toe te doen. ‘Roep zonder ophouden’, luidde al Jesaja's opdracht, die ik - zeker niet gemakshalve - ook maar van jongs af aan tot de mijne gemaakt heb. Vandaar de volgende vaststellingen waarmee zo niet elk, dan toch de voornaamste misverstanden kunnen worden tegengegaan.
Het Sranan of Sranantongo - een betere naam dan takitaki zoals het nooit door de bevolking zelf is genoemd (omdat deze term ‘gepraat’ of ‘geklets’ betekent) en een juistere naam ook dan Negerengels (omdat de wezenlijkste bestanddelen ervan niet Engels, maar Zuidwest-Soedanees zijn, terwijl de taal zeker door evenveel niet-negers