Geïllustreerde flora van Nederland
(1909)–Eli Heimans, Hein Willems Heinsius, Jac. P. Thijsse– Auteursrecht onbekendHandleiding voor het bepalen van de naam der in Nederland in het wild groeiende en verbouwde gewassen en van een groot aantal sierplanten
Geslachtentabel.1
| |||||||
2
| |||||||
Geslacht: Wegedoorn, Rhamnus.Heester met kruiswijs geplaatste, eivormige of elliptische bladeren. Bladrand gezaagd. Takjes dikwijls tot | |||||||
dorens vervormd. Bloemen klein, groen, kroonblaadjes in de vrouwelijke bloemen zeer smal, vrucht zwart. Fig. vorige blz. Wegedoorn, R. catarctica Vrij zeldzaam in boschachtige streken, bloeit in Mei-Juni; de bloemen worden, bezocht door bijen en zweefvliegen. De vruchten zijn eenigszins vergiftig, werden vroeger in de geneeskunde gebruikt en leveren een verstof, het sapgroen. | |||||||
Geslacht: Vuilboom, Frangula.Heester met verspreide, gaafrandige, elliptische of eivormige bladeren. Geen dorens. Bloemen alle tweeslachtig. Vrucht eerst rood, later zwart. Veel in bosschen en hagen in zandige streken. Mei-Sept. Vuilboom, F. Alnus De bloemen worden bezocht door vliegen, bijen en kevers, maar hebben ook zelfbestuiving. Op de bladeren leeft de rups van den Citroenvlinder. 't Hout levert een uitmuntende houtskool; de schors (rhamnus-bast, vaak ramenas-bast genoemd), is een bekend laxeerend geneesmiddel. | |||||||
Geslacht: Ceanothus, Ceanothus.
Deze wordt 't meest gekweekt en komt in de catalogi der boomkweekers voor onder den naam van: ‘Gloire de Versailles’. |
|