Geïllustreerde flora van Nederland
(1909)–Eli Heimans, Hein Willems Heinsius, Jac. P. Thijsse– Auteursrecht onbekendHandleiding voor het bepalen van de naam der in Nederland in het wild groeiende en verbouwde gewassen en van een groot aantal sierplanten
Valeriaanfamilie.
| ||||||||||
Geslachtentabel.
| ||||||||||
Geslacht: Valeriaan, Valeriana.
| ||||||||||
boven den grond wordt soms onderscheiden als Vlier-valeriaan, V. excelsa.
| ||||||||||
Geslacht: Veldsla, Valerianella.De bladeren van de rozet en het onderste paar spatel- of lepelvormig, de hoogere langwerpig en spits toeloopend, soms ook ondiep ingesneden of getand. De vrucht is zijdelings samengedrukt. Veel gekweekt en heel vaak verwilderd, of werkelijk in 't wild. Bloempjes wit, rozerood of lichtpaars. Op akkers en langs wegen. In Noord-Holland (Castricum) ook veel gekweekt om het zaad, daar Vetzaad genoemd. April-Aug. Fig. vorige blz. ☉ Veldsla, V. olitoria Er worden nog andere, meest Zuid-Europeesche soorten gekweekt, ook deze verwilderen een enkelen keer. Ze zijn, wat blad en bloem bǝtreft, nauwelijks van de gewone soort, die ook in verschillenden vorm voorkomt, te onderscheiden. Alleen het vruchtje en de aanhangsels daaraan geven meestal voldoende kenmerken. Met woorden is dit verschil haast niet uit te drukken, zie de figuurtjes hierbij en de namen er tusschen. | ||||||||||
Aanhangsel.Geslacht: Spoorbloem, Centranthus.Als sierplanten worden soorten van de rotsen aan de Middellandsche Zee gekweekt, met vuurroode, rozeroode of witte bloemen, die door de spoor dadelijk te herkennen zijn. Zie fig. Eén meeldraad. De vrucht met een mooi vertakt vederkroontje.
| ||||||||||
Geslacht: Valeriaan Valeriana.Zie de vorige blz., Groote Valeriaan. |
|