Geïllustreerde flora van Nederland
(1909)–Eli Heimans, Hein Willems Heinsius, Jac. P. Thijsse– Auteursrecht onbekendHandleiding voor het bepalen van de naam der in Nederland in het wild groeiende en verbouwde gewassen en van een groot aantal sierplanten
Strandkruidfamilie.
| |||||||
Tabel der Geslachten.1
| |||||||
2
| |||||||
| |||||||
Geslacht: Strandkruid, Armeria.In uiterlijk, en ook wat hun bestuiving betreft, sluiten de bloemen van dit geslacht zich aan bij de Composieten: door hun dicht opeengedrongen stand vormen ze als het ware met elkaar één bloem van de klasse B1. Ze worden dan ook, evenals vele Composieten, door bijen, vliegen en vlinders bezocht. De stijlen zijn aan hun voet dicht behaard: honingbedekking. Een eigenaardigheid van dit geslacht is de vliezige, naar omlaag gerichte scheede, die onder het bloemhoofdje den stengel omgeeft. Zie fig. Wellicht doet zij dienst tot het weren van mieren, enz. uit de bloemen. Waarnemingen gewenscht! De vliezige kelk blijft na den bloei op de vrucht zitten en vormt een soort van valscherm, waardoor de verspreiding door den wind vergemakkelijkt wordt. Zie fig. Uit den wortelstok ontspringen grasachtige bladeren en dunne bloeistengels, die elk één bloemhoofdje dragen van rozeroode of zeer lichtpaarse, zelden witte bloemen. Op zilte gronden bij de zee en op vochtigen zandgrond. Ook gekweekt, vooral in randjes om bloemperken. Mei-Sept. ♃ Engelsch Gras, A. vulgaris Deze soort bezit verscheidene variëteiten, die soms als afzonderlijke soorten beschreven worden. Zoo o.a. het Alpengras, A. alpina, met een meer gedrongen bouw en donkerder bloemen, niet zelden in tuinen gekweekt. | |||||||
Geslacht: Lamsooren, Statice.De tamelijk kleine bloempjes hebben ongeveer denzelfden bouw als bij Strandkruid, maar staan niet in bloemhoofdjes. | |||||||
Bloemenklasse B. Bezoekers: bijen en vliegen. Soms dimorphie (zie bij Longkruid, blz. 828). Ook de kelk doet denzelfden dienst als bij genoemd geslacht. Hij is wel vliezig, maar toch veelal fraai gekleurd; daar men de bloemen als ‘stroobloemen’ kan bewaren, worden verschillende soorten ook om deze reden gekweekt. Zie Aanh., blz. 793. | |||||||
1
| |||||||
Aanhangsel.Geslacht: Lamsooren, Statice.Behalve de reeds beschrevene, worden nog andere soorten gekweekt, o.a.:
| |||||||
Greslacht: Loodkruid, Plumbago.Dit geslacht lijkt het meest op de Primulaceeën door de duidelijk vergroeidbladige kroon en door het bezit van één stijl (echter met 5 stempels). Als tuinplant wordt aangetroffen: Bladeren omgekeerd-eivormig, maar met eenigszins spitsen top. Stengel met schubjes en haartjes bezet. Bloemen in dichte groepjes aan de toppen der takken. eerst blauw, daarna paars. ♃ Lady Larpent's Loockruid, P. Larpentae |
|